Chr.A. Alberdingk Thijm, 'Downloadverbod: back to the future', NJB 2011/17 (forthcoming)
Met dank aan Christiaan Alberdhingk Thijm, SOLV.
Op 11 april 2011 heeft staatssecretaris van Justitie Fred Teeven zijn langverwachte speerpuntenbrief over het auteursrecht naar de Tweede Kamer gestuurd. Kern van het beleid van Teeven is dat het auteursrecht innovatie moet stimuleren, niet belemmeren. Van de vier speerpunten heeft er één voor de nodige beroering gezorgd: het voornemen om het downloaden uit ‘evident illegale bron’ te verbieden.
Door de komst van het internet en de ontwikkeling van allerhande computerprogramma’s kunnen consumenten thuis muziek, films en ander auteursrechtelijk beschermd materiaal vanaf hun eigen computer via internet aanbieden (‘uploaden’) of ophalen (‘downloaden’). Op dit moment worden deze handelingen auteursrechtelijk verschillend beoordeeld. Het uploaden wordt gekwalificeerd als een openbaarmaking die onder het exclusieve verbodsrecht valt. Dit is dus zonder toestemming van de rechthebbende niet toegestaan. Ten aanzien van het downloaden bestaat echter een uitzondering op het verveelvoudigingsrecht, het andere auteursrechtelijke verbodsrecht. Op grond van artikel 16c van de Auteurswet (Aw) is dit onder voorwaarden geoorloofd. Deze uitzondering geldt ook, zo heeft de minister van Justitie bij herhaling gezegd, als het downloaden uit illegale bron geschiedt, dat wil zeggen, wanneer voor de aan het downloaden voorafgaande openbaarmaking via het internet geen toestemming van de rechthebbende is verkregen.
Voor wie de achtergrond van artikel 16c Aw niet kent, moet het onderscheid tussen het uploaden en het downloaden door consumenten gekunsteld overkomen. De thuiskopie-exceptie, zoals de uitzondering wel wordt genoemd, vindt zijn oorsprong in technologische ontwikkelingen medio vorige eeuw. Toen deed de magnetofoon zijn intrede, het apparaat dat wij later een cassetterecorder zijn gaan noemen. De consument kon daarmee vanuit de beslotenheid van zijn woning auteursrechtelijk beschermde handelingen verrichten. Eerder beschikte de consument niet over de middelen om dit te doen en speelde hij dus geen rol van betekenis bij de exploitatie van beschermd materiaal.
Toen in Duitsland auteursrechtenorganisatie GEMA het verbodsrecht bij consumenten wilde gaan handhaven, oordeelde het Bundesgerichtshof dat de daarvoor noodzakelijke huiselijke controle van eigenaren van de magnetofoon in strijd zou zijn met, kort gezegd, hun persoonlijke levenssfeer. Een oplossing werd gevonden in thuiskopieregelingen: consumenten mogen thuiskopiëren, mits een vergoeding daarvoor wordt betaald. Die vergoeding wordt doorgaans geïnd door middel van een toeslag op blanco dragers waarop wordt gekopieerd. Vroeger waren dat cassette- en videobanden; tegenwoordig lege cd’s en dvd’s.
Met de introductie van het verbod op downloaden uit ‘evident illegale bron’ wil Teeven ook een einde maken aan het vergoedingenregime. De opslag die nog van toepassing is op een aantal blanco dragers komt dus te vervallen. Tegelijkertijd spreekt de staatssecretaris de wens uit dat rechthebbenden geen gebruik zullen maken van het verbodsrecht door consumenten die ‘op beperkte schaal bestanden up- en downloaden’ aan te spreken. De handhaving bij consumenten is volgens Teeven niet effectief en creëert rechtsongelijkheid ‘nu niet iedereen kan worden aangesproken’.
