Europees Hof moet zich buigen over privacyzaak tegen Facebook

Bijdrage ingezonden door Hub Dohmen, Dohmen advocatuur.
Column uit Mechatronica & Machinebouw. Smart maintenance en voorspellend onderhoud zijn technologieën met enorme kansen. Het is een fikse vooruitgang ten opzichte van de 'oude' aanpak waarbij alles - bijna middeleeuws - ad hoc en reactief gebeurt. Je repareert alleen datgene dat stukgaat. In grote plants leidt die aanpak tot hoge kosten vanwege lange, niet-geplande, dure downtime. Het vervolg is dan eigenlijk logisch: preventive maintenance. Daarbij leid je de onderhoudsnoodzaak af uit data van slimme devices en componenten. Nu is er dan de hoogste vorm van smart onderhoud beschikbaar: cognitieve maintenance. Aan de hand van bekende patronen wordt voorspeld hoe lang een systeem meegaat. Dan kan er dus in reguliere down-tim es worden vervangen. Océ is er druk mee bezig is in een Europees printeronderhoudsproject. De potentie van voorspellend onderhoud mét big data is helemaal groot: verbeterde uptime, verlengde levensduur van de assets, verhoogde veiligheid en verlaagde onderhoudskosten.Lees verder
Per 1 oktober zal ZENN Advocatuur haar juridische praktijk als NORD Legal LLP voortzetten, een Noord‐Nederlands niche‐advocatenkantoor met onderscheidende expertise op het gebied van IP (Intellectueel Eigendom), IT (IT‐recht) en Privacy. De vraag naar gespecialiseerde niche‐advocaten blijft aanhouden, alle reden om de krachten te bundelen. Want niet alleen is de naam en de rechtsvorm veranderd, ook is het kantoor uitgebreid met een ervaren advocaat op voornoemde rechtsgebieden: mr. Harry Smeltekop. Tezamen met advocaten mr. Koen Konings en mr. Gertjan Van den Hout wordt de bekende kwaliteit van de dienstverlening behouden en zelfs verbeterd.
Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Stichting BREIN.
Vzr. Rechtbank Limburg 8 september 2017, IEF 17146; IT 2358 (Stichting BREIN tegen Usenet-uploader) Ex parte beschikking. Gerekwestreerde heeft op grote schaal auteurs- en nabuurrechtelijk beschermde werken wekelijks geüpload naar het Usenet en openbaar gemaakt door links te publiceren via het forum waarvan hij de administrator is die toegang verschaffen tot de geüploade content. Hierdoor maakt de uploader inbreuk op de auteurs- en naburige rechten van de rechthebbenden wier belangen door BREIN worden behartigd. De voorzieningenrechter gebiedt de inbreuk op auteursrechten te staken en gestaakt te houden onder last van een dwangsom van €2.000,- per dag met een maximum van €50.000. Inmiddels is er een schikking getroffen met de uploader van €5.000,-.
ABRvS 20 september 2017, IT 2357; ECLI:NL:RVS:2017:2555 (NS-reiziger tegen Autoriteit Persoonsgegevens) Wet bescherming persoonsgegevens. Eiser heeft bij de AP een verzoek om handhaving ingediend wegens het feit dat het voordeelurenabonnement alleen te combineren is met een persoonlijke OV-chipkaart, waardoor zijn reisgegevens verwerkt worden als hij wil reizen met een voordeelurenabonnement. Eiser acht dit in strijd met artikel 8 Wbp, nu het voor het uitvoeren van de overeenkomst niet noodzakelijk is dat zijn reisgegevens worden geregistreerd. Rechtbank Gelderland [IT 2345] heeft geoordeeld dat de AP onvoldoende heeft onderzocht of de gegevensverwerking voldoet aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel. De vraag is of het voor de uitvoering van de overeenkomst noodzakelijk is dat de reisgegevens worden verwerkt door het verplicht stellen van een persoonlijke OV-chipkaart. De AP had op grond van art. 60 Wbp moeten onderzoeken of een systeem mogelijk is dat aan de bezwaren van eiser tegemoet kan komen, met inachtneming van de belangen van de derde-partijen. De Afdeling bestuursrechtspraak vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover het opgedragen onderzoek als bedoeld in art. 60 Wbp. Het fase I-onderzoek van de AP, waarin wordt getoetst of het verzoek aan de formele eisen uit de Awb voldoet, heeft uitgewezen dat overtredingen van art. 8 Wbp niet aan de orde zijn.
