Omstandigheden beëindiging kunnen niet aan principaal worden toegerekend
Rechtbank Amsterdam 7 november 2017, IT&R 2404; ECLI:NL:RBAMS:2017:8153 (Apply tegen Vodafone). Telecom. Contractenrecht. Apply is een dienstverlenende organisatie op het gebied van ICT, meer in het bijzonder in spraak- en dataoplossingen. Vodafone is een Nederlandse telecomprovider. Partijen zijn in 2010 meerdere overeenkomsten aangegaan. In 2016 zijn partijen uit elkaar gegaan. De overeenkomsten zijn aan te merken als agentuurovereenkomsten. Agentuurovereenkomst die na het verstrijken van de termijn waarvoor zij is aangegaan door beide partijen wordt voortgezet, bindt partijen voor onbepaalde tijd op dezelfde voorwaarden. Van een dergelijke voortzetting is hier sprake. Uiteindelijk is het Apply geweest die de overeenkomst feitelijk heeft beëindigd. De enkele omstandigheid dat partijen nog geen overeenstemming hadden over de daarna gelegen periode of dat Apply Vodafone arrogant vond en geen vertrouwen meer had in een verdere vruchtbare samenwerking, zoals door haar gesteld, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de beëindiging gerechtvaardigd was door omstandigheden die de principaal kunnen worden toegerekend. Apply heeft aldus geen recht op een klantenvergoeding.
Politieke organisatie dient rectificatie te plaatsen wegens verwijten jegens radiostation
Vzr. Rechtbank Den Haag 8 november 2017, IEF 17271; IT&R 2406; ECLI:NL:RBDHA:2017:12864 (Feel Good Radio tegen Vereniging Onafhankelijk Rijswijk). Rectificatie. Feel Good Radio produceert radioprogramma’s voor de Stichting Omroep Rijswijk (SOR). De VOR is een politieke organisatie welke verschillende nieuwsberichten op haar website heeft geplaatst met betrekking tot Feel Good Radio. De VOR heeft onrechtmatig gehandeld jegens Feel Good Radio door het publiceren van de berichtgeving, nu deze feitelijke grondslag missen. De VOR zal voorts worden geboden een rectificatie te plaatsen.
Voorstel Wet bescherming bedrijfsgeheimen is naar de Tweede Kamer gestuurd
Het voorstel Wet bescherming bedrijfsgeheimen is naar de Tweede Kamer gestuurd en gepubliceerd. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden, maar wijst op het volgende:
Volgens de memorie van toelichting is het wetsvoorstel voorgelegd aan de Raad voor de rechtspraak voor een uitvoeringstoets. Deze toets is pas recent verschenen en is inhoudelijk niet verwerkt in het wetsvoorstel dat voor advies bij de Afdeling aanhangig is. De Afdeling benadrukt nogmaals dat haar rol als adviseur in laatste instantie vergt dat andere adviezen of toetsen beschikbaar en verwerkt zijn op het moment dat een voorstel bij de Afdeling aanhangig wordt gemaakt. Met betrekking tot de uitvoeringstoets van de Raad voor de rechtspraak adviseert de Afdeling dit alsnog te wegen. Indien het advies leidt tot wijzigingen op belangrijke onderdelen, dan adviseert de Afdeling het wetsvoorstel opnieuw voor advies voor te leggen aan de Afdeling als laatste adviseur.
Artikel ingezonden door Frank Rutgers en Ernst-Jan Louwers, Louwers IP|Technology Advocaten
Frank Rutgers en Ernst-Jan Louwers - Aansprakelijkheid van 3D printing platforms (na Pirate Bay-arrest)
[Zie het originele artikel hier]. Op 14 juni 2017 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) uitspraak gedaan in een zaak over The Pirate Bay (TPB). Stichting BREIN eiste dat de betreffende internetproviders TPB moeten blokkeren voor hun abonnees, omdat TPB faciliteert dat illegale bestanden worden gedeeld met het publiek. Tot nog toe was onduidelijk of The Pirate Bay zelf ook inbreuk maakt op auteursrechten. Het gevolg van het arrest van het HvJ-EU is dat dit het geval is. Deze uitspraak kan ook consequenties hebben voor andere online platforms waar creaties worden gedeeld, zoals 3D-printing platforms.
