Garanderen van passend beveiligingsniveau is een verstrekkende inspanningsplicht
Rechtbank Rotterdam 8 januari 2015, IT 1823; ECLI:NL:RBROT:2015:22 (X tegen ACM)ACM heeft aan eiseres een bestuurlijke opgelegd van € 364.000 wegens overtreding van artikel 11.3 lid 1 in verbinding met artikel 11.2 Telecommunicatiewet (Tw) [IT 1776]. Anders dan eiseres betoogt, heeft ACM de uit artikel 11.3 lid 1 in verbinding met artikel 11.2 Tw voortvloeiende zorgplicht van eiseres niet uitgelegd als een resultaatsverplichting maar als een verstrekkende inspanningsplicht. Deze uitleg acht de rechtbank juist, gelet op met name de tweede volzin van het tweede lid van artikel 11.3 lid 1 Tw. Deze luidt: “De maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau dat in verhouding staat tot het desbetreffende risico.” Gelet op de daarin voorkomende term “garanderen” in combinatie met de term “passend” betreft het een zorgplicht die een verstrekkende inspanningsplicht inhoudt.
Deze uitleg is in overeenstemming met de tekst van artikel 4 lid 1 e-Privacyrichtlijn, die is geïmplementeerd met artikel 11.3 lid 1 Tw. Het is aan eiseres om bij het treffen van technische en organisatorische maatregelen ten behoeve van de veiligheid en beveiliging van de door haar aangeboden netwerken en diensten in het belang van de bescherming van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van abonnees en gebruikers inhoud te geven aan deze zorgplicht. Het betoog van eiseres dat ACM bij de vraag of eiseres heeft voldaan aan haar zorgplicht, acht had moeten slaan op de maatregelen die zij heeft genomen direct na het incident , volgt de rechtbank niet.
Kansspelen in het Nederlands als extra service.
Ksa 25 juni 2015, IT 1822 (Total E Soft Ltd, XKL Ltd. en directeuren van van Total E Soft) Uit het persbericht: De bedrijven Total E Soft Limited (Groot-Brittannië) en XKL Limited, alsmede de directeuren van Total E Soft, hebben een boete gekregen van € 180.000 van de Kansspelautoriteit. Via veertien websites boden zij illegaal kansspelen aan, gericht op Nederland. Tussen maart 2014 en juni 2014 werden de veertien websites onderzocht. Zij bleken allemaal te linken aan aanbieder XKL Limited en maakten gebruik van dezelfde software van Total E Soft Limited. De sites waren in het Nederlands gesteld en maakten onder meer gebruik van de Nederlandse vlag. De softwareleverancier verweerde zich door te stellen dat de Nederlandse taal was bedoeld als ‘extra service voor spelers die buiten Nederland woonachtig zijn, maar de Nederlandse taal prefereren’.
Lees verder
Voor telemarketingboete is een verbinding tot stand brengen noodzakelijk
CBb 14 juli 2015, IT 1821; ECLI:NL:CBB:2015:197 (Loterijen tegen ACM)Boete i.v.m. telemarketing voor het overbrengen van communicatie via de telefoon, ook als deze ongevraagd is (inschrijving in bel-me-niet-register), is in ieder geval noodzakelijk dat een verbinding tot stand wordt gebracht. Naar het oordeel van het College betekent dit, dat ACM, bij gebreke van het directe bewijs van de communicatie zelf, tenminste dient aan te tonen dat het gebruik van de contactgegevens er toe heeft geleid dat een verbinding tot stand is gebracht. Ook ten aanzien van de boete op grond van artikel 11.7, twaalfde lid van de Tw (oud), geldt dat ACM (onder meer) dient aan te tonen dat het gebruik van de contactgegevens ertoe heeft geleid dat er een verbinding tot stand is gebracht.
