Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
4.663 artikelen gevonden
IT 2413

Reëel risico dat contante gelden die bitcoinmakelaar ontvangt uit misdrijf afkomstig zijn

Rechtbank 16 nov 2017, IT 2413; ECLI:NL:RBAMS:2017:8376 (Bitcoinmakelaar tegen ING), https://itenrecht.nl/artikelen/re-el-risico-dat-contante-gelden-die-bitcoinmakelaar-ontvangt-uit-misdrijf-afkomstig-zijn

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 november 2017, IT&R 2413; ECLI:NL:RBAMS:2017:8376 (Bitcoinmakelaar tegen ING). Bitcoins. Contractenrecht. Eén van de eisers houdt zich bezig met het in- en verkopen van bitcoins in opdracht van haar klanten. Zij heeft een zakelijk betaalpakket afgenomen bij ING. Aanvankelijk werden de bitcoins gekocht met contact geld, maar na een sommatie van ING wordt het contante geld opgehaald door een waardetransportbedrijf en gestort op de zakelijke rekening van de makelaar. In 2017 heeft ING gevraagd naar de herkomst van het gestorte geld om zo te voorkomen dat zij bij witwassen betrokken raakt. Uiteindelijk deelt ING aan de makelaar mee dat zij onvoldoende heeft aangetoond dat de gestorte contacten een legitieme herkomst hebben en dat zij de zakelijke rekening beëindigt. Vooropgesteld staat dat transacties in bitcoins een hoog risicoprofiel hebben. Het is voldoende aannemelijk dat de makelaar niet tijdig heeft voldaan aan de opdracht van ING om geen bitcoins met contant geld meer aan te kopen en om te stoppen met het storten van contante gelden op haar ING rekening. Het risico dat de contante gelden die de makelaar ontvangt uit misdrijf afkomstig zijn is reëel. Het was voor de makelaar mogelijk geweest om eerder de handel en wandel van haar grote klanten te onderzoeken. De overeenkomst is door ING met een gerechtvaardigd belang beëindigd.

IT 2412

Vragen aan HvJEU over het verbod om in een lidstaat kansspelen via internet aan te bieden

HvJ EU 16 mrt 2017, IT 2412; C-166/17 (Sportingbet), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-het-verbod-om-in-een-lidstaat-kansspelen-via-internet-aan-te-bieden

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 maart 2017, IT&R 2412; RB 3035; IEFbe 2406; C-166/17 (Sportingbet). Kansspelen. Internet. Via MinBuZa: In het aangehaalde arrest in zaak C-42/07 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 49 EG niet in de weg staat aan een regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die marktdeelnemers als Bwin International Ltd die in andere lidstaten zijn gevestigd, waar zij rechtmatig soortgelijke diensten verrichten, verbiedt om via het internet kansspelen aan te bieden op het grondgebied van deze lidstaat. Dat arrest is gewezen op een verzoek om een prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van de artikelen 43, 49 en 56 EG. In casu betoogt een van de verwerende partijen echter dat de onderhavige zaak niet alleen die verdragsbepalingen betreft, maar ook de artikelen 2, 3, 23, 30, 31, 46, 55, 59, 66, 86, 106 en 107. Aangezien de Supremo Tribunal de Justiça in laatste aanleg uitspraak moet doen en bij twijfel verplicht is een verzoek om een prejudiciële beslissing te doen, opdat aldus een duidelijk oordeel kan worden gevormd aan de hand van de benodigde toelichting, verzoekt deze rechterlijke instantie het Hof om een beslissing over de hierboven weergegeven prejudiciële vragen, zoals toegelicht in het verzoek van de verwerende partijen. 

IT 2411

Abusievelijke publicatie ritgegevens zorgvervoerder door gemeenten is openbaring bedrijfsgeheimen

Rechtbank 6 sep 2017, IT 2411; ECLI:NL:RBNHO:2017:7337 (Zorgvervoercentrale Nederland c.s. tegen Gemeenten), https://itenrecht.nl/artikelen/abusievelijke-publicatie-ritgegevens-zorgvervoerder-door-gemeenten-is-openbaring-bedrijfsgeheimen

Rechtbank Noord-Holland 6 september 2017, IEF 17278; IT&R 2411; ECLI:NL:RBNHO:2017:7337 (Zorgvervoercentrale Nederland c.s. tegen Gemeenten). Databankenrecht, geen inbreuk. Privacy. Onrechtmatige daad. Verschillende gemeenten hebben in 2015 via TenderNed een openbare aanbesteding georganiseerd voor zorgvervoer. Zorgvervoercentrale Nederland (ZCN) was de huidige vervoerder. Gemeenten hebben een van ZCN ontvangen Excel-bestand met gegevens over gefactureerde ritten gepubliceerd als bijlage bij de aanbesteding. Vanwege geheime informatie in het bestand heeft ZCN verzocht tot verwijdering, wat 5 dagen na publicatie is gebeurd. Als gevolg van het gebeurde is de aanbesteding ingetrokken. Hoewel de gegevens in het bestand afkomstig zijn uit een databank van ZCN, is er geen sprake is van het opvragen of hergebruiken van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van ZCN. De gemeenten hebben wel de zorgvuldigheidsnorm overschreden, nu door de publicatie van het bestand geheime bedrijfsinformatie verspreidt is. Het publiceren van de persoonsgegevens zoals die in het bestand stonden, is niet onrechtmatig jegens ZCN. Het is niet ondenkbaar dat ZCN schade heeft geleden, welke bepaald zal worden in een schadestaatprocedure.