E-mail gezinsmanager Jeugdbescherming ernstige schending privacy-verplichtingen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 8 november 2017, IT&R 2402; ECLI:NL:RBAMS:2017:8188 (Stichting Jeugdbescherming Regio Amsterdam tegen gezinsmanager). Privacy. Gedaagde is in dienst bij de Stichting Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) als gezinsmanager. In 2017 heeft zij een e-mail verstuurd met daarin een compleet niet-geanonimiseerd, vertrouwelijk, rapport van het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) met medische en strafrechtelijke informatie over een onder haar hoede staand gezin. Dit heeft gedaagde 'willens en wetens' gedaan. Het verzenden van onder haar geheimhoudingsplicht vallende gegevens naar derden en het na haar schorsing en ontslag tegen de instructies van JBRA in contact zoeken met betrokken gezinnen passen een professionele gezinsmanager niet en leveren een ernstige schending van de op gedaagde rustende geheimhoudings- en privacybeschermingsverplichtingen op. Daarnaast lijdt JBRA schade door de handelwijze van gedaagde. Vanwege de recente gebeurtenissen wordt een dwangsom verbonden aan de verboden.
Sterke schijn dat mobiel abonnement met identiteit van ander is afgesloten
Rechtbank Limburg 8 november 2017, IT&R 2401; ECLI:NL:RBLIM:2017:10844 (Direct Pay Services tegen gedaagde). Contract. In 2015 zijn in een T-Mobile winkel een toestelcontract en een telefoonabonnement afgesloten. De contractuele handelingen zijn volgens een identiteitskaart en bankpas op naam van gedaagde gesloten. Er is een sterke schijn dat iemand zich de identiteit van gedaagde toegeëigend heeft met het doel zonder eigen financiële verantwoordelijkheid een kostbaar mobiel toestel te verwerven en op kosten van een ander te bellen. Hiertoe zijn onder andere een ander e-mailadres, een andere handtekening en een nieuw geopende betaalrekening redengevend toe. Het is denkbaar dat er sprake is van samenspanning tussen gedaagde en de onbekende persoon, maar uit het bewijs valt niet af te leiden dat gedaagde zelf in de winkel van T-Mobile de overeenkomsten is aangegaan.
Ontbinding vanwege niet werkende koppeling voor real-time boeken
Hof 's-Hertogenbosch 28 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2614 (vennootschap tegen Duitse vennootschap) Over software en koppelingen die real-time boeken mogelijk maakt. Bij de koppelingen gaat het om een zogenaamde XML-koppeling, een uitwisselingsprotocol waarbij, zo begrijpt het hof, gegevens uit het ene systeem in het gekoppelde systeem niet andermaal behoeven te worden ingevoerd, maar rechtstreeks kunnen worden ingelezen. In de Nederlandse reisbranche bestaat de universele G7-koppeling welke in systemen kan worden ingebouwd. Na bewijsopdracht in tussenarrest [ ECLI:NL:GHSHE:2016:846] komen twee tekortkomingen vast te staan.
De ontbinding leidt tot afwijzing van de vordering in reconventie – welke inhield: betaling van nog niet betaalde, doch wel uitgevoerde – werkzaamheden, ofwel omdat deze voortvloeiden uit de ontbonden overeenkomst, ofwel omdat deze betrekking hadden op vergeefse herstelpogingen. Terugbetaling van hetgeen reeds betaald.
Einde samenwerkingsovereenkomst betekent niet per se einde licentie op software
Vzr. Rechtbank Gelderland 9 oktober 2017, IEF 17246; IT&R 2399; ECLI:NL:RBGEL:2017:5705 (Lizard Apps tegen Haerst en Autodidact). Lizard Apps is een IT-bedrijf dat verschillende diensten aanbiedt. Autodidact houdt zich onder andere bezig met de ontwikkeling en levering van leermiddelen aan educatieve instellingen en binnen het technisch beroepsonderwijs. De oprichters van Haerst hebben het idee opgevat om een diagnostische camera binnen de psychiatriepraktijk te introduceren en ontwikkelen. Haerst heeft in 2014 Autodidact benaderd voor de ontwikkeling van de hardware van de camera en Lizard Apps voor de ontwikkeling van de software voor de camera, waarbij Haerst zelf als projectleider zou fungeren. Medio 2017 wordt door Haerst de samenwerking met Lizard Apps beëindigd. Lizard Apps vordert schadevergoeding en het staken van het gebruik van de software door haar geleverd. Het einde van de samenwerkingsovereenkomst brengt niet mee dat de licentieovereenkomst eveneens automatisch opgezegd wordt. De licentieovereenkomst heeft te gelden als een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Haerst is nimmer overgegaan tot opzegging van de licentieovereenkomst, de aard van de overeenkomst staat er aan in de weg dat Lizard Apps een rechtsgeldige opzegging van de overeenkomst kan doen. De camera functioneert enkel met de software van Lizard Apps en dus moet Haerst in de gegeven omstandigheden dan ook toegestaan worden om de software gedurende enige tijd te blijven gebruiken, zodat zij door een ander bedrijf vervangende software kan laten ontwikkelen. Haerst gebruikt de software ontwikkeld door Lizard Apps dus niet onrechtmatig en maakt daarmee geen inbreuk op de auteursrechten van laatstgenoemde.
