Gerechtvaardigde registratie BKR moet worden verwijderd na belangenafweging

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 29 mei 2019, IT 2795; ECLI:NL:RBMNE:2019:2434 ( X tegen Rabobank en ICS) Kort geding. Verwijdering BKR-registraties. Eiser had een vloerbedekkings- en raambekledingsbedrijf dat in 2013 is failliet verklaard. Enige tijd nadien is het faillissement opgeheven wegens gebrek aan baten. In 2018 is een akkoord bereikt met de schuldeisers, waaronder gedaagden Rabobank en ICS, waarbij eiser de schulden aan zijn schuldeisers gedeeltelijk heeft voldaan en waarbij hem door die schuldeisers finale kwijting is verleend. Gedaagden hebben melding gemaakt bij het Bureau Kredietregistratie (BKR) van het feit dat er een betalingsachterstand was ontstaan en dat de vordering uiteindelijk niet volledig is voldaan. Het BKR heeft de melding van de Rabobank in het door haar bijgehouden Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) vastgelegd. De BKR-registraties zullen in 2023 worden verwijderd. De gerechtvaardigde registratie moet worden verwijderd, wanneer het doel dat de registratie dient, niet langer opweegt tegen de belangen van de betrokkene bij het verwijderen ervan. De belangenafweging valt in dit geval in het voordeel van de eiser uit. Er is namelijk niet gebleken dat het nodig is om financiële instellingen en/of de maatschappij op dit moment nog (en tot 2023) te beschermen tegen het risico dat eiser (opnieuw) schulden maakt.