IT 2409

Totdat derde als getuige is gehoord mag beslag op haar telefoon voortduren

Overige instanties 6 nov 2017, IT 2409; ECLI:NL:OGHACMB:2017:128 (Strafrechtelijk beslag telefoon), https://itenrecht.nl/artikelen/totdat-derde-als-getuige-is-gehoord-mag-beslag-op-haar-telefoon-voortduren

Gem. Hof van Justitie 6 november 2017, IT&R 2409; ECLI:NL:OGHACMB:2017:128 (Strafrechtelijk beslag telefoon). De telefoon van de vriendin van een verdachte in een strafrechtelijk proces is in beslag genomen. Deze telefoon kan veel informatie bevatten. Niet valt in te zien waarom de vriendin in haar bewegingsvrijheid wordt beperkt nu zij geen telefoon heeft. De vriendin zal na een verhoor als getuige haar in beslag genomen telefoon terugkrijgen. Het is voor het belang van de waarheidsvinding belangrijk dat de vriendin de informatie op de telefoon niet terug kan lezen. Nu de informatie op de telefoon en de telefoon zelf (het toestel) onlosmakelijk met elkaar verbonden, staat dat dus aan teruggave van het telefoontoestel in de weg.

IT 2408

Juwelier had bedacht moeten zijn op fraude via internetbankieren

Rechtbank 1 nov 2017, IT 2408; ECLI:NL:RBNNE:2017:4160 (ING tegen De Gouden Eeuw), https://itenrecht.nl/artikelen/juwelier-had-bedacht-moeten-zijn-op-fraude-via-internetbankieren

Rechtbank Noord-Nederland 1 november 2017, IT&R 2408; ECLI:NL:RBNNE:2017:4160 (ING tegen De Gouden Eeuw). Fraude. Internetbankieren. In 2016 heeft is een significante order geplaatst bij juweliersbedrijf De Gouden Eeuw. De overboeking van deze order kwam ten laste van X. Na aangifte van X en een onderzoek van ING blijkt dat X slachtoffer is geworden van "phishing fraude", waarop ING X schadeloos heeft gesteld. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten dat De Gouden Eeuw actief betrokken is geweest bij de fraude. Er is geen wanprestatie op basis van de Voorwaarden die ING hanteert bij haar rekeningen. Van een onrechtmatige daad is evenmin sprake nu ING geen feiten of omstandigheden heeft gesteld die staven dat gedaagden zich schuldig hebben gemaakt aan (schuld)heling en/of (schuld)witwassen. Er is evenwel voldoende vast komen te staan dat er sprake is van fraude. De Gouden Eeuw had kunnen weten dat bij een transactie als de onderhavige mogelijk sprake is van fraude. De betaling van het bedrag aan De Gouden Eeuw heeft plaatsgevonden zonder rechtsgrond, zodat dit bedrag teruggevorderd kan worden.

IT 2407

Opleiding van 'maar' 15 minuten is geen grond voor ontbinding overeenkomst

Rechtbank 13 jul 2017, IT 2407; ECLI:NL:RBROT:2017:5589 (Proximedia tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/opleiding-van-maar-15-minuten-is-geen-grond-voor-ontbinding-overeenkomst

Rechtbank Rotterdam 13 juli 2017, IT&R 2407; ECLI:NL:RBROT:2017:5589 (Proximedia tegen gedaagde). Contractenrecht. Gedaagde stelt dat Proximedia tekort is geschoten door o.a. het niet tijdig gereed zijn/online gaan van landingspagina's; het niet leveren van call tracking en search engine advertising en het niet geven van een opleiding tot het gebruik van een applicatie. Proximedia heeft bewijs aangedragen dat de internetdiensten geleverd zijn. Ten aanzien van de tijdige levering staat vast dat gedaagde Proximedia niet in gebreke heeft gesteld, waardoor Proximedia niet in verzuim kan zijn. De uitleg van een applicatie hoeft niet veel tijd in beslag te nemen, dus dat de opleiding maar 15 minuten duurde is geen contra-indicatie. Proximedia is hier dus eveneens niet tekort geschoten. 

