Gepubliceerd op maandag 1 februari 2021
IT 3392
Rechtbank ||
22 mei 2020
Rechtbank 22 mei 2020, IT 3392; ECLI:NL:RBAMS:2020:2653 (B.V. tegen Google Ireland ), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-jegens-google-afgewezen

Vordering jegens Google afgewezen

Rechtbank Amsterdam 22 mei 2020, IT 3392, ECLI:NL:RBAMS:2020:2653 (B.V. tegen Google Ireland) Eiseres (B.V.) handelt in computers, smartphones en andere aanverwante apparaten. Google biedt een platform onder de naam Google Maps en daarbinnen Google-recensie aan. Eiseres heeft op dit platform negatieve reviews gekregen, die na een eerder kort geding door Google zijn verwijderd. Recentelijk zien nieuwe recensies geplaatst. Eiseres heeft daarop opnieuw Google verzocht deze recensies te verwijderen. De advertenties zouden nep zijn, onnodig kwetsend en in strijd met het eigen advertentiebeleid van Google. Uitgangspunt bij een dergelijke vordering is dat Google gehouden is om de informatie te verwijderen, indien de inhoud evident onrechtmatig is. Google bepleit echter dat de consument de vrijheid moet hebben om ook negatieve ervaringen met bedrijven te delen. Geoordeeld wordt dat er onvoldoende basis is om Google te verplichten om tot verwijdering van de recensie over te gaan. Eiseres heeft onvoldoende concreet weten te maken waarom de recensie ‘nep’ is. De term ‘vuile oplichter’ is daarbij niet op voorhand onmiskenbaar onrechtmatig.

4.6. [eiseres] heeft gesteld dat deze recensie nep is, met name omdat zij geen computers van het merk Asus verkoopt. Google heeft echter, door het overleggen van screenshots van de website van [eiseres] voldoende aannemelijk gemaakt dat [eiseres] , in elk geval in het verleden, wel computers van het merk Asus heeft verkocht. Ook de omstandigheid dat [eiseres] , zoals zij stelt, geen namen in haar klantenbestand heeft aangetroffen die overeenkomen met deze ‘recensent’ is onvoldoende om aan te nemen dat het hier om een neprecensie gaat. Google heeft terecht aangevoerd dat er meer nodig is om dat aan te tonen, aangezien het niet op voorhand onrechtmatig is als betrokkenen een recensie plaatsen onder pseudoniem. Vooralsnog heeft [eiseres] tegenover de betwisting daarvan door Google onvoldoende geconcretiseerd op grond waarvan de recensie als ‘nep’ moet worden aangemerkt. Van evidente onrechtmatigheid op deze gronden is dan ook geen sprake.

4.7. Ook de omstandigheid dat de recensent zich in negatieve bewoordingen – ‘vuile oplichter’ – over [eiseres] heeft uitgelaten, is niet op voorhand onmiskenbaar onrechtmatig jegens haar. Aan [eiseres] kan worden toegegeven dat dergelijk taalgebruik kwetsend kan overkomen. Gezien de context van deze uitlating en de omstandigheid dat voor inperking van de uitingsvrijheid de lat hoog ligt, is het echter in dit geval niet op voorhand duidelijk dat deze uitlating de grenzen van het toelaatbare overschrijdt. Google heeft in dit verband erop gewezen dat de consument de vrijheid moet hebben om ook negatieve ervaringen met bedrijven te delen en dat [eiseres] op bijna elke negatieve recensie heeft reageert met de stelling dat deze nep is, ook als daarvoor geen duidelijke aanwijzingen bestaan. Niet ondenkbaar is dat het tweede deel van de tekst met de toevoeging ‘vuile oplichter’ daarop een reactie was. Onder de hiervoor geschetste omstandigheden bestaat voorshands onvoldoende basis om Google enkel vanwege dit taalgebruik, hoe onaangenaam ook, te verplichten om tot verwijdering van deze review over te gaan. Op basis van haar eigen richtlijnen kan Google zelfstandig beslissen dergelijke uitlatingen te verwijderen.