IT 4673
15 november 2024
Uitspraak

Autobedrijf moet passendheid e-mailbeveiliging aantonen na frauduleuze betaalinstructie door hacking

 
IT 4672
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IT 4670
14 november 2024
Uitspraak

Uitingsvrijheid hoeft niet te worden beperkt ten behoeve van privacybescherming

 
IT 713

Rechtvaardiging voor de vermoedens

Vzr. Rechtbank 's-Hertogenbosch 12 maart 2012, LJN BV9148 (Chronos BTH B.V. tegen Votech c.s.)

Eerder gepubliceerd op IE-Forum nr.  11036. Auteursrecht op software van verpakkingssystemen. Rechtmatig belang bij gewenste inzage. Chronos ontwikkelt en produceert industriële verpakkings-, en palletverpakkingssystemen. Zij gebruikt daarvoor een besturingsprogramma, de zogenaamde Programmable Logic Controller. X, Y en Z hadden een fulltime dienstverband bij Chronos en zijn in april 2011 het bedrijf Votech gestart, die soortgelijke diensten aanbiedt. Er is conservatoir bewijsbeslag gelegd.

In hoeverre Chronos een rechtmatig belang heeft bij de door haar gewenste inzage hangt samen met de vraag in hoeverre de stelling van Chronos aannemelijk is dat Votech c.s. zich schuldig hebben gemaakt aan het zonder toestemming (digitaal) kopiëren van gegevens afkomstig van Chronos. Uit een overgelegd onderzoeksrapport volgt dat de ten tijde van het dienstverband gekopieerde gegevens in ieder geval aanleiding tot twijfel geven omtrent het gebruik van die gegevens (thuis de orders nader bekijken). Omdat Votech in een relatief korte tijd een aanzienlijk aantal orders van voormalige Chronos-klanten heeft binnengesleept, is er naar voorlopig oordeel een rechtvaardiging voor de vermoedens van Chronos dat digitale bedrijfsgegevens zonder toestemming zijn gekopieerd en dat inzage wordt toegewezen.

Er wordt geen inzage gegeven in de besturingssoftware, noch in de klant(contact)gegevens. Er wordt ook geen dwangsom toegewezen, omdat de gegevens waarin Chronos inzage wenst te verkrijgen in beslag en in bewaring zijn genomen en Votech c.s. in zoverre geen invloed kan uitoefenen op de tenuitvoerlegging.

5.5 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan in deze omstandigheden, in combinatie met de inhoud van het rapport met Evidentium, een rechtvaardiging gevonden worden voor de vermoedens van Chronos dat Votech c.s. in digitale bedrijfsgegevens afkomstig van Chronos zonder haar toestemming hebben verveelvoudigd.
In hoeverre deze vermoedens terecht zijn, moet nog blijken aan de hand van (door Chronos) uit te voeren nader onderzoek, maar in dat verband wordt Chronos geacht voldoende belang te hebben bij inzage in de in beslag genomen en gekopieerde gegevens.

5.7. Onder de gegevens waarin Chronos inzage wenst te verkrijgen heeft zij genoemd de door Votech c.s. ontwikkelde/gebruikte systeembesturingssoftware. Dat gedeelte van de vordering wordt afgewezen. Inzage in deze egegevens zou naar het oordeel van de voorzieningenrechter Chronos in staat kunnen stellen kennis te nemen van voor de bedrijfsvoering van Votech B.V. vertrouwelijke informatie die geen verband houdt met Chronos en waarvan in dit stadium niet valt in te zien dat die een bijdrage zou leveren aan het door Chronos gewenste onderzoek naar de door haar gestelde auteursrecht-inbreuk.

5.8. Eveneens wordt afgewezen de door Chronos gevorderde inzage in bescheiden die bestaan uit, verwijzen naar of betrekking hebben op de in nr. 24 van de dagvaarding genoemde bedrijven die klant zijn van Chronos. Chronos wordt geacht onvoldoende belang te hebben bij dat gedeelte van de vordering. In het geval uit inzage mocht blijken dat Votech c.s. contact hebben met één of meer van die genoemde bedrijven zegt dit immers niets over de vraag of Votech c.s. inbreuk hebben gepleegd op de auteursrechten van Chronos.