Zoals het College heeft geoordeeld in haar uitspraak van 10 juli 2014 (ECLI:NL:CBB:2014:245), hoeft het recht van verzet immers alleen te worden aangeboden indien het gebruik van de contactgegevens ertoe leidt dat een verbinding met de abonnee tot stand wordt gebracht en met deze wordt gecommuniceerd. Het College kan uit de in de procedure overgelegde stukken en databestanden niet het bewijs putten dat telkens een verbinding tot stand is gebracht. Achter de telefoonnummers die in de databestanden zijn opgenomen zijn soms data en tijdstippen opgegeven. Echter, en anders dan ACM betoogt, ontbreken resultaatscodes, resultaatformulieren of andere gegevens – zoals de gespreksduur – waaruit kan worden geconcludeerd dat een verbinding tot stand is gebracht. De enkele, algemene bevestiging door de loterijen dat de telefoonnummers in de belbestanden zijn gebruikt, is ontoereikend als bewijs dat met dat gebruik een verbinding tot stand is gebracht. ACM heeft zodoende niet aangetoond dat de loterijen communicatie hebben overgebracht.
Op andere blogs:
Dirkzwager
Telefoontap kwalificeert als strafvorderlijk gegeven, afgifte niet contra 8 EVRM
CBb 9 juli 2015, IT 1820; ECLI:NL:CBB:2015:192 (ACM tegen BV 6)
CBb 9 juli 2015, IT 1820; ECLI:NL:CBB:2015:193 (appellanten tegen ACM)Boete. Bewijs. Telefoontaps. Het College is met de rechtbank van oordeel dat de aan ACM overgedragen telefoontaps kwalificeren als strafvorderlijke gegevens. Verstrekking van die telefoontapgegevens is niet in strijd met artikel 8 EVRM. Het College is van oordeel dat het bewijsmateriaal rechtmatig door VROM-IOD is verkregen en aan ACM is verstrekt. ACM mocht hiervan gebruik maken bij het nemen van een besluit over het opleggen van bestuurlijke boetes. Het hoger beroep van ACM slaagt en de uitspraak van de rechtbank ECLI:NL:RBROT:2013:5042 / ECLI:NL:RBROT:2013:CA3079 wordt vernietigd. Nu de rechtbank -die oordeelde dat ACM geen gebruik had mogen maken van de telefoontaps als bewijs- niet is toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de beroepen tegen de opgelegde boetes, zal het College de zaak terugwijzen naar de rechtbank.
4.6. In dit verband dient vooreerst te worden vastgesteld of de verstrekking van strafvorderlijke gegevens, in dit geval bestaande uit tapgegevens, op grond van artikel 39f Wjsg, in strijd komt met artikel 8 EVRM. Een inbreuk op het recht op privacy is ingevolge het tweede lid van artikel 8 EVRM slechts toegestaan voor zover dat bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van onder meer het economisch welzijn van het land.
Uitgangspunt bij de beoordeling is dat de telefoontaps waaruit de in geding zijnde tapgegevens zijn verkregen, zijn geplaatst nadat de rechter-commissaris daarvoor een machtiging had verstrekt. Het College ziet in hetgeen door [BV 2], [BV 3] en [BV 4] naar voren is gebracht geen grond om niettemin vast te stellen dat de tapgegevens niet overeenkomstig de ter zake geldende strafvorderlijke vereisten door VROM-IOD zijn verkregen.
De bevoegdheid tot verstrekking van de tapgegevens door de officier van justitie is wettelijk verankerd in de Wjsg. Bovendien voorziet de wet ter zake van de rechtmatigheid van deze verkrijging in een met voldoende waarborgen omklede rechterlijke procedure, zowel civielrechtelijk in het kader van de verstrekking van de gegevens als bestuursrechtelijk in het kader van de toetsing van het besluit tot boeteoplegging waaraan deze gegevens ten grondslag zijn gelegd. Uit het rapport in deze zaken blijkt dat ACM het bewijsmateriaal, waaronder de tapgegevens, uitgebreid heeft beoordeeld in het kader van de vaststelling of sprake is van een overtreding van artikel 6, eerste lid, Mw. Na het uitbrengen van het rapport en alvorens een besluit tot boeteoplegging door ACM was genomen, zijn appellanten in de gelegenheid gesteld hun zienswijze omtrent het rapport naar voren te brengen, van welke gelegenheid zij gebruik hebben gemaakt.