Uitspraak ingezonden door Bastiaan van Ramshorst, Stichting BREIN
Conclusie AG HvJ EU 7 september 2017, IEF 17142; IEFbe 2356; IT 2356; ECLI:EU:C:2017:649; C‑265/16 (VCAST Limited tegen R.T.I. SpA) Privékopie-exceptie. Richtlijn 2000/31/EG. Richtlijn 2001/29/EG. VCAST biedt via internet een systeem aan waarmee alle tv-programma’s van belangrijke Italiaanse zenders als video kunnen worden opgeslagen (‘cloud computing’). RTI stelt onrechtmatigheid van de activiteiten van VCAST. Zij wijst op haar zowel Italiaans- als EU-wettelijk geregelde exclusieve recht op het economisch gebruik van de werken die zij via haar netwerken uitzendt (en de daaruit voortvloeiende rechten). VCAST stelt dat haar activiteiten overeenkomen met het verhuren van een video-opnamesysteem op afstand. Dit is volgens de Italiaanse wet tegen billijke vergoeding toegestaan. Ook het Unierecht zou hieraan niet in de weg staan zolang sprake is van een forfaitaire vergoeding aan de rechthebbenden. RTI stelt dat lidstaten is toegestaan het maken van een privékopie mogelijk te maken onder de voorwaarde van een billijke compensatie en alleen in het geval dat de reproductie door een natuurlijk persoon voor eigen gebruik en zonder commercieel oogmerk wordt verricht. Het gaat om een uitzondering die dan ook strikt moet worden uitgelegd. Het toestaan van reproduceren met commercieel oogmerk zou dan ook in strijd zijn met EU-recht. Conclusie AG:
Artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling in de weg staat aan een nationale regeling op grond waarvan het is toegestaan om zonder toestemming van de rechthebbenden van de auteursrechten een online opnamedienst aan te bieden voor op het grondgebied van die lidstaat vrij beschikbare, langs terrestrische weg uitgezonden televisie-uitzendingen, wanneer de aanbieder van die dienst, en niet de gebruiker ervan, het terrestrisch uitgezonden signaal ontvangt aan de hand waarvan de opname wordt gemaakt.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) gaat telecomaanbieders streng controleren op contractswijzigingen in zakelijke contracten waarmee abonnees niet expliciet hebben ingestemd. De ACM houdt zelf actief toezicht, maar is ook geïnteresseerd in signalen over stilzwijgende wijzigingen in zakelijke telecomcontracten. Is uw zakelijk telecomcontract bijvoorbeeld stilzwijgend verlengd? Meld uw signaal dan bij het bedrijvenloket van de ACM.