IT 2410

Conclusie AG: Een consument verliest niet zijn hoedanigheid na langdurig gebruik van een particulier Facebookaccount om activiteiten te ontplooien

HvJ EU 14 nov 2017, IT 2410; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-een-consument-verliest-niet-zijn-hoedanigheid-na-langdurig-gebruik-van-een-particulier

Conclusie AG HvJ EU 14 november 2017, IEF 17276; IEFbe 2403; IT 2410; RB 3032; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook) vgl. IT 1878 . Voor „socinfluencers”, „prosumers” (professionele consumenten) zijn hun persoonlijke accounts op sociale netwerken een onmisbaar instrument voor hun werk. Een consument verliest niet zijn hoedanigheid indien hij – na langdurig gebruik van een particuliere Facebookaccount om zijn rechten uit te oefenen – boeken publiceert, lezingen houdt (soms ook tegen betaling), websites exploiteert, giften inzamelt om de rechten te kunnen uitoefenen. Bevoegdheid in zaken betreffende consumentenovereenkomsten – Begrip ,consument’ – Sociale media –Facebookaccounts en Facebookpagina’s – Cessie van vorderingen door consumenten die woonplaats hebben in dezelfde lidstaat, in een andere lidstaat en in een derde land – Collectief verhaal.

IT 2404

Omstandigheden beëindiging kunnen niet aan principaal worden toegerekend

Rechtbank 7 nov 2017, IT 2404; ECLI:NL:RBAMS:2017:8153 (Apply tegen Vodafone), https://itenrecht.nl/artikelen/omstandigheden-be-indiging-kunnen-niet-aan-principaal-worden-toegerekend

Rechtbank Amsterdam 7 november 2017, IT&R 2404; ECLI:NL:RBAMS:2017:8153 (Apply tegen Vodafone). Telecom. Contractenrecht. Apply is een dienstverlenende organisatie op het gebied van ICT, meer in het bijzonder in spraak- en dataoplossingen. Vodafone is een Nederlandse telecomprovider. Partijen zijn in 2010 meerdere overeenkomsten aangegaan. In 2016 zijn partijen uit elkaar gegaan. De overeenkomsten zijn aan te merken als agentuurovereenkomsten. Agentuurovereenkomst die na het verstrijken van de termijn waarvoor zij is aangegaan door beide partijen wordt voortgezet, bindt partijen voor onbepaalde tijd op dezelfde voorwaarden. Van een dergelijke voortzetting is hier sprake. Uiteindelijk is het Apply geweest die de overeenkomst feitelijk heeft beëindigd. De enkele omstandigheid dat partijen nog geen overeenstemming hadden over de daarna gelegen periode of dat Apply Vodafone arrogant vond en geen vertrouwen meer had in een verdere vruchtbare samenwerking, zoals door haar gesteld, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de beëindiging gerechtvaardigd was door omstandigheden die de principaal kunnen worden toegerekend. Apply heeft aldus geen recht op een klantenvergoeding.

IT 2406

Politieke organisatie dient rectificatie te plaatsen wegens verwijten jegens radiostation

Rechtbank 8 nov 2017, IT 2406; ECLI:NL:RBDHA:2017:12864 (Feel Good Radio tegen Vereniging Onafhankelijk Rijswijk), https://itenrecht.nl/artikelen/politieke-organisatie-dient-rectificatie-te-plaatsen-wegens-verwijten-jegens-radiostation

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 november 2017, IEF 17271; IT&R 2406; ECLI:NL:RBDHA:2017:12864 (Feel Good Radio tegen Vereniging Onafhankelijk Rijswijk). Rectificatie. Feel Good Radio produceert radioprogramma’s voor de Stichting Omroep Rijswijk (SOR). De VOR is een politieke organisatie welke verschillende nieuwsberichten op haar website heeft geplaatst met betrekking tot Feel Good Radio. De VOR heeft onrechtmatig gehandeld jegens Feel Good Radio door het publiceren van de berichtgeving, nu deze feitelijke grondslag missen. De VOR zal voorts worden geboden een rectificatie te plaatsen. 

IT 2405

Voorstel Wet bescherming bedrijfsgeheimen is naar de Tweede Kamer gestuurd

Het voorstel Wet bescherming bedrijfsgeheimen is naar de Tweede Kamer gestuurd en gepubliceerd. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden, maar wijst op het volgende:

Volgens de memorie van toelichting is het wetsvoorstel voorgelegd aan de Raad voor de rechtspraak voor een uitvoeringstoets.  Deze toets is pas recent verschenen en is inhoudelijk niet verwerkt in het wetsvoorstel dat voor advies bij de Afdeling aanhangig is.  De Afdeling benadrukt nogmaals dat haar rol als adviseur in laatste instantie vergt dat andere adviezen of toetsen beschikbaar en verwerkt zijn op het moment dat een voorstel bij de Afdeling aanhangig wordt gemaakt. Met betrekking tot de uitvoeringstoets van de Raad voor de rechtspraak adviseert de Afdeling dit alsnog te wegen. Indien het advies leidt tot wijzigingen op belangrijke onderdelen, dan adviseert de Afdeling het wetsvoorstel opnieuw voor advies voor te leggen aan de Afdeling als laatste adviseur.