De staatssecretaris wil dus een verbodsrecht introduceren waarvan hij hoopt dat geen gebruik wordt gemaakt. De staatssecretaris verwacht dat rechthebbenden hun pijlen met name richten op partijen die het up- en downloaden faciliteren en bevorderen. Teeven beoogt de jurisprudentie die op dit terrein bestaat, gebaseerd op het leerstuk van onrechtmatige daad, te codificeren. Daarnaast moet de mogelijkheid worden geïntroduceerd de toegang van Nederlandse consumenten tot ‘illegale websites’ in het buitenland te blokkeren. Dergelijke blokkades zullen moeten worden uitgevoerd door internetproviders.
In vergelijking met de situatie medio vorige eeuw, kiest de staatssecretaris er dus voor om de producenten van de magnetofoon en de verkopers van het apparaat aansprakelijk te maken. Gelet op de historie van de thuiskopieregeling is de wens van Teeven dat geen gebruik wordt gemaakt van het verbodsrecht geen vreemde. Ook bij het controleren van de activiteiten van internetgebruikers komt het recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer snel in het gedrang.
Een andere keuze was ook mogelijk geweest. In plaats van de regeling af te schaffen, had Teeven ervoor kunnen kiezen de regeling uit te breiden. Hij had kunnen pleiten voor een vergoedingsrecht voor consumenten die ‘op beperkte schaal bestanden uploaden’. Het gevolg zou zijn dat rechthebbenden ook betaling zouden ontvangen voor handelingen die op dit moment niet effectief te bestrijden zijn. Daar zouden zowel consumenten als rechthebbenden profijt van hebben. Eén ding is zeker: het model van Teeven bevordert niet de innovatie. Het verleggen van de aansprakelijkheid van consumenten naar partijen die betrokken zijn bij de illegale handelingen, zal een verstikkende werking hebben.
OPTA beboet mobieltjesspammer via sms-shortcodes
OPTA heeft in april 2011 aan Abor Creative C.V. en diens gevolmachtigde boetes van in totaal 550.000 euro opgelegd voor het overtreden van het spamverbod. Het betrof het verzenden van schermafbeeldingen voor mobieltjes. Abor Creative heeft ongevraagde SMS-berichten verzonden met een commercieel doel zonder dat ontvangers vooraf toestemmen hadden gegeven. Ook ontbrak in de SMS-berichten een geldige afmeldmogelijkheid. Voor de SMS-berichten werden de shortcodes 3311, 4747 en 6363 gebruikt.
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot oplegging van een boete ter zake van overtreding van artikel 11.7, eerste lid, en 11.7, derde lid, aanhef en onder b, van de Telecommunicatiewet (spamverbod).
Lees het besluit hier (pdf) en verder hier (link, link en link)
Onduidelijk privacy beleid van mobiele apparaten
Met dank aan Wouter Dammers, SOLV. Dagblad De Pers bericht vandaag over de onduidelijkheid van privacyvoorwaarden van bedrijven als Facebook, Google en Apple. Dit naar aanleiding van de recente berichten over de opslag van locatiedata door de Apple iPhone en Google Android telefoons en de (vermeende) verkoop van data door TomTom, dat heeft gezorgd voor een licentiewijziging. Stuk voor stuk betreffen dit voorbeelden van hoe jouw persoonsgegevens gebruikt kunnen worden, zonder dat je je daar bewust van bent, of hoe het mis kan gaan met jouw (persoons)gegevens. Het artikel in De Pers geeft aan dat je als gebruiker van de diensten van deze bedrijven vaak (onbewust) akkoord hebt gegeven voor de opslag van jouw locatiedata, of dat het bedrijf jouw persoonsgegevens mag delen met derden...