Tot slot is voor het College voldoende aannemelijk geworden dat de informatie betreffende de eventuele prijsafspraken in redelijkheid niet op een andere, minder belastende wijze, door ACM kon worden verkregen, nu dergelijke afspraken in de regel niet op schrift worden gesteld. In het eveneens door partijen aangehaalde vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 26 juni 2009 (ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ0047), gaf de voorzieningenrechter in een met de onderhavige zaken vergelijkbare kwestie een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid van de verstrekking van telefoontaps door het OM aan ACM en kwam daarbij ter zake van de evenredigheid van de verstrekking eveneens tot dit oordeel.
Gelet hierop ziet het College geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de verstrekking van de tapgegevens aan ACM op grond van artikel 39 Wjsg in strijd is met artikel 8 EVRM.
Klassieker contracteren - Wel buitgengerechtelijke ontbindingsverklaring voor WOCAS-software, maar zonder verzuim
Rechtbank Amsterdam 19 december 2001, IT 1819 (Kramers Automatisering tegen Stichting Patio)Uitspraak ingezonden door Hendrik Struik, CMS. Klassieker. Contracteren en procederen. Vier overeenkomsten tot levering en onderhoud voor door Kramers van computers en software aan Patio. WOCAS/X software functioneert niet naar behoren en Patio vordert buitengerechtelijke ontbinding ex 6:265 BW. Ontbinding is niet door gesprekken ontbonden. Hoewel het woord 'ontbinding' niet in de brief voorkomt, kan het wel als ontbindingsverklaring worden opgevat. De tekortkoming in de nakoming is niet door een ingebrekestelling die voldoet aan de eisen ingeleid. Er heeft ook geen termijnstelling - om alsnog behoorlijke nakoming te verkrijgen - plaatsgevonden. Er heeft dus geen ontbinding plaatsgevonden, nu Patio weliswaar een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring is uitgebracht, maar Kramers niet in verzuim was. Ook is de bevoegdheid tot ontbinding niet later ontstaan, nu het verzuim in het geheel niet is ingetreden. Artikel 6:258 BW. Patio dient een bedrag van f 163.090,46 te betalen.
Klassieker contracteren - als 'ingebrekestelling' getitelde brief is nog geen ingebrekestelling.
Rechtbank 's-Gravenhage 27 december 1995, IT 1818 (Logisterion tegen Staat der Nederlanden)Uitspraak ingezonden door Hendrik Struik, CMS. Klassieker. Contracteren en procederen. Betaling openstaande factuur vanwege project Bericht Behandeling Systeem (soft-/hardware/opleiding). Het verweer van de Staat is tevergeefs voorgesteld. Van tekortkoming van Logisterion kan pas sprake zijn wanneer de verbintenis opeisbaar is en van opeisbaarheid pas wanneer Logisterion in verzuim is en van verzuim pas wanneer Logisterion in gebreke is gesteld, hetgeen niet is gebeurd. Een als 'ingebrekestelling' betitelde brief kan niet als zodanig worden aangemerkt; met name ontbreekt daarin het stellen van een redelijke termijn voor de nakoming, hetgeen toch was overeengekomen en trouwens ook wettelijk is voorgeschreven (6:82 BW). Vordering tot betaling toegewezen.
Klassieker contracteren - geen concrete ingebrekestelling voor mislukte installatie DISPOS II
Rechtbank Utrecht 15 november 1995, IT 1817; zaaknr/rolnr 30712/HA ZA 94/827 (Kwantum Nederland tegen ICL)Uitspraak ingezonden door Hendrik Struik, CMS. Klassieker. Contracteren en procederen. Mislukte installatie van DISPOS II. Partijen zijn in de bijlage bij de overeenkomst overeengekomen dat een ingebrekestelling vereist was voor Kwantum mocht ontbinden. Artikel 6:83 BW-toetsing blijft achterwege. Een weergave van de gerezen problemen, 'zaken zullen uitwerken en afstemmen'; de verwachting duidelijkheid te krijgen; concrete verzoeken (maar zonder termijn voor nakoming); zijn nog geen ingebrekestelling. De voorlopige slotsom is dat Kwantum ICL niet in gebreke heeft gesteld, zodat zij in beginsel niet de bevoegdheid had de overeenkonst te ontbinden.