5.9. Nu Chronos haar vordering dusdanig heeft ingekleed dat niet zij maar een derde ICT-deskundige rechtstreeks inzage in de door haar gevraagde gegevens krijgt staat een gewichtige reden waardoor van inzage zou moeten worden afgezien niet aan toewijzing van de vordering van Chronos in de weg.

Lees het vonnis hier (LJN / schone pdf)

IT 712

Persoonlijk onderzoek door verzekeraar

Rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad 4 mei 2011, LJN BV6594 (eiser tegen AEGON schadeverzekering N.V.)

Aegon was destijds de WAM verzekeraar van de achteropkomende auto en is door [eiser] aangesproken voor de door hem geleden schade. Aegon heeft aansprakelijkheid erkend en heeft vervolgens bureau Cunningham ingeschakeld voor de schadebehandeling. Partijen hebben geen buitengerechtelijke regeling getroffen ten aanzien van de schade.

Vraag of persoonlijk onderzoek door verzekeraar ongerechtvaardigde inbreuk is op recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer.

 

4.3.  De rechtbank overweegt als volgt. Aegon was bij haar beslissing tot het instellen van een persoonlijk onderzoek gebonden aan de hiervoor in rechtsoverweging 2.4 aangehaalde gedragscode. Onder de door Aegon geschetste omstandigheden acht de rechtbank het niet onbegrijpelijk dat Aegon destijds van mening was dat zij (nog) niet over voldoende informatie beschikte om een verantwoorde beslissing te nemen dan wel dat bij haar twijfel was ontstaan over de juistheid van de reeds naar voren gekomen feiten. De opvatting van [eiser] dat alleen een onderzoek kon worden ingesteld bij een vermoeden van fraude wordt niet door de tekst van de code ondersteund en is dan ook onjuist.

De vraag of [eiser] de schaderegelaar daadwerkelijk heeft bedreigd kan naar het oordeel van de rechtbank in het midden blijven, aangezien de rechtbank het voorstelbaar acht dat het door [eiser] geschetste scenario met de politiehonden op zijn minst bedreigend is overgekomen bij de schaderegelaar.

4.4. De rechtbank is op grond van bovenstaande overwegingen van oordeel dat voldoende gerechtvaardigde gronden aanwezig waren waarop Aegon, met inachtneming van de toepasselijke gedragscode, kon besluiten tot het instellen van een persoonlijk onderzoek jegens [eiser].

Aegon was destijds gebonden aan de "Gedragscode Persoonlijk Onderzoek" en voortvloeiend daaruit, en mede uit artikel 34 Wbp had AEGON eiser moeten informeren over en diende zij schriftelijke toestemming van eiser tot het instellen van een dergelijk persoonlijk onderzoek. Nu zij dit heeft nagelaten wordt de verklaring voor recht toegewezen en is zij schadeplichting. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van strijd met de zorgvuldigheidsnorm door de verzekeraar ex artikel 35 Wbp, omdat AEGON niet is aan te merken als verantwoordelijke in de zin van de Wbp.

4.9.  Aegon stelt dat zij gehandeld heeft conform de toepasselijke gedragscode en dat derhalve geen sprake kan zijn van schending van een zorgvuldigheidsnorm. Bovendien kan een verzoek aan een schaderegelaar niet worden aangemerkt als een verzoek zoals beschreven in artikel 35 lid 1 Wbp, zodat dit artikel toepassing mist. Volgens Aegon had [eiser] zijn verzoek aan de verantwoordelijke persoon -in de zin van de Wbp- binnen Aegon moeten richten.

 

 

IT 711

Vluchtgegevens opvragen, zoals klant dat zelf ook zou doen, mag

Hof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem 13 maart 2012, zaaknr. 200.078.395 (PR Aviation tegen Ryanair Ltd)

Uitspraak ingestuurd door Bas Le Poole en Bart Lukaszewicz, Houthoff Buruma en Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen en Antoon Quaedvlieg, Klos Morel Vos & Schaap.