In het artikel in De Pers leg ik uit dat de gebruiks- en privacy voorwaarden van deze bedrijven aan duidelijkheid te wensen over laat. Natuurlijk gaat de gemiddelde gebruiker deze voorwaarden niet stuk voor stuk doorlezen. Het betreffen meestal lange, lastige juridische documenten, waar het aan duidelijkheid te wensen over laat. Vaak wordt ook nog eens in het ene document verwezen naar een ander document, welke vervolgens weer verwijst naar een ander document. Door de spreekwoordelijke bomen zie je het bos niet meer.
Gelukkig heeft ook de Europese wetgever in de gaten dat "gewone mensentaal" veel meer duidelijkheid geeft aan de betrokkene - degene waar het om draait bij de verwerking van persoonsgegevens. Europa heeft, onder meer om deze reden, aangegeven om de huidige Privacy richtlijn - de richtlijn waarop onze Wet bescherming persoonsgegevens is gebaseerd - te herzien.
Een van de speerpunten bij die herziening is dat er meer duidelijkheid en transparantie moet komen voor de betrokkene (lees: de gebruiker).
Transparantie vormt een basisvoorwaarden, willen individuen controle kunnen uitoefenen over hun eigen gegevens en zich van een effectieve bescherming van hun persoonsgegevens kunnen verzekeren. Daarom is het van wezenlijk belang dat individuen door degenen die voor de verwerking verantwoordelijk zijn goed en duidelijk, op een transparante wijze, worden geïnformeerd over hoe en door wie hun gegevens worden verzameld en verwerkt, voor welke doeleinden, gedurende welke periode en in hoeverre zij het recht hebben hun gegevens in te zien, te corrigeren of te wissen.,
aldus een mededeling van de Europese Commissie. De huidige bepalingen die op de informatieverplichting voorzien, zouden niet meer volstaan:
Transparantie vereist in essentie dat de informatie vlot toegankelijk en gemakkelijk te begrijpen is en dat duidelijke en eenvoudige taal wordt gebruikt. Dit is in het bijzonder relevant in een online-omgeving, waarin privacyverklaringen vaak onduidelijk, moeilijk te vinden, ondoorzichtig en niet steeds conform de bestaande voorschriften zijn. Waar dit met name het geval zou kunnen zijn, is bij online "behavioural advertising" (gerichte reclame op basis van het surfgedrag). Zowel het grote aantal spelers dat zich ermee bezighoudt als de technologische complexiteit van deze praktijk maken dat het voor een individu moeilijk is te weten en te begrijpen of, door wie en met welk doel persoonsgegevens worden verzameld."
De Commissie overweegt bijvoorbeeld om een of meer EU-standaardformulieren (privacyverklaringen) op te stellen die door de voor de verwerking van gegevens verantwoordelijken moeten worden gebruikt. Een privacybijsluiter in normale mensentaal dus. Wat dat betreft is dat alleen maar aan te moedigen. Maar of het de situaties als in de inleiding van deze blog genoemd zal voorkomen durf ik te betwisten. Privacy by Design, een van de andere speerpunten van de herziening van de privacy richtlijn, zal in mijn optiek meer resultaat hebben in deze gevallen. Zo was het een 'foutje' van Apple dat de locatiedata werden opgeslagen. Iets wat met een software update gecorrigeerd zal worden.
Het staat bedrijven natuurlijk vrij om verder te gaan dan enkel een privacybijsluiter. Het is alleen maar aan te moedigen om met duidelijke grafische of audiovisuele uitleg aan te geven welke persoonsgegevens voor welke doeleinden worden gebruikt. Maar mijns inziens zou dit geen verplichting moeten zijn: Een duidelijke privacy verklaring - in combinatie met privacy by design - kan in mijn optiek volstaan.
Bron afbeelding: Onder CC BY-ND 2.0 licentie https://geekandpoke.typepad.com/geekandpoke/2006/11/googles_privacy.html
Update Inbeslagname servers bij BREIN: schikking 2
In navolging van IT 240 en IT 335 Inmiddels is het hostingbedrijf Alejandra transporte S.A. over de kop en zag de eigenaar geen andere uitweg dan een schikking. Het bedrijfje, in Costa Rica gevestigd, werd door Stichting BREIN beschuldigd de topsite SWAN te hosten. Een topsite wordt gebruikt om warez te verspreiden, op te slaan en archiveren.
