Towards more effective en consistent data protection across the EU
However, let me say very clearly that I consider the proposal for a General Data Protection Regulation as “a huge step forward” towards a more effective and consistent protection of personal data across the EU, but that there is also a need for clarification and improvement on a number of important details.
For further information on both, I would like to refer to the substantial Opinion of the EDPS on the data reform package, submitted on 7 March 2012, and available on our website, with other relevant documentation. This also includes an Opinion of the Article 29 Working Party adopted on 23 March 2012.
Drivers of EU Review
Continuity and change
General scope
User control
Responsibility
Supervision and enforcement
Global Privacy
Final remarks
Brief tot uitnodiging is een besluit
ABRvS 13 juni 2012, LJN BW8137 (appellanten tegen Stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen)Inzagerecht. Privacy. Algemeen bestuursrecht.
Verzoek tot afschrift van dossiers, stukken en schoolinformatie over zoon van appellanten (ex. artikel 35 Wbp). De brief van de rector waarin appellanten worden uitgenodigd, is een besluit in de zin van de Awb. Het is een uitnodiging en een verwijzing klaarblijkelijk met het doel vast te stellen waarvan afschrift wordt verzocht.
Bij brief van 16 maart 2010 heeft [appellant] het Praedinius Gymnasium te Groningen verzocht afschriften te verstrekken van alle complete dossiers, schoolrapporten, het schoolreglement, alle stukken met betrekking tot de medezeggenschapsraad (hierna: de MR) en schoolinformatie met betrekking tot zijn [zoon].
[appellant] betoogt dat de rechtbank de informatieve brief van de rector van 27 april 2010 ten onrechte als een besluit in de zin van de Awb heeft aangemerkt. Het is een uitnodiging en een verwijzing klaarblijkelijk met het doel vast te stellen waarvan afschrift wordt verzocht. Ook ontbreekt de wettelijk verplichte rechtsmiddelenverwijzing en is de brief ondertekend met de woorden "met vriendelijke groet", waardoor [appellant] mocht menen dat deze brief dan ook geen besluit was, aldus [appellant]. Volgens hem houdt de brief mededelingen van feitelijke handelingen in en is deze niet op rechtsgevolg gericht.
2.6.1. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat de brief van 27 april 2010 een besluit is op het verzoek van [appellant] van 16 maart 2010. De stichting heeft er terecht op gewezen dat in de brief van 27 april 2010 puntsgewijs is gereageerd op de verschillende gegevens waarom [appellant] heeft gevraagd. Zoals hiervoor is overwogen, diende het verzoek gelet op de bewoordingen te worden opgevat als gedaan ingevolge artikel 35 van de Wbp. Deze wet verplicht niet tot het verstrekken van afschriften van de beschikbare gegevens. De Afdeling deelt daarom het oordeel van de rechtbank dat met het bieden bij brief van 27 april 2010 van de mogelijkheid tot inzage in het schooldossier de rector namens de stichting op de aanvraag van [appellant] heeft beslist. Het al dan niet opnemen van de verplichte rechtsmiddelenverwijzing en de wijze van ondertekening is voor het antwoord op de vraag of de stichting op 27 april 2010 een besluit in de zin van de Awb heeft genomen niet doorslaggevend.
2.6.2. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het beslissen op de aanvraag van [appellant] betekent dat geen beroep meer kon worden ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Daarom heeft de rechtbank het beroep van [appellant] als bedoeld in artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb terecht niet-ontvankelijk verklaard en doorgezonden naar de stichting ter behandeling als bezwaar.
Op andere blogs:
Dirkzwagerieit (Raad van State: aan inzage recht Wbp voldaan door uitnodiging gesprek)
Enkel versturen van nieuwsbrief is geen levering van software
Sector kanton Rechtbank 's-Hertogenbosch 7 juni 2012, LJN BW8396 (Vastgoed Service Center B.V.)
In het tussenvonnis is eiseres in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat een bepaald computerprogramma aan gedaagde was geleverd. Zij heeft hiertoe stukken in het geding gebracht waaruit naar eigen zeggen blijkt dat gedaagde haar nieuwsbrief ontving, dat in die nieuwsbrief op 9 maart 2010 stond vermeld hoe het computerprogramma moet worden geïnstalleerd en dat de nieuwsbrief van 29 maart 2010 slechts bestemd was voor gebruikers van het computerprogramma. Tevens zou het uitleg bevatten over hoe het programma moet worden gebruikt.
Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de stukken niet zonder meer dat gedaagde de nieuwsbrieven ook daadwerkelijk heeft ontvangen. Het enkele versturen van die nieuwsbrieven levert geen levering van het computerprogramma op.
Ingevolge artikel 2 Auteurswet juncto artikel 3:96 BW dienen zulke zaken te worden geleverd door een daartoe bestemde akte. De enkele vermelding van de wijze waarop een computerprogramma kan worden geïnstalleerd in een nieuwsbrief kan niet worden gekwalificeerd als een dergelijke leveringsakte. De vordering (tot betaling voor het computerprogramma) wordt afgewezen.