In navolging van IE-Forum nr. 9013. Auteursrecht. Samenloop databankenrecht en geschriftenbescherming. (Geen) strijd met gebruikersvoorwaarden gebruiken van vluchtgegevens. Ryanair biedt goedkope vluchten in Europa aan. PR Aviation exploiteert de websites wegolo.com / .nl waarop vluchten en prijzen kunnen worden vergeleken, waaronder die vluchten die door Ryanair worden aangeboden. Het boeken geschiedt daarbij via PR Aviation die daarvoor bemiddelingskosten rekent. Met het zoek- en boeksysteem handelt PR Aviation in strijd met de gebruiksvoorwaarden van Ryanair. Ryanair vraagt een veroordeling op grond van het databankenrecht, auteursrecht op de webiste en vordert een verbod op 'screenscraping' en het bezoeken van de website voor commerciële doeleinden. De rechtbank volgt Ryanair in haar auteursrechtelijke, maar niet in de databankrechtelijke vordering. Het Hof oordeelt ander en vernietigt het vonnis en wijst de vorderingen van Ryanair af en veroordeelt haar in de kosten van beide instanties.

Bij een (tijdelijke) overname van vluchtgegevens, die ook via de website van Ryanair kan worden bekeken, is er sprake van normaal gebruik van de gegevensverzameling. Er worden per zoekopdracht van een klant vluchtgegevens opgevraagd, zoals de klant dat zelf ook zou doen als hij rechtstreeks gebruik zou maken van de Ryanair website. De overname geschiedt daarmee in overeenstemming met het eigenlijke doel van de openbare beschikbaarstelling, namelijk verschaffen van informatie aan consumenten en gebruik door consumenten voor het verrichten van een boeking. Ten slotte mag niet over het hoofd worden gezien dat PR Aviation met haar dienst Ryanair ook klanten bezorgt. Grieven inzake het citaatrecht ex 15a Auteursrecht en tijdelijk reproductierecht  ex 13a Auteurswet krijgen geen bespreking meer.

4.21 De verveelvoudiging die door PR Aviation wordt vervaardigd, bestaat eruit dat per zoekopdracht van een klant enkele vluchtgegevens van de website van Ryanair (tijdelijk) worden overgenomen (ervan uitgaande dat er een vlucht van Ryanair is die aan de zoekvraag van de klant beantwoordt), om deze gegevens in een overzicht aan de klant te tonen en, indien de klant ervoor kiest de geselecteerde vlucht via de website van PR Aviation te boeken, het boekingsproces verder te verlopen. Duidelijk is dat die verveelvoudiging noodzakelijk is om op deze wijze toegang tot de gegevensverzameling van Ryanair te hebben en daarvan gebruik te kunnen maken. Dat de gegevensverzameling via de website van Ryanair voor iedere gebruiker toegankelijk is, maakt niet dat de overname van gegevens door PR aviation met het hiervoor beschreven doel niet als noodzakelijk kan worden beschouwd. Daarbij weegt mee dat PR Aviation met de door haar aangeboden dienst gebruik maakt van normale mogelijkheden tot raadpleging van de gegevensverzameling en daarmee in een gerechtvaardigde behoefte van consumenten om goedkope aanbiedingen voor luchtvervoer te vinden voorziet.