Onderdeel van de schikking is, anders dan eerder door BREIN bericht, dat vier van de acht servers worden gewist. Of daar onrechtmatige content op staat/stond, weet de hostingprovider niet. Stichting Brein houdt vol dat er illegale content op de servers staat", zegt Antic. Het is echter onduidelijk hoe Brein daarachter is gekomen zonder de servers inhoudelijk te bekijken, zoals het altijd heeft volgehouden. Verder is er door BREIN een geldbedrag betaald, voor gemaakte (on)kosten, desondanks is de kleine hostingprovider over de kop gegaan.
Op tweakers staat in een "BREIN update" vermeld dat AlTransa niet zou bestaan. "Dit is onzin" aldus Advocaat Milica Antic: "er zijn genoeg bewijzen overlegd dat het bedrijf activiteit ondernam en bestond". Op dit moment lijkt het een overwinning voor BREIN, slechts vanwege gebrek aan financiën bij het buitenlandse hostingbedrijfje.
Privacyproblemen bij telefoons van Apple, Google en Microsoft.
Vorige week werd bekend dat Apple en Google locatiegegevens opslaan op hun mobiele telefoons. Zonder toestemming van de gebruiker worden tijdstippen en locaties opgeslagen op Iphone en Android telefoons. Deze gegevens zijn niet beveiligd. Intussen blijkt ook Microsoft gebruik te maken van dergelijke locatie verzameling.
Apple heeft het recht deze gegevens te verzamelen en verkopen aan derde partijen blijkt uit de privacyvoorwaarden die het vorig jaar heeft ingevoerd. Google zegt dat gebruikers wel expliciet om toestemming wordt gevraagd om gebruik van de locatiegegevens, zodat Google hen een betere gebruikservaring kan leveren. Beide partijen stellen dat deze gegevens worden geanonimiseerd dus niet te herleiden zijn naar de gebruiker.
Intussen zijn in de Verenigde Staten al twee rechtszaken tegen Apple hierover aangespannen. Deze consumenten klagen over misleiding en fraude en eisen de optie om locatiediensten uit te schakelen.
Lees meer hierover op webwereld.nl (link)
Algemene voorwaarden vaak ten nadele van de consument
Het tijdschrift Bright publiceerde afgelopen vrijdag een onderzoek naar de gebruikersvoorwaarden van enkele bedrijven zoals o.a. Apple, eBay, Facebook, Flickr, Google, Marktplaats en Skype. Hieruit blijkt dat de voorwaarden regelmatig herschreven worden, vaak ten nadele van de consument. Bright stelt dat de voorwaarden in moeilijke juridische taal worden opgeschreven en dat daarom niet duidelijk is wat ze precies inhouden. Bright concludeert kortweg dat door ondertekening van de voorwaarden, de gebruiker afstand doet van al zijn rechten en veel verplichtingen krijgt.
Hierbij de voornaamste conclusies uit het rapport.
1. De voorwaarden worden regelmatig aangepast zonder de gebruiker hierover in te lichten.
2. De aansprakelijkheid van de diensten zelf wordt zoveel mogelijk beperkt.
3. Gekochte applicaties zijn geen eigendom van de gebruiker, deze koopt alleen een licentie voor gebruik, welke kan worden ingetrokken en niet kan worden overgedragen.
4. Garantiemogelijkheden zijn zeer beperkt en er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het koppelen en dataminen van persoonlijke gegevens.
5. Ook wordt privé informatie van gebruikers wordt zonder expliciete toestemming van de gebruiker gebruikt voor financieel gewin en doorgespeeld naar derde partijen waardoor het niet meer controleerbaar is voor de gebruiker.