Niche-advocatenkantoor time.lex 5 jaar
Uit't persbericht: time.lex, het grootste Belgische niche-advocatenkantoor in zijn sector bestaat 5 jaar en breidt nog verder uit.
time.lex is gespecialiseerd in telecommunicatie, IT/IP, media en e-business. In nauwelijks 5 jaar groeide time.lex uit tot het grootste onafhankelijke Belgische niche-kantoor in zijn sector, met een bijzondere nadruk op privacybescherming, begeleiding van IT-projecten en contracten, handhaving van intellectuele eigendomsrechten en media. In al deze materies gaat bijzondere aandacht naar de uitdagingen van de steeds toenemende digitalisering van het zakenleven.
Het kantoor heeft vestigingen in Brussel, sinds kort ook in Kortrijk, en telt momenteel een 20-tal specialisten, allen met achtergrond in grote kantoren en bedrijven. Via een van de oprichters, Prof. Jos Dumortier, is er een nauwe samenwerking met het Interdisciplinair Centrum voor Recht en ICT van de KU Leuven.
Die duidelijke focus geeft het kantoor alles om in te spelen op de echte noden van de markt: een ruime expertise in alle domeinen van het recht, concrete en praktische oplossingen voor de focusdomeinen van het kantoor en een kennis die altijd up-to-date is. Het nichekantoor werkt bovendien kostenefficiënter dan een klassiek georganiseerd internationaal kantoor. Hierdoor vinden cliënten er gespecialiseerde en praktijkgerichte dienstverlening aan haalbare tarieven.
Zo geeft time.lex strategische en operationele juridische ondersteuning aan een nationaal en internationaal cliënteel van multinationals, start-ups, en overheidsdiensten van lokaal tot Europees niveau. Een netwerk van buitenlandse specialisten geeft time.lex bovendien toegang tot lokale expertise in heel Europa en daarbuiten.
Opinion article 29 Cookie Consent Exemption
Artikel 29 data protection working party, Opinion 04/2012 on Cookie Consent Exemption, 00879/12/EN, 7 juni 2012.
In een recente opinie heeft de artikel29-werkgroep een opinie aangenomen inzake de vrijstelling van toestemming voor cookies, zij eindigt met de woorden:
Ultimately, to decide if a cookie is exempt from the principle of informed consent it is important to verify carefully if it fulfils one of the two exemption criteria defined in Article 5.3 of Directive 2009/136/EC. After a careful examination, if substantial doubts remain on whether or not an exemption criterion applies, website operators should closely examine if there is not in practice an opportunity to gain consent from users in a simple unobtrusive way, thus avoiding any legal uncertainty.
Website: Artikel 29 werkgroep
[] lanceert haar nieuwe website
Uit het persbericht: [deJuristen], een juridisch nichekantoor gespecialiseerd in ICT-recht & intellectuele eigendom, kondigt de lancering van haar nieuwe website aan. Met die website wil zij een lans breken voor een moderner recht, ofwel een ‘recht 2.0’. Uit onderzoek bij haar cliënten bleek dat vooral onbegrip over de juridische wereld de grootste ergernis was, en bijdroeg tot het kwalijke imago van de juridische sector. Video bleek de oplossing. Website [red: deJuristen]
“Door korte stukjes per onderdeel te gebruiken, zijn we er in geslaagd om meer duidelijkheid te bieden aan de bezoeker”, zegt Matthias Dobbelaere, partner bij [red: deJuristen]. “Die duidelijkheid was broodnodig, gezien rechtzoekenden al te vaak tegen de muren van een moeilijk jargon oplopen.” Het extensief gebruik van video ter uitlegging is nog niet eerder gezien in Europa, tenminste in de juridische sector. “De video’s zijn absoluut geen ‘gadget’ of loutere aandachtstrekker, maar wel een overtuigde, bewuste keuze om klaarheid te brengen en de bezoeker weldegelijk iets bij te brengen”, vervolgt Dobbelaere. ”Ook het taalgebruik en de schrijfstijl werden geoptimaliseerd om de toegankelijkheid te vergroten. “ In 2012 daalde het vertrouwen in de juridische sector van 69% tot 60% (bron). Een zorgwekkende, en consistente trend. Nochtans dient recht juist een nuttig instrument te zijn.
Elektronisch identificatie ontwerpverordening
Deze verordening is door de Commissie aangenomen op 4 juni 2012 en zal door de co-decisieprocedure worden geleid.
Both elements of the Regulation – e-ID and eSignatures - will create a predictable regulatory environment to enable secure and seamless electronic interactions between businesses, citizens and public authorities. This will increase the effectiveness of public and private online services, eBusiness and electronic commerce in the EU.
The approach to eSignatures, which builds on the current eSignature Directive (Directive 1999/93/EC), has brought a degree of harmonisation to practices across Europe. All countries in the EU have legal frameworks for eSignatures, however these diverge and make it de facto impossible to conduct cross border electronic transactions. The same holds true for trust services like time stamping, electronic seals and delivery, and website authentication, which lack European interoperability. Therefore, this Regulation proposes common rules and practices for these services.