4.22 Naar het oordeel van het hof is ten slotte ook sprake van normaal gebruik van de gegevensverzameling. Zoals hiervoor al vermeld, worden per zoekopdracht van een klante vluchtgegevens opgevraagd, zoals de klante dat zelf ook zou doen als hij rechtstreeks gebruik zou maken van de Ryanair website. PR Aviation stelt terecht dat de overname van gegevens daarbij geschiedt in overeenstemming met het eigenlijke doel van de openbare beschikbaarstelling van de gegevens door Ryaniair, namelijk het verschaffen van informatie over haar vluchten aan consumenten en het gebruik van die informatie door consumenten voor het verrichten van een boeking. Dat het gebruik door PR Aviation strijdig is met de beperkingen die Ryanair in haar gebruiksvoorwaarden stelt, doet daaraan niet af. Daarbij is nog van belang dat, zoals in 4.19 is overwogen, niet valt in te zien dat PR Aviation door dit gebruik de reputatie van Ryanair schaadt en/of Ryanair de mogelijkheid onthoudt om zelf aanvullende diensten te verkopen. Ten slotte mag niet over het hoofd worden gezien dat PR Aviation door haar informatie- en bemiddelingsdiensten potentiële reizigers op het aanbod van Ryanair wijst, boekingen faciliteert en daarmee Ryanair ook klanten bezorgt.

4.23 Het voorgaande leidt het hof tot de conclusie dat, ook als veronderstellenderwijs wordt aangenomen dat de door Ryanair openbaar gemaakte digitale informatie onder de geschriftenbescherming ex artikel 10 lid 1 Auteursrecht valt, PR Aviation met haar handelswijze geen inbreuk maakt op het alsdan aan Ryanair toekomende auteursrecht. Anders dan de rechtbank heeft aangenomen, zijn de op die grondslag gebaseerde vorderingen van Ryanair dus evenmin toewijsbaar. Op de vraag of sprake is van een inbreuk op de geschriftenbescherming in de zin van bewijsbare ontlening van gegevens door PR Aviation behoeft daarom niet meer te worden ingegaan. De grieven 5 en 7, waarin PR Aviation een beroep heeft gedaan op het citaatrecht ex artikel 15a Auteursrecht en het tijdelijke reproductierecht ex artikel 13a Auteurswet, behoeven gelet op het voorgaande, bij gebrek aan belang, verder ook geen bespreking.

IT 710

Op andere blogs (week 9 en 10)

We laten u graag weten wat er gebeurde bij andere blogs, hieronder een kleine (maar zeker geen uitputtende) selectie die u wellicht zult waarderen.

Code Wars reviewed
Code Wars: 10 years of P2P Software Litigation, by Rebecca Giblin, is reviewed here for the 12709 Blog by Stavroula Karapapa, Lecturer in Law at Brunel University. This is what she has to say:

Over the past ten years or so, P2P file-sharing represents one of the main challenges to copyright law and an area which has attracted intense scholarly attention. Rebecca Giblin's book represents a significant addition to this growing body of literature by providing a legal and technological account of the first decade of P2P legal discourse. The book takes off from the proposition that despite the attempts to combat file-sharing via litigation and legislation, and in spite of the legal successes from the right-holders’ front, the phenomenon of file-sharing persists.

Cloudstandaarden flink onder de maat (Computerworld)
Cloudstandaarden staan nog in de kinderschoenen. Van de 160 beschikbare standaarden acht het Duitse consultancykantoor van Booz er slechts drie bruikbaar en rijp.

Council Of Europe Passes Internet Governance Strategy (IP Watch)
In passing a comprehensive Internet Governance Strategy, the Council of Europe (CoE) today laid claim to a front runner position in the human rights dialogue for the internet.

According to a press release by the Strasbourg-based, 47-member organisation, the strategy integrates 40 lines of action, including the development of a variety of soft law instruments from a high-level “framework of understanding and/or commitments” protecting the “Internet’s universality, integrity and openness as a means of safeguarding freedom of expression regardless of frontiers and Internet freedom,” to protection standards for granting the unimpeded cross-border flow of legal internet content or human rights standards on network neutrality.

Opinie: Data met persoonsgegevens gelekt of verloren? Dokken maar. (Volkskrant)
Persoonsgegevens data zijn zó gelekt of verloren: medewerkers zetten directories of bestanden open, verliezen cd's met belangrijke bestanden of sturen lange lijsten vol vertrouwelijke gegevens naar een verkeerd adres. Een fikse boete daarop is wat Karin Spaink betreft een prima middel om het probleem meer voelbaar te maken.