Het bedrag van f. 599-6og,i3 heeft ICL berekend door het tota;e bedrag van de openstaande facturen, door ICL. berekend op f . 883 - 108, 13, te verminderen met zijnde het een bedrag van f . 2g-3 .500, -, bedrag dat volgens ICL, voor haar gemoeid was met de werkzaamheden terzake van de mislukte installatie van DIPSOS II in het voorjaar van 1993, waarvan ICLl, afstand heeft gedaan.
De eerste twee verzoeken hebben maar weinig te make¡ met de nakoming door ICL van haar contractsverplichtingen.Het derde houdt daarmee weliswaar verband, maar stelt geen termijn voor de nakoming, maar alleen voor bet geven van een constructieve reactie, terwijl niet is gebleken dat ICL op de brief niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd.
Symposium Wet Auteurscontractenrecht met IE-zomerborrel
Donderdag 3 september, Tolhuistuin, Amsterdam, 13.00 - 17.30 uur
Op 1 juli 2015 is de nieuwe Wet Auteurscontractenrecht in werking getreden: Wat betekent dat in de rechtspraktijk concreet? Tijdens het symposium wordt diep ingegaan op de deelonderwerpen middels vier thematisch gespecialiseerde panels. Het symposium staat onder leiding van Dirk Visser. Het is niet de bedoeling (weer) te debatteren over de wenselijkheid van het nieuwe auteurscontractenrecht, maar over wat het in de rechtspraktijk concreet gaat betekenen nu het in werking getreden is...
Programma
13.00 uur Inleiding dagvoorzitter Dirk Visser
13.30 uur Panel Billijke vergoeding: Thijs van Aerde (Houthoff Buruma), Bas Le Poole (Le Poole & Bekema), Vincent van den Eijnde (Pictoright), Paul Kreijger (Visser Schaap & Kreijger)
14.15 uur Panel Bestseller en toekomstige technologie: Vivien Rörsch (De Brauw Blackstone Westbroek), Douwe Linders (Bureau Brandeis), Lotte Anemaet (VU), Mira Herens (NVJ)
15.00 uur Koffie- en theepauze
15.30 uur Panel Niet-gebruik en onvoldoende exploitatie: Stef van Gompel (IViR), Wirt Soetenhorst (BJu), Jan Willem van Dijk (Universal Music Group), Margriet Koedooder (De Vos & partners)
16.15 uur Panel Filmauteurscontractenrecht: Jochem Donker (Cedar), Nadine van Herten (RTL), Jacqueline Schaap (Visser Schaap & Kreijger), Roland Wigman ( Versteeg Wigman Sprey)
17.30 uur IE-zomerborrel met IE-DJ
19.00 uur Einde programma
Opleiding/accreditaties
4 Punten voor de Permanente Opleiding (Nederlandse Orde van Advocaten)
Locatie
Tolhuistuin, IJpromenade 2 te Amsterdam.
Route, openbaar vervoer en parkeren.
Kosten deelname
€ 450,00 Per persoon
€ 350,00 Sponsors IE-Forum
€ 125,00 Rechterlijke macht/wetenschappelijk personeel (full time)
Genoemde prijzen zijn excl. BTW, incl. boek Auteurscontractenrecht (na het symposium) met commentaar en parlementaire geschiedenis, waarin ook de bevindingen van het symposium zullen worden verwerkt.
Uw factuur wordt direct toegezonden als bevestiging. Komt u in aanmerking voor korting, selecteer de juiste prijs in het bestelformulier, uw factuur ontvangt u direct. Inbegrepen zijn de kosten van koffie, thee en documentatie.