For e-ID the Regulation provides for the legal certainty by the mutual recognition and acceptance principle in which Member States accept national e-IDs which have been officially notified to the Commission. It is not obligatory for Member States to register their national eIDs, but the Commission hopes that many Member States will chose to do this.
The Commission and EU Member States have proven that cross border mutual recognition of eIdentification works, through the STORK project involving 17 Member States.
Today's draft Regulation is the last of 12 key actions proposed in the Single Market Act (see IP/11/469). These proposals are also flagged in the eGovernment Action Plan 2011-2015 (see IP/10/1718) and the EU's Roadmap to Stability and Growth (see IP/11/1180); and Digital Agenda for Europe (see IP/10/581, MEMO/10/199 and MEMO/10/200).
Personalia: Thera Adam-Van Straaten
Uit't persbericht: De sectie Intellectueel Eigendom & ICT van het Rotterdamse advocatenkantoor Kneppelhout & Korthals wordt uitgebreid door de komst van Thera Adam- Van Straaten.
Thera Adam- Van Straaten heeft in de afgelopen 14 jaar een brede adviespraktijk opgebouwd in het IE en reclamerecht en heeft daarnaast ruime ervaring in de procespraktijk. Sectiehoofd Olaf van Haperen: “We zijn bijzonder blij met de komst van Thera. Het is altijd prettig als goede juristen je team komen versterken, en met Thera erbij is onze positie beduidend sterker geworden. We zijn vooral blij met haar komst vanwege haar expertise in het reclamerecht en merkrecht. Zij vormt een belangrijke pijler voor ons middellange termijn doel, de IE sectie van Rotterdam en omstreken worden“
Thera Adam- Van Straaten studeerde eerst een jaar aan de Oxford Polytechnic waarna zij aan de Rijksuniversiteit Utrecht haar studie rechten voltooide. Zij werkt sinds 2001 als advocaat en heeft in 2007 een jaar als bedrijfsjurist bij Unilever gewerkt. Zij specialiseerde zich direct in het intellectuele eigendomsrecht en later in het reclamerecht en voedingsclaims.
Zij zal zich richten op procederen en adviseren op het gebied van het intellectueel eigendomrecht, het reclamerecht, met name op het gebied van de marketing van fast moving consumer goods. Thera Adam: “Bij dit puur Rotterdamse kantoor krijgt de IE /ICT sectie alle ruimte. Dit full service kantoor, dat het belangrijkste kantoor van de regio wenst te worden, biedt mij een enorme uitdaging waar ik mijn ambitie, kennis en netwerk volledig kan benutten.”
Thera Adam- Van Straaten is Vice-voorzitter van de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht (BMM) en is daarnaast internationaal actief o.a. via de Marques en ECTA (European Communities Trade Mark Association). Zij zit in de Raad van Bestuur van de Utrechtse vrouwelijke studentenvereniging UVSV/NVVSU (1350 leden). Daarnaast heeft zij gepubliceerd in het BMM Bulletin, het Journaal Warenwet. In 2002 heeft zij de Grotius opleiding Benelux, Europees en Internationaal Merkenrecht met succes afgerond.
Verstrekken inkomensgegevens aan verhuurder door Belastingdienst in strijd met wet
De verstrekking van inkomensgegevens van huurders aan woningverhuurders door de Belastingdienst was in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Dit is de conclusie van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) dat de staatssecretaris van Financiën hiervan in een brief op de hoogte heeft gesteld. De Belastingdienst verstrekte informatie over het feit of het huishoudinkomen al dan niet meer bedroeg dan € 43.000. De gegevensverstrekking liep vooruit op een wetsvoorstel dat huurverhoging op grond van inkomen mogelijk maakt in het kader van de zogeheten ‘aanpak scheefwonen’
Belangen en beletselen in de SGOA-mediation
Zal helaas niet doorgaan, uitgesteld
In deze training staat centraal het functioneren van de mediator in de SGOA mediations, waar zakelijke belangen de focus van het conflict lijken te zijn. Soms is in de mediation een effectief zakelijk discours ver te zoeken… Hoe kan de mediator preventief of reactief bijdragen aan een effectief onderhandelingsklimaat en hoe kan de mediator (interne of externe) blokkades voor effectief onderhandelen aanpakken.
Inschrijven: email
Waar BCN, Daltonlaan 100, 3584 BJ Utrecht. (routebeschrijving)
Wanneer 13 juni 2012 15.30 – 18.30
Prijs: € 350,00 p.p. excl. BTW
Inclusief: koffie, thee en een borrel
Ordepunten: Er zijn door het NMI drie PE punten toegekend aan deze training. NoVa punten dienen door u individueel te worden aangevraagd.
Programma
15.00 – 15.30 ontvangst en koffie
15.30 – 16.30 inleiding:
belangen en beletselen in de zakelijke mediation
structureren van de zakelijke mediation
procedurele rechtvaardigheid en effectief interveniëren
16.30 – 16.45 koffie of theepauze
17.00 – 18.30 praktijkvoorbeelden en oefeningen aan de hand van casus uit de mediationpraktijk van de SGOA.