De Wet Van Dam: ook voor domeinnamen? (ICTRecht)
Per 1 december 2011 is de Wet Van Dam van kracht. Kort gezegd bepaald deze wet dat het stilzwijgend verlengen van contracten met consumenten alléén nog mag wanneer deze na de stilzwijgende verlenging elke maand op mogen zeggen. Dit opzegrecht kan niet met contractuele afspraken (of boetes) worden tegengegaan. Wat betekent dit nu voor domeinnamen? En meer precies, waar staat een registrar of hostingpartij die zich geconfronteerd ziet met een opzegging door een consumentklant?

Nieuwe ransomware 'van Buma/Stemra' (webwereld)
Er is nieuwe ransomware in omloop in Nederland. Ditmaal lijkt die afkomstig te zijn van Buma/Stemra. Geïnfecteerde computers staan op slot en kunnen voor 50 euro ontsloten worden.

 

Data Protection Reform: EDPS Opinion and Cloud Legal Team Response
The European Data Protection Supervisor has published his official Opinion on the reform package and the Cloud Legal Project has published its response to the MoJ’s Call for Evidence on the proposals.

IT 709

Whitepaper Cloudcomputing & Security

Nationaal Cyber Secrurity Centrum 19 december 2011, White Paper.

Getipt door Marianne Korpershoek, Louwers Advocaten IP|Technology.

Deze whitepaper geeft zo objectief mogelijk feitelijke informatie over cloudcomputing en mogelijke risico’s ervan. Met andere woorden: als een organisatie kiest voor ‘cloudcomputing’, zijn er dan risico’s voor de bedrijfsvoering en heeft deze keuze gevolgen voor de informatiebeveiliging van de organisatie?

1.3 Leeswijzer
De whitepaper ‘Cloudcomputing & Security’ is zo opgebouwd, dat u ook middenin kunt beginnen, bijvoorbeeld
bij hoofdstuk 4 ‘Beveiligingsaspecten van clouddiensten’.

Hoofdstuk 2 gaat in op de keuze voor een clouddienst en de afwegingen. Wordt u geconfronteerd met claims vanuit
de markt, of vragen vanuit management of werknemers? Dan raden we u aan om te beginnen met hoofdstuk 2,
waarin we de mogelijke keuze voor clouddiensten in een bredere context plaatsen.

Hoofdstuk 3 geeft definities van cloudcomputing, soorten clouddiensten en cloud-modellen.

Hoofdstuk 4 vormt (samen met Bijlage E: Handige vragen en aandachtspunten) de kern van het document, vanuit
het perspectief van informatiebeveiliging en gaat in op de risico’s van cloudcomputing en de te nemen maatregelen.

Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van architectuurmodellen en standaarden die relevant zijn bij cloudcomputing.

Een overzicht van alle gebruikte afkortingen en termen staat in bijlage A. We hebben voor deze whitepaper een groot
aantal literatuurbronnen geraadpleegd. Op plaatsen waar we informatie uit de literatuurbronnen verwerkt hebben,
verwijzen we hiernaar in de vorm van ‘[x]’.

IT 708

Internetconsultatie herziening arbitragerecht

Internetconsultatie herziening arbitragerecht

Het wetsvoorstel moderniseert de Nederlandse regeling voor arbitrage. Dit is één van de maatregelen die wordt aangekondigd in de Innovatieagenda rechtsbestel. Arbitrage is een vorm van private rechtspraak waarbij een geschil door een of meer arbiters wordt beslist. Het doel van het wetsvoorstel is modernisering van het arbitragerecht, zodat arbitrage een volwaardig alternatief blijft naast overheidsrechtspraak. Hierdoor blijft arbitrage nationaal en internationaal aantrekkelijk.

Het verwachte effect van het wetsvoorstel is dat het arbitragerecht aantrekkelijker wordt. Dit gebeurt onder meer door:
- modernisering, bijvoorbeeld door de mogelijkheid om gebruik te maken van elektronische middelen;
- codificatie, bijvoorbeeld door het vastleggen van de schriftelijke fase in een arbitraal geding; en
- het verminderen van lasten, bijvoorbeeld door de mogelijkheid te bieden dat partijen kunnen afzien van deponering van het arbitraal vonnis.