Lees verder
De Brauw Blackstone Westbroek raakt zijn laatste ICT-partner kwijt. Bart van Reeken verlaat het kantoor na ruim dertig jaar om per 1 november partner te worden bij Van Doorne. Zaken op het vlak van IT contracting en outsourcing hebben niet langer de prioriteit binnen de strategie van De Brauw. “Ik was een beetje de geweldige hockeyer in een voetbalteam geworden. Dan kun je beter naar een goed hockeyteam gaan.” Advocatie
HvJ EU 27 september 2017, IEF 17135; IEFbe 2353; IT 2353; ECLI:EU:C:2017:725; C-73/16 (Peter Puskar tegen Slowakije) Verwerking van persoonsgegevens, bescherming van de grondrechten. Peter Puskar verzoekt om alle SLW belastingautoriteiten te verbieden zijn naam en identificatiegegevens te plaatsen op een (‘zwarte’) lijst van natuurlijke personen die volgens het openbaar bestuur zijn te beschouwen als ‘stromannen’. Verzoeker stelt dat vermelding op de lijst inbreuk maakt op zijn recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van de goede naam. HvJ EU antwoordt dat:
HvJ EU 27 september 2017, C-24/16 en C-25/16, ECLI:EU:C:2017:724; IEF 17133; IEFbe 2351; IT 2352 (Nintendo tegen BigBen) Jurisdictie. Modelrecht. Via een website worden afstandsbedieningen voor game consoles aangeboden met daarbij een afbeelding van een game console waarop modelrechten gelden. HvJ EU antwoordt (FR/DUI), kort gezegd, dat artikel 20 lid 1 onder c GemModVo zo moet worden uitgelegd dat een derde die zonder toestemming van de Gemeenschapsmodelgerechtigde bij rechtmatig voeren van een bedrijf in accessoires die toebehoren aan waren van de modelrechthouder om de toepassing van die waren toe te lichten middel het plaatsen van een afbeelding op de website of daartoe te citeren dat dat toelaatbaar is.
1) Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen, gelezen in samenhang met artikel 6, punt 1, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat in omstandigheden als die van de hoofdgedingen, waarin de internationale bevoegdheid van een rechtbank voor het gemeenschapsmodel waarbij een vordering wegens inbreuk aanhangig is gemaakt, ten aanzien van een eerste verweerder is gebaseerd op artikel 82, lid 1, van verordening nr. 6/2002 en ten aanzien van een in een andere lidstaat gevestigde tweede verweerder op dat artikel 6, punt 1, gelezen in samenhang met artikel 79, lid 1, van verordening nr. 6/2002, omdat deze tweede verweerder producten vervaardigt en levert aan de eerste verweerder die deze verkoopt, deze rechtbank op verzoek van de verzoekende partij ten aanzien van de tweede verweerder maatregelen overeenkomstig artikel 89, lid 1, en artikel 88, lid 2, van verordening nr. 6/2002 kan gelasten die ook betrekking hebben op gedragingen van deze tweede verweerder die geen verband houden met bovengenoemde toeleveringsketen en die gelden voor de gehele Europese Unie.
2) Artikel 20, lid 1, onder c), van verordening nr. 6/2002 moet aldus worden uitgelegd dat een derde die, zonder toestemming van de houder van de aan een gemeenschapsmodel verbonden rechten, onder meer via zijn website gebruikmaakt van afbeeldingen van producten die overeenstemmen met dergelijke modellen in het kader van de rechtmatige verkoop van producten die bestemd zijn voor gebruik als accessoires voor specifieke producten van de houder van de aan deze modellen verbonden rechten, teneinde het gezamenlijke gebruik van de aldus verkochte producten en de specifieke producten van de houder van die rechten uit te leggen en te tonen, een handeling bestaande in de reproductie ter „illustratie” in de zin van dat artikel 20, lid 1, onder c), verricht, zodat een dergelijke handeling krachtens deze bepaling toegestaan is voor zover is voldaan aan de daarin gestelde cumulatieve voorwaarden, hetgeen de nationale rechter dient na te gaan.
3) Artikel 8, lid 2, van verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen („Rome II”) moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „land waar de inbreuk is gepleegd” in de zin van die bepaling ziet op het land van de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan. In omstandigheden waarin eenzelfde verweerder verschillende inbreukmakende handelingen worden verweten die in verschillende lidstaten zijn verricht, dient voor de vaststelling van de schadeveroorzakende gebeurtenis niet te worden gerefereerd aan elke verweten inbreukmakende handeling, maar dient het gedrag van die verweerder in zijn totaliteit te worden beoordeeld teneinde de plaats vast te stellen waar de oorspronkelijke inbreukmakende handeling die ten grondslag ligt aan het verweten gedrag, door die verweerder is verricht of dreigt te worden verricht.