Photocredits CC-BY: Basking Ridge Historical Society
Overgangstermijn tot mei 2017 Eindeloos Spotify voor beleidsregel netneutraliteit
ACM 22 juli 2015, IT 1815 (KPN's Eindeloos Spotify)Op grond van de definitie van losse dienst in de Beleidsregel kwalificeert de dienst “Eindeloos Spotify”, aangeboden door Hi, niet als een losse dienst. Uitsluitend het leveren van de toegang tot één enkele losse dienst is volgens de Beleidsregel van artikel 7.4a Tw uitgesloten. In het geval van “Eindeloos Spotify” wordt, naast de toegang tot de losse dienst, de toegang tot het publieke internet geleverd. Dit betekent dat deze dienst niet langer als losse dienst mag worden aangeboden en uit de markt moet worden gehaald. Zoals u bekend beslist de Autoriteit Consument & Markt (hierna: ACM) over de termijn waarop deze dienst van de markt moet verdwijnen (overgangstermijn). Met deze brief laat ACM u weten welke overgangstermijn voor de dienst “Eindeloos Spotify” geldt. Dit betekent dat de dienst “Eindeloos Spotify” per 1 mei 2017 van de markt moet zijn verdwenen. Contracten met “Eindeloos Spotify” die voor die datum aflopen mogen niet worden verlengd.
Evert de Pender stapt als CEO in privacy compliance gespecialiseerde start-up PrivacyPerfect
Evert de Pender (53) geeft sinds 1 juli 2015 leiding aan PrivacyPerfect. Deze start-up lanceert als eerste ter wereld een gebruiksvriendelijke datamapping-tool waarmee organisaties het gebruik van persoonsgegevens bedrijfsbreed inzichtelijk maken en die ervoor zorgt dat zij compliant zijn met geldende regelgeving. Via een Management Buy-In heeft De Pender een belang in PrivacyPerfect verworven.
Associate Professor dr. Bart Schermer, privacy expert aan de Universiteit van Leiden en een van de initiatiefnemers van PrivacyPerfect: “We zijn heel blij met de komst van Evert omdat we ervan overtuigd zijn dat hij PrivacyPerfect tot een internationale marktleider kan maken. Hij heeft zeer specifieke ervaring met de uitrol van Software as a Service-oplossingen in een markt die sterk gedomineerd wordt door wet- en regelgeving. Evert lanceerde met Legal Intelligence de eerste geïntegreerde juridische zoekmachine ter wereld en maakte dit bedrijf marktleider in juridische contentintegratie. Deze expertise, in combinatie met zijn sterke netwerk, zijn cruciaal om PrivacyPerfect ook een internationale speler te maken.”
Grip op data
De nieuwe privacy-verordening van de Europese Commissie dwingt organisaties tot privacy compliance. Elke organisatie moet aan kunnen tonen welke persoonsgegevens worden verzameld, hoe ze worden gebruikt èn hoe ze zijn beveiligd. PrivacyPerfect is de enige partij met een datamapping-tool die grip geeft op de verwerking van persoonsgegevens. Met deze tool kunnen bedrijven en organisaties het maximale uit hun data halen zonder concessies te doen aan zorgvuldigheid rondom de privacy van personen en zonder schending van privacywetgeving.
Forse boetes
De strengere Europese regelgeving voor de beveiliging van persoonsgegevens (Data Protection Regulation) volgt recente Amerikaanse wetgeving. In Amerika zijn eerder dit jaar al boetes van tientallen miljoenen opgelegd aan bedrijven zoals AT&T en Google voor het schenden van privacy regels. De Data Protection Regulation vanuit Brussel gaat uit van boetes die kunnen oplopen tot wel tien procent van de jaaromzet van bedrijven, organisaties en instellingen die hier niet aan voldoen. Daarnaast is in Nederland de ‘meldplicht datalekken’ aangenomen door de Eerste Kamer. Het schenden hiervan kan nu al leiden tot forse boetes. De datamapping-tool van PrivacyPerfect geeft antwoord op deze ontwikkeling en zorgt voor een sterke vermindering van het risico op boetes voor privacyschending die in de meeste gevallen ook leiden tot ernstige imago-schade.