Lees het wetsvoorstel hier en de bijbehorende Memorie van toelichting hier.
Reageren kan tot 1 juni 2012. Biedt u uw reactie ook aan ter publicatie op ITenRecht: hier

IT 707

Toestemming in 2002 gemakkelijker verleend

Rechtbank Dordrecht 7 maart 2012, LJN BV7786 (Cozzmoss tegen belangen vereniging funderings problematiek)

Eindvonnis na IEF 9979 (bewijsopdracht). Gedaagde heeft bewezen dat aan haar toestemming is verleend voor publicatie van krantenartikelen op haar website. Vorderingen van Cozzmoss worden afgewezen.

2.11. Uit de verklaringen blijkt niet hoe de ondertekenaars – die zelf dus niet bij de gestelde toestemmingsverlening betrokken waren - aan de in de verklaringen opgenomen wetenschap zijn gekomen, en of zij dit hebben getoetst bij de redacteuren van destijds. Nu de ondertekenaars niet als getuigen naar voren zijn gebracht heeft de rechtbank hen daar ook niet naar kunnen vragen. Deze verklaringen wegen daarom onvoldoende op tegen het door BVFP aangedragen bewijs. Zulks temeer nu BVFP heeft aangevoerd dat het beleid van de kranten is veranderd. Zij heeft er verschillende keren op gewezen dat het destijds vanzelfsprekend was dat herpublicatie mocht, maar dat kranten inmiddels strenger zijn geworden. Dit is aangevoerd tijdens de comparitie na antwoord, in de nadere verklaring van [getuige 2] en is tevens aan de orde gekomen tijdens het verhoor van [betrokkene 3] en bij conclusie na enquete van BVFP (alinea 18). Cozzmoss heeft dat niet betwist. Daarom staat tussen partijen vast dat de kranten sinds 2002 strenger zijn geworden als het gaat om het verlenen van toestemming voor herpublicatie van artikelen. Dit brengt met zich dat toestemming in 2002 wellicht gemakkelijker werd verleend dan heden ten dage.

Op andere blogs:
IusMentis (Mondelinge toestemming voor het overnemen van krantenartikelen)

IT 706

E-Court tenuitvoerlegging

Beschikking Vzr. Rechtbank Almelo 5 maart 2012, LJN BV8413 (Stichting E-Court)

E-Court. Er wordt Verlof verleend tot de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis dat tot stand is gekomen na de (geaccepteerde) wijziging van de algemene voorwaarden. Er is geen sprake van oneerlijk beding, omdat niet de mogelijkheid wordt ontnomen voor overheidsrechtspraak te kiezen.

2.6.    E-Court lijkt (zij stelt het niet met zoveel woorden), gelet op het voorgaande, haar bevoegdheid te hebben ontleend aan voornoemde - bij gewijzigde algemene voorwaarden opgevoerde - aanvullende bepaling.

Een tussentijdse wijziging van de op een reeds gesloten overeenkomst toepasselijke algemene voorwaarden, houdt een voorstel tot een aanvullende overeenkomst in, en zal als zodanig door de wederpartij moeten worden geaccepteerd. De wijziging van de algemene voorwaarden is, blijkens de overgelegde aanvullende stukken, conform de in artikel 14 lid 3 van de ‘oude’ algemene voorwaarden voorgeschreven wijze geschied (bekendmaking wijziging op de website van JunoHosting én per elektronische berichtgeving aan [gedaagde]) met inachtneming van de voorgeschreven termijn. Deze ‘oude’ algemene voorwaarden houden voorts de mogelijkheid in voor de wederpartij om de overeenkomst, indien de wederpartij de wijziging in de voorwaarden niet wil accepteren, te beëindigen. [Gedaagde] heeft daarvan geen gebruik gemaakt. De omstandigheid dat JunoCorporationGroup B.V. geen monopolist in de markt is, maakt dat deze geboden optie ook daadwerkelijk als een optie en als zodanig niet als onbillijk kan worden aan gemerkt. Voorts richt de gewijzigde bepaling zich in concreto niet enkel tot [gedaagde] en kan deze in zoverre als een algemene voorwaarde worden aangemerkt. [Gedaagde] heeft tot slot niet geprotesteerd tegen de voorgestelde wijziging. [Gedaagde] wordt, gelet op het voorgaande, geacht de wijziging van de algemene voorwaarden te hebben aanvaard, zodat hij daaraan in beginsel gebonden is.