Geen spoedeisend belang bij afgifte broncode
Rechtbank Limburg 2 november 2017, IT&R 2398; ECLI:NL:RBLIM:2017:10735 (Giant Publicity tegen Nettt). Contractenrecht. Broncode. Giant Publicity is een online groothandel in relatiegeschenken, promotieartikelen en promotioneel textiel. Nettt is een full service internet- en mediabureau. Eind 2016 hebben partijen gesproken over een offerte voor diverse werkzaamheden voor Premiumgids.nl en Premiumgids.be, domeinnamen toebehorend aan Giant Publicity. In de overeenkomst is overeengekomen dat extra uren tijdig aangegeven moeten worden. Giant Publicity weigert een tweede factuur betreffende extra uren te willen betalen waarop Nettt haar werkzaamheden heeft opgeschort. Nettt heeft aangevoerd dat alle offertes met Giant Publicity is verwezen naar de toepasselijkheid van de FENIT-voorwaarden. In artikel 23.3 van de FENIT-voorwaarden is bepaald dat de broncode van de programmatuur en de bij de ontwikkeling van de programmatuur voortgebrachte technische documentatie niet aan cliënt ter beschikking worden gesteld, ook niet indien cliënt bereid is voor die terbeschikkingstelling een financiële vergoeding te voldoen. Verder staat in het artikel dat de cliënt erkent dat de broncode een vertrouwelijk karakter heeft en dat deze bedrijfsgeheimen van leverancier bevat. Vorenbedoelde bepaling staat in beginsel in de weg aan afgifte van (een kopie van) de broncode, zoals door Giant Publicity is gevorderd. Het is door Giant Publicity niet aannemelijk heeft gemaakt dat er op dit moment acute of te verwachten problemen met de software zijn. De broncode staat op de server van Giant Publicity en hoewel zij geen kopie kan maken heeft zij toegang tot de broncode. Er kan dus onderhoud plaatsvinden door bijvoorbeeld derden. Giant Publicity is hiermee niet afhankelijk van Nettt.
Vermeende opzegging telefonie-abonnement blijkt niet uit aangevoerd bewijs
Hof Arnhem-Leeuwarden 31 oktober 2017, IT&R 2397; ECLI:NL:GHARL:2017:9475 (Eiser tegen Direct Pay Services). Contractenrecht. Appellante heeft in 2012 twee overeenkomsten gesloten met Euphony op het gebied van mobiele telefonie en internet/televisie/vaste telefonie. Vlak na de sluiting van de overeenkomsten heeft appellante problemen gemeld met betrekking tot internet/telefonie. De facturen die Euphony heeft verzonden aan appellante zijn onvoldaan gebleven. Euphony heeft in 2014 een naamswijziging ondergaan en de vordering op eiser gecedeerd aan Direct Pay Services. Appellante stelt dat zij vanwege klachten over de dienstverlening de overeenkomsten eind 2012 heeft opgezegd. Direct Pay betwist de ontvangst van die mail. Het is aan appellante om te bewijzen dat het formulier (toenmalig) Euphony heeft bereikt. Appellante weet dit bewijs onvoldoende aan te dragen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat er sprake is geweest van telefoon- en internetgebruik na de gestelde opzegging. Tevens stelt appellante dat zij na de vermeende opzegging over is gestapt naar Tele2 en UPC, waaruit de opzegging zou moeten blijken, maar zij voert geen facturen of contracten aan ter staving van haar argument. Nu er geen voldoende concreet en specifiek bewijsaanbod is gedaan, toegespitst op de opzegging van de overeenkomst, wordt de vordering afgewezen.