Onder bedreiging door derden
Overeenkomst telefoonabonnement met mobiele telefoon onder bedreiging aangegaan.
De telefoon heeft zij af moeten staan. De verschuldigde abonnementsgelden zijn door gedaagde niet voldaan. Eiseres vordert betaling van de abonnementsgelden en de door haar geleden schade. Nu de dreiging niet is uitgegaan van Telfort, maar van een derde is er geen beroep op 3:44 lid 5 BW mogelijk, zo bepleit Telfort/eiseres. Rechter: de verkoper had een onderzoeksplicht als in de geschetste omstandigheden een jonge vrouw begeleid door 3 jongemannen een duur abonnement komt afsluiten en diende gerichte vragen te stellen. Beroep op bedreiging wordt gehonoreerd en de wil was dus niet aanwezig tot het aangaan van de overeenkomst. Er is geen rechtvaardigingsgrond ex 3:35 BW hiervoor. De kantonrechter wijst de vordering af.
5.3 Dat neemt niet weg dat eerst onderzocht moet worden, nu de dreiging niet is uitgegaan van Telfort, althans van haar personeel, maar van een derde, die geen partij is bij de overeenkomst, of er op die bedreiging op grond van het bepaalde in artikel 3:44 lid 5 BW tegenover Telfort c.q. eiseres geen beroep kan worden gedaan, zoals eiseres heeft aangevoerd.
Telfort c.q. eiseres komt het verweer dat die dreiging niet vanwege haar is geuit niet toe wanneer zij reden had het bestaan van de dreiging te vermoeden.5.7 In het licht van de overwegingen onder 5.1 en 5.2, alsmede van de door gedaagde geschetste omstandigheden - begeleiding door 3 jongemannen en een jonge vrouw – moet worden geoordeeld dat op de verkoper een onderzoeksplicht rustte. De verkoper van Telfort had gedaagde moeten vragen of zij het abonnement wel wilde sluiten en of zij inkomsten had waarvan zij het abonnement kon betalen en aldus zich de telefoon wel kon veroorloven, in ieder geval was een nader onderzoek en daarop gerichte vragen door de verkoper, onder de gegeven omstandigheden, onontbeerlijk. Eiseres heeft gesteld, noch is daarvan gebleken dat in dit geval het sluiten van het abonnement door de verkoper kritisch is begeleid. Dit valt, zoals overwogen, aan eiseres toe te rekenen.
Opvallend is in dit verband nog, dat de verkoper, die op de computer in de winkel de overeenkomst heeft ingevuld, bij geslacht ‘man’ heeft getypt. Dit is later met de pen in ‘vrouw’ gewijzigd. Daaruit kan worden afgeleid, dat de verkoper bij het opstellen van de overeenkomst er van uitgegaan is, dat de jongeman die gedaagde begeleidde de overeenkomst zou sluiten en niet gedaagde.
Dit betekent dat onder de gegeven omstandigheden de verkoper er niet zonder meer op had mogen vertrouwen dat gedaagde de wil had tot het aangaan van de overeenkomst.5.8 Nu gedaagde bij het aangaan van de overeenkomst werd bedreigd en als hiervoor vastgesteld aan eiseres geen beroep op artikel 3:44 lid 5 BW toekomt, als ook dat bij gedaagde de wil tot het sluiten van het onderhavige abonnement ontbrak en op grond van de omstandigheden eiseres zich evenmin kan beroepen op bescherming van gerechtvaardigd vertrouwen als bedoeld in artikel 3:35 BW, moet worden geoordeeld dat de overeenkomst waarop eiseres haar vordering grondt, niet rechtsgeldig tot stand is gekomen. Eiseres kan dan ook geen aanspraak maken op uit die overeenkomst voortvloeiende betalingsverplich¬tin¬gen voor gedaagde.
5.9 Het vorenoverwogene betekent dat de vorderingen van eiseres aan haar ontzegd moeten worden wegens het ontbreken van een deugdelijke grondslag en dat zij als de in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Aan gedaagde zal wegens verletkosten een bedrag ad € 50,-- worden toegewezen.
Vergelijkbaar met IT
In de Proximedia serie, IT
Bevoegdheidsincident inzake arbitragebeding. Beide partijen verwerpen uitdrukkelijk de algemene voorwaarden van de wederpartij. De algemene voorwaarden zijn in ieder geval wat betreft het arbitragebeding niet verenigbaar. In afwijking van de vuistregel van art. 6:225 lid 3 BW geen van beide sets algemene voorwaarden van toepassing. Rechtbank bevoegd.
Outsourcing van business, wellicht intessant voor IT-outsourcing. Voor een periode van vijf jaar is het reinigen van chirurgisch instrumentarium uitbesteed. Uitleg overeenkomst: Instrumentnetten blijken in dit ziekenhuis in een halve mand te gaan. Prijs bepaald door de omvang van de werkzaamheden dus niet door (de afmetingen van) de mand maar door de inhoud daarvan. SLZ heeft aangevoerd dat de uitbesteding kostenbesparing zou opleveren, echter SLZ's onjuiste voorstelling van zaken is voor eigen rekening.
Klein zaak, als randvermelding. Telefonische verkoop. eCommerce. Dwaling en bedrog. DotSolutions heeft telefonisch akkoord van X om bedrijfvermelding op [de website] te plaatsen en onderhouden á €155,40 per jaar, 30 dagen op proef. Binnen 30 dagen is er opgezegd en twee dagen later wederom telefoongesprek voortzetting onder oude voorwaarden, maar nog slechts 11 dagen opzegtermijn; op de 11e dag werd de rekening gestuurd. Weigert betaling mede omdat bedrijfsnaam in verkeerde rubriek is geplaatst, de opzegging door dotSolutions is bevestigd. Aan de hand van opgenomen telefoongesprekken wordt duidelijk dat er geen sprake is van dwaling of bedrog, noch dat er melding is gemaakt van plaatsing in verkeerde rubriek.
Interessant voor de hardware-praktijk. Eigendomsvoorbehoud in algemene voorwaarden? Verwijzing op voorzijde facturen naar AV op achterzijde. Toepasselijkheid AV. Bewijsopdracht dat de AV waarnaar wordt verwezen het eigendomsvoorbehoud bevatten. Uitleg eigendomsvoorbehoud.