2.9.    Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is derhalve een rechtsgeldige overeenkomst tot arbitrage tussen JunoCorporationGroup B.V. en [gedaagde] tot stand gekomen waaraan E-Court haar bevoegdheid kon ontlenen.

2.10.  Tot slot overweegt de voorzieningenrechter dat, toetsend aan de Europese rechtspraak hieromtrent, geen sprake is van een oneerlijk beding, nu het beding de consument, [gedaagde], niet de mogelijkheid ontneemt om in plaats van arbitrage voor overheidsrechtspraak te kiezen. Bovendien valt niet in te zien, waarom een arbitraal beding dat voorziet in arbitrage in Nederland, dat een solide met waarborgen omklede regeling van arbitrage in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kent, ‘oneerlijk’ in de zin van onredelijk bezwarend zou zijn. Illustrerend in dit verband is ook dat de wetgever bescherming van consumenten tegen arbitrage, als bijzondere vorm van geschillenbeslechting, niet noodzakelijk heeft geacht (zie artikel 6: 236 sub n Burgerlijk Wetboek).

IT 705

Herziening EU-privacywetgeving is positief

CBP stuurt brief met reactie op hoofdpunten aan Eerste en Tweede Kamer en het voorlopig standpunt.

Uit't persbericht. De Europese Commissie heeft op 25 januari 2012 voorstellen gepubliceerd voor een grootscheepse herziening van het Europees juridisch raamwerk voor dataprotectie. Dat raamwerk omvat een nieuwe Europese verordening voor de verwerking van persoonsgegevens die de huidige privacyrichtlijn moet gaan vervangen en daarnaast een nieuwe richtlijn voor gegevensverwerking door politie en justitie.

Het College bescherming persoonsgegevens staat positief tegenover de harmonisatie van privacyregelgeving zoals voorgesteld in het ontwerp voor een nieuwe Europese verordening. Het vastleggen van een gelijk speelveld voor alle lidstaten van de EU is van groot belang in een tijdperk waarin gegevensverwerking in toenemende mate grensoverschrijdend is.

Aan de alomvattendheid van het wetgevingspakket wordt naar de mening van het CBP echter afbreuk gedaan door het ontwerp voor een nieuwe Europese richtlijn op het gebied van gegevensbescherming in de rechtshandhavingssector. De teksten van beide instrumenten lopen op punten behoorlijk uiteen. Het CBP dringt er op aan dat de samenhang tussen beide instrumenten wordt gewaarborgd en op een aantal punten fors versterkt.

Het CBP heeft in een brief van 2 maart 2012 zijn voorlopig standpunt over de voorstellen van de Commissie aan de beide Kamers gestuurd.

IT 704

Personalia: Martijn Loth bij Bits of Freedom

Bits of Freedom stelt ons -voorlopig voor de laatste keer- graag voor aan haar nieuwste collega: office manager Martijn Loth.

"Werk is geen werk als het ook een hobby is. Als geek van het eerste uur hou ik me bezig met veel facetten van het internet: van webdevelopment en beveiliging tot het prediken van het Linux-evangelie. Helaas zie ik met lede ogen de huidige ontwikkelingen op het internet aan. Censuur, datalekken en privacyschendingen zijn de orde van de dag. De grootste bedreigingen komen niet meer vanuit verre niet-democratische landen, maar vanuit onze eigen samenleving. Ons internet wordt omsingeld door machten die haar het zwijgen op willen leggen."