6. Verder worden vaak de (intellectuele) eigendomsrechten van foto's en video's die de gebruiker uploadt naar de diensten overgeheveld.
Update Inbeslagname servers bij BREIN: schikking
In navolging van IT 240.
De betrokken partijen hebben een regeling getroffen die het conflict over de Swan servers beëindigt. Het laatste aanbod van BREIN is geaccepteerd door de eigenaar van de servers waarop Swan draaide. In het kader daarvan wordt alle illegale content van de servers gewist. De schone servers worden weer ter beschikking gesteld aan de eigenaar die een onthoudingsverklaring met dwangsom ondertekent. Tevens geeft de eigenaar alle hem beschikbare gegevens omtrent Swan aan BREIN af. Hij onderneemt geen actie tegen BREIN of Worldstream. BREIN betaalt de kosten van de actie en ziet af van schadevergoeding. Er wordt over en weer geen aangifte gedaan. Momenteel ligt er enkel nog beslag van BREIN op de servers. Dat beslag werd onlangs verlengd.
Zie ook hier (website van BREIN)
Cloudhosting en escrow regelingen
Met dank aan Sander Remans, Escrow Alliance B.V. Sinds donderdag verschenen berichten in diverse media over de storing bij de Cloudhosting dienst van Amazon (o.a. tweakers en webwereld). In een webwereld opinie wordt door Andreas Udo de Haes zelfs gesproken over "cloudklunzen". Door de storing in een aantal van Amazon's hosting-centra zijn data en bijbehorende applicatie niet beschikbaar. Er is een angst ontstaan dat bij de uitval van de Cloudhosting leverancier er een totaal verlies van data en applicatie ontstaat. Een bedrijf kan zich beschermen tegen uitval van ICT infrastructuur, ook van cloud-omgevingen.
Een escrowregeling, met name een die specifieke eigenschappen van Cloudhosting in overweging neemt, voorkomt de paniek die bij een aantal bedrijven is opgetreden. In de escrowregeling worden vanuit historisch perspectief de broncode en de objectcode, en nu ook de onlosmakelijk verbonden database, de infrastructuur, het ecosysteem van relaties rondom de applicatie, de onderliggende contracten en de SLA’s.
Ook Wanda van Kerkvoorden heeft al eerder hier (IT 289) betoogd:
Als het internet “eruit ligt”, dan ligt het bedrijf stil en een back-up kan bijvoorbeeld het bedrijf een stap terug moeten laten zetten. Het is dus goed om hierover heldere afspraken te maken met de aanbieder, of juist situaties goed af te dekken als aanbieder van zulke diensten.
Door de juiste inzet van een escrowregeling worden bedrijfskritische applicaties en datasets beschermd.
Reclamebranche wil privacy individu zelf reguleren - cookies-uitleg-site
Parallelle publicatie reclameboek RB 838 De internetindustrie heeft haar gedragscode voor online reclame 20 april j.l. in een petitie officieel aangeboden aan de Tweede Kamer. Hiermee is de gedragscode openbaar gemaakt. De zelfregulering is gericht op het aan banden leggen van online reclame op basis van surfgedrag.
De gedragscode is aangenomen door de Europese Stichting Reclame Code (EASA). De gedragscode zal volgens Marketingtribune z.s.m. worden ingediend bij de Nederlandse Stichting Reclame Code, op grond waarvan de RCC bevoegd zal zijn te oordelen over klachten m.b.t. de gedragscode. Bijzonder is de lancering van een gebruikerswebsite youronlinechoices waar gebruikers in toegankelijke taal uitleg krijgen over cookies, hoe werken, wat ze wel en niet kunnen en hoe de gebruiker daar zelf eenvoudig controle op kan uitoefenen.
Lees de IAB Europe Gedragscode voor Online Behavioural Advertising (OBA) hier (pdf) en hier (engelse pdf)