IT 4849
2 mei 2025
Uitspraak

Verstrekking van vertegenwoordigersgegevens in officiële documenten valt onder de AVG, voorafgaande raadpleging toegestaan binnen grenzen

 
IT 4848
1 mei 2025
Uitspraak

MST krijgt slechts deel van de vooraf betaalde licentiekosten terug na opzegging contract met Solix

 
IT 4847
30 april 2025
Uitspraak

Rechter wijst vorderingen I&DT grotendeels af, NDC-IT krijgt betaling openstaande facturen toegekend

 
IT 3183

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Uitzending 'Undercover in Nederland' niet onrechtmatig jegens imam

Hof 9 jun 2020, IT 3183; (Imam tegen SBS), https://itenrecht.nl/artikelen/uitzending-undercover-in-nederland-niet-onrechtmatig-jegens-imam

Hof Amsterdam 9 juni 2020, IEF 19309, C/13/635267 (Imam tegen SBS) SBS is een omroeporganisatie. Op haar televisiezender SBS6 zendt zij het programma 'Undercover in Nederland' uit. Op 9 oktober 2016 zond SBS6 een aflevering uit die aan illegale polygamehuwelijken was gewijd. Insteek was de aanname dat imams in Nederland dergelijke huwelijken ondanks het verbod toch inzegenen. Centrale vraag in dit geding is of de uitzending waarin appellant met gebruikmaking van met een verborgen camera gemaakte opname herkenbaar in beeld is gebracht als een imam die zijn medewerking verleende aan het sluiten van illegale polygame huwelijken, onrechtmatig is jegens hem. De vorderingen van appellant zijn ook in hoger beroep niet toewijsbaar. De uitzending is niet onrechtmatig jegens appellant. Het belang van SBS bij uitoefening van haar recht op vrijheid van meningsuiting dient in dit geval te prevaleren boven het belang van appellant bij bescherming van zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Niet alleen is sprake van een maatschappelijke misstand die SBS terecht aan de orde stelt, maar ook vindt de beschuldiging voldoende steun in het feitenmateriaal.      
      ·

 

IT 3180

Verzoek tot verwijderen BKR-registratie niet toewijsbaar

Hof 7 jul 2020, IT 3180; ECLI:NL:GHAMS:2018:3453 (Appellant tegen ABN AMRO ), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-tot-verwijderen-bkr-registratie-niet-toewijsbaar

Hof Amsterdam 11 september 2018, IT 3180, ECLI:NL:GHAMS:2018:3453 (Appellant tegen ABN AMRO) Beschikking. Appellant is zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van een kredietovereenkomst met ABN AMRO niet nagekomen. ABN AMRO laat de kredietovereenkomst in het Centraal Krediet Informatiesysteem van het BKR registreren met de code ‘A’ van achterstand. Later wordt aan de registratie bijzonderheidscode 2 - (restant)vordering geheel opeisbaar - en bijzonderheidscode 3 toegevoegd - een bedrag van 250 euro of meer is afgeboekt. Appellant wijst er onder meer op dat het geregistreerde bedrag van € 31.500,- te hoog is. Hij voert aan dat hij vier termijnen heeft afbetaald zodat zijn schuld op de datum van registratie, maximaal € 25.500,- bedroeg. De BKR-registratie is niet onjuist of disproportioneel. Het verzoek tot verwijderen van de BKR-registratie is ook in hoger beroep niet toewijsbaar. Het gaat niet om de omvang van de achterstand, zoals appellant veronderstelt, maar om de omvang van de kredietovereenkomst die met rente en kosten dient te worden opgegeven.

IT 3181

Autoriteit Persoonsgegevens legt boete van 830.000 euro op aan Stichting BKR

'Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) mag geen geld vragen aan mensen die digitaal hun persoonsgegevens willen inzien. En wanneer mensen per post inzage in hun persoonsgegevens bij BKR willen, moet dat eenvoudig en met redelijke tussenpozen mogelijk zijn. BKR wierp te hoge drempels op voor inzage. Dat mag niet volgens de privacywetgeving. Daarom heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) BKR een boete opgelegd van 830.000 euro.'
Lees verder op Autoriteitpersoonsgegevens.nl. Zie ook de reactie van de Stichting BKR.

IT 3179

Computerrecht 2020-03

Computerrecht 2020, afl. 3 - Inhoudsopgave

EDITORIAL
41    Ai, ai, ai, de EU wil weer eens overhaast reguleren! / p. 71
P. Van Eecke

ARTIKELEN
42    Doeltreffende voorziening in rechte onder de AVG: de eerste arresten van het Marktenhof / p. 73
Deze bijdrage bespreekt de uitvoering van de AVG vereiste van doeltreffende voorziening onder artikel 108 van de Belgische wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit van 3 december 2017. Ze ontleedt eerst de werking van artikel 108 en besluit vervolgens met een bespreking van de belangrijkste punten in de eerste arresten van het Marktenhof inzake beroepen tegen beslissingen van de geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
G. Vandendriessche

43    Betekenisvolle transparantie voor algoritmische besluitvorming / p. 83
Algoritmes in het bestuursrecht zijn hot. Het gebruik van geavanceerde algoritmes in de bestuurlijke besluitvorming is het afgelopen jaar steeds vaker onderwerp van discussie. Transparantie is het toverwoord als het gaat om maatregelen die ‘black box’-besluiten moeten openen. Verder dan de vaststelling van die noodzakelijkheid komt men evenwel vaak niet. Waar vindt de noodzaak tot transparantie haar grondslag? En hoe ziet betekenisvolle transparantie eruit?
C. Adriaansz

44    Berichtenbox van MijnOverheid: burger voldoende bereikbaar voor bekendmaking besluiten via de elektronische weg? / p. 92
Communicatie met de overheid is aan verandering onderhevig. Twee bewegingen vallen daarbij op: enerzijds de wens van burgers en overheid om meer digitaal met elkaar te kunnen communiceren en anderzijds de roep om aandacht te blijven houden voor digitaal minder vaardige burgers en burgers die niet digitaal wensen te communiceren. Zowel jurisprudentie over de elektronische bekendmaking van besluiten via de Berichtenbox, als de nieuwe afdeling 2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) weerspiegelt deze bewegingen.
S. van Kaam

IT 3178

Advertentie via Google AdWords niet misleidend

Rechtbank 10 jun 2020, IT 3178; ECLI:NL:RBLIM:2020:4150 (Eiser tegen Hesi), https://itenrecht.nl/artikelen/advertentie-via-google-adwords-niet-misleidend

Vzr. Rechtbank Limburg 10 juni 2020, IEF 19305, IT 3178; ECLI:NL:RBLIM:2020:4150 (Eiser tegen Hesi) Kort geding. Eiser heeft een eenmanszaak in technische installaties, waaronder luchtbehandelingsapparatuur. De onderneming draagt de handelsnaam [handelsnaam]. Hesi heeft een installatiebedrijf op het gebied van verwarming en luchtbehandeling. Zij voert de handelsnamen Hesi B.V. en Hesi Verhuur Limburg. Eiser stelt dat Hesi via Google AdWords adverteert op internet en daarbij gebruik maakt van de naam en vestigingsplaats van haar onderneming. Indien men in Google deze zoektermen intypt, verschijnt volgens eiser bovenaan de pagina de advertentie van Hesi. Volgens eiser klikken klanten door de misleidende advertentie van Hesi onbewust op deze advertentie.

IT 3177

Wetsvoorstel: consumenten moeten recht krijgen op software- en beveiligingsupdates

In het wetsvoorstel van minister Dekker en staatssecretaris Keijzer staat dat consumenten bij de aankoop van slimme apparaten zoals smart tv’s, printers, camera’s, babyfoons en digitale horloges recht moeten krijgen op software- en beveiligingsupdates. Dit geldt ook voor games, applicaties en streamingsdiensten. De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State te zenden. Met de verplichting voor verkopers om deze updates te leveren, moet worden voorkomen dat apparaten of diensten na verloop van tijd minder goed werken, omdat er dan geen nieuwe updates meer komen. Zo blijft de consument langer verzekerd van de juiste ondersteuning. Het wetsvoorstel is een implementatie van de Europese richtlijnen over de verkoop van goederen en levering van digitale inhoud en diensten.

Lees verder op Rijksoverheid.nl.

IT 3175

Vacature: docent recht, innovatie en technologie (Universiteit Utrecht)

Het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht aan de Universiteit Utrecht zoekt een docent recht, innovatie en technologie.

Functiebeschrijving
U draagt bij aan het voorbereiden en verzorgen van onderwijs op het terrein van recht, innovatie en technologie in de door het departement en de faculteit aangeboden bachelor-opleiding Rechtsgeleerdheid. U draagt zorg voor kwalitatief goed onderwijs conform de daarvoor geldende universitaire en departementale richtlijnen. Daarnaast verwachten wij van u dat u afstudeerwerk van studenten begeleidt.
Lees verder.

IT 3174

Vernietiging conclusies octrooi wegens ontbreken inventiviteit

Rechtbank 27 mei 2020, IT 3174; ECLI:NL:RBDHA:2020:4632 (Sisvel tegen Oppo c.s. en Wiko c.s.), https://itenrecht.nl/artikelen/vernietiging-conclusies-octrooi-wegens-ontbreken-inventiviteit

Rechtbank Den Haag 27 mei 2020, IEF 19293, IT 3174; ECLI:NL:RBDHA:2020:4632 (Sisvel tegen Oppo c.s. en Wiko c.s.) Octrooirecht. Sisvel beheert wereldwijd geldende intellectuele eigendomsrechten op onder meer draadloze communicatie. Sisvel stelt dat Oppo c.s. en Wiko c.s. met verschillende typen mobiele telefoons (direct of indirect) inbreuk maken of dreigen te maken op de conclusies 4 en 8 van haar octrooi EP 536. Oppo c.s. en Wiko c.s. verweren zich door te stellen dat het octrooi van Sisvel nietig is, omdat niet aan de vereisten nieuwheid en inventiviteit wordt voldaan. De rechtbank gaat hierin mee. Conclusies 4 en 8 van het octrooi zijn niet inventief, omdat het inventiviteit ontbeert ten opzichte van Eriksson.

IT 3173

Verzoek verwijdering registraties IR en EVR afgewezen

Rechtbank 24 jun 2020, IT 3173; ECLI:NL:RBGEL:2020:2971 (Verzoeker tegen ABN AMRO), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-verwijdering-registraties-ir-en-evr-afgewezen-1

Rechtbank Gelderland 24 juni 2020, IT 3173, ECLI:NL:RBGEL:2020:2971 (Verzoeker tegen ABN AMRO) Verzoek verwijdering persoonsgegevens. Artikel 21 AVG. Verzoekster, met als beroep accountant, heeft een vervalst fiscaal overzicht opgestuurd naar ABN AMRO in het kader van een aanvraag voor een hypothecaire financiering. Haar persoonsgegevens, zoals bedoeld in artikel 4 onder 1) AVG zijn hierna opgenomen in het IR en EVR. Het verzoek tot verwijdering van de IR- en EVR-registraties worden afgewezen. Het subsidiaire verzoek tot beperking van de duur van de registraties wordt ook afgewezen. De gestelde belangen van de verzoekster bij verwijdering van haar persoonsgegevens wegen niet zwaarder dan de rechtvaardigde belangen van verweerster bij handhaving daarvan.