IT 4880
11 juni 2025
Artikel

Vacature werkstudent Tech & Data bij Fieldfisher Amsterdam

 
IT 4878
11 juni 2025
Uitspraak

College van Bestuur van Universiteit Utrecht heeft volledige inzage gegeven in opgeslagen gegevens van eiser

 
IT 4877
11 juni 2025
Uitspraak

Betent heeft onterecht jackpot niet uitgekeerd, rechtbank definieert ‘delen’ van spelersaccount

 
IT 1960

Autoriteit Persoonsgegevens: last onder dwangsom voor Facebook herroepen

Uit het persbericht: De Autoriteit Persoonsgegevens (tot 1 januari 2016: College bescherming persoonsgegevens [CBP]) heeft besloten de eerder aan Facebook Inc. opgelegde last onder dwangsom te herroepen. De Autoriteit Persoonsgegevens had Facebook Inc. de last onder dwangsom opgelegd omdat het bedrijf een deel van de informatie die de Autoriteit Persoonsgegevens in het kader van zijn lopende onderzoek had gevraagd, niet verstrekte. Facebook Inc. heeft de procedurele vragen over de bevoegdheid van de Autoriteit Persoonsgegevens en de toepasselijkheid van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) inmiddels voldoende beantwoord. Dat betekent dat Facebook Inc. hiervoor geen dwangsom hoeft te betalen. Het inhoudelijk onderzoek naar de nieuwe privacyvoorwaarden van Facebook loopt nog.

Bezwaar Facebook
Facebook Inc. was het oneens met de last onder dwangsom van de Autoriteit Persoonsgegevens. Het bedrijf had daarom bezwaar gemaakt tegen het dwangsombesluit. Omdat Facebook Inc. de belangrijkste vragen van de Autoriteit Persoonsgegevens heeft beantwoord, ziet de toezichthouder geen aanleiding meer om de last onder dwangsom te handhaven.

Onderzoek Autoriteit Persoonsgegevens
De Autoriteit Persoonsgegevens had Facebook Inc. een last onder dwangsom opgelegd omdat het bedrijf een deel van de informatie niet verstrekte. De toezichthouder had de gevraagde informatie van Facebook Inc. onder meer nodig om zijn bevoegdheid en de toepasselijkheid van de Wbp vast te stellen in het kader van zijn onderzoek naar de privacyvoorwaarden van Facebook. Facebook Inc. gaf aan de bevoegdheid van de Autoriteit Persoonsgegevens over Facebook Inc. en de toepasselijkheid van de Wbp op de verwerking van persoonsgegevens van Nederlandse Facebook-gebruikers niet te erkennen, maar Facebook Inc. was bereid de vragen van het CBP daarover wel te beantwoorden. De Autoriteit Persoonsgegevens had daarom de last onder dwangsom tijdelijk geschorst.

Eind 2014 besloot de Autoriteit Persoonsgegevens onderzoek te doen naar de privacyvoorwaarden van Facebook. Aanleiding daarvoor was de aankondiging van het concern dat per 1 januari 2015 nieuwe privacyvoorwaarden zouden gelden voor Facebookgebruikers. Deze privacyvoorwaarden zijn uiteindelijk op 30 januari 2015 in werking getreden.

IT 1951

Nieuw SGOA ICT-mediationreglement

ICT-mediationreglement van de SGOA is bij uitstek geschikt om zakelijke geschillen binnen het werkingsgebied van de informatie-en communicatietechnologie (ICT) op te lossen. Onder ICT-mediation wordt verstaan een methode om met behulp van een gespecialiseerde ICT-jurist en een ICT-deskundige een klimaat te scheppen waarbinnen een zakelijk geschil op het bovengenoemde terrein tussen partijen door henzelf kan worden opgelost. SGOA heeft een nieuw reglement [2016-editie], met de volgende belangrijke wijzigingen ten opzichte van het oude reglement:

• Primaat benoeming mediators bij partijen
Net als bij arbitrage wil de SGOA ook bij mediations waar mogelijk het primaat bij de benoemingen bij partijen zelf leggen, met behoud en borging van het onderscheidende uitgangspunt van de SGOA: een multidisciplinair koppel mediators. Artikel 3 stelt nu de mogelijkheid tot het indienen van een gezamenlijk verzoek tot mediation voorop met daarbij de uitnodiging aan partijen om in gezamenlijkheid de mediators te benoemen. Er vindt alleen nog bij een eenzijdig verzoek een lijstprocedure plaats.
• Mediation-overeenkomst
De mediation-overeenkomst wordt een belangrijk onderdeel van de procedure.
Er zal gewerkt worden met een mediationovereenkomst die wordt gesloten tussen de mediators en de partijen. De overeenkomst wordt voor de eerste bijeenkomst aan partijen toegestuurd. De mediationbijeenkomst begint met het bespreken en tekenen van de mediationovereenkomst. Alle aanwezigen zijn zich aldus bewust van de toepasselijke "spelregels" en ook de geheimhoudingsplicht zal aldus op alle aanwezigen van toepassing zijn. In de mediationovereenkomst kunnen partijen eventueel ook nadere of van het reglement afwijkende afspraken vastleggen.
• Geheimhouding
De plicht tot geheimhouding is ook van toepassing op de mediators.
• Termijnen
De termijn voor de participatie (indien slechts 1 partij de mediation aanhangig maakt) wordt zeven werkdagen (was zeven kalenderdagen). De termijn voor het retourneren van de lijst in geval de lijstprocedure moet worden toegepast, wordt nu zeven werkdagen in plaats van 14 kalenderdagen.
• Wat betreft de kosten
- Alleen administratiekosten worden nog in rekening gebracht; het systeem van administratie- en registratiekosten was onnodig omslachtig. Net als bij arbitrage, zijn ook bij mediation de "registratiekosten" afgeschaft en – naast verschotten en honorarium - alleen nog "administratiekosten" in rekening worden gebracht. Dit brengt als zodanig geen verlaging van het "griffiegeld" mee, maar een simpeler systeem van doorbelasten. Er is een nieuw aanhangsel vastgesteld dat eveneens op de SGOA-website is gepubliceerd.
- De administratiekosten worden berekend over het opgetelde totaal van het door alle partijen opgevoerde financieel belang van het geschil waarvoor zij in mediation een oplossing willen bereiken ("de Kwestie"). De kosten worden 50/50 gefactureerd ook bij ongelijke “vorderingen”.  Indien het totale financieel belang tijdens de mediation wordt verhoogd zijn aanvullende administratiekosten verschuldigd. Ook het uurtarief van de mediator zal dan verhoogd worden indien het definitieve financiële belang in een hogere staffel zou vallen.
• Indienen van stukken
De mediationdeelnemers kunnen uiterlijk 14 dagen voor de (eerste) mediationbijeenkomst de mediators laten weten welke documenten zij wensen in te brengen in de mediation. De mediators zullen laten weten welke documenten ingezonden kunnen worden. Alle andere documenten kunnen worden meegenomen naar de mediationbijeenkomst om waar nodig geraadpleegd te worden.
• Commitment
Hoewel de mediation uiteraard altijd plaats vindt op basis van vrijwilligheid van de deelnemers, is opgenomen dat tot de rechtens afdwingbare verplichting van de deelnemers behoort het deelnemen aan ten minste  één (1) gezamenlijke bijeenkomst
• Mediationcommissie
In dit reglement is geen sprake meer van een "mediationcommissie". Ieder der partijen wordt in de mediation vertegenwoordigd door een daartoe bevoegd persoon met een mandaat om besluiten te nemen.
• Meer dan twee partijen
Er is nadrukkelijk voorzien in de mogelijkheid dat meer dan twee partijen in de mediation betrokken zijn.
• Communicatie
Hoewel het schriftelijk indienen van stukken niet wordt uitgesloten, wordt het indienen per e-mail als uitgangspunt genomen.
• De vaststellingsovereenkomst
Voor de inhoud van de vaststellingsovereenkomst zijn de deelnemers zelf ten volle verantwoordelijk,

IT 1959

IE-Diner 28 januari 2016

Op donderdag 28 januari 2015 (traditioneel de laatste donderdag van januari) organiseert deLex het jaarlijkse IE-Diner in de Industrieele Groote Club op de Dam in Amsterdam.

Een mooie IE-avond, in een zaal vol IE-collega’s, om bij te praten, te pleiten te netwerken en na te pleiten tijdens een vijfgangendiner met een goed glas wijn. Hoogleraren, advocaten, rechters, gemachtigden, bedrijfsjuristen, bestuurders en ambtenaren, allen in ‘gepaste kledij’ *, en uiteraard tafelspeeches van bekende (IE-) juristen. Ook dit jaar is onze ceremoniemeester Toon Huydecoper, oud-advocaat-generaal bij de Hoge Raad.

Inschrijven U kunt zich opgeven via www.delex.nl.

* Kledingvoorschriften/huisregels: Voor de heren: Tenue de Ville, beter bekend als ‘jasje-dasje’, met de das tot 17.00 uur optioneel. Voor dames geldt soortgelijke, passende kleding. Men houdt binnen de Club altijd het jasje aan. Vrijetijdskleding is binnen de Club niet toegestaan. Als er bijzondere gelegenheden zijn kunnen er andere voorschriften gelden. U wordt daarvan tijdig op de hoogte gesteld.

Programma, sprekers, locatie en reisinfo: hier.
17.30 - 18.00 uur Ontvangst & registratie
18.00 - 19.00 uur Aperitief in de Damzaal
19.00 - 22.00 uur Diner in de Groote zaal
22.00 - 23.00 uur Koffie in de Clubzaal
23.00 uur  Einde programma

Het aantal plaatsen is beperkt. Mocht u nog speciale dieetwensen hebben (vegetarisch of anderszins), wilt u dit dan per mail doorgeven?

Deelname aan het IE-Diner kost €225,00 excl. BTW, sponsors van IE-Forum.nl betalen €195,00 excl. BTW.

Heeft u nog vragen?
Stuur een email naar czuidema@delex.nl.

IT 1911

Internet Scriptieprijzen 2015

De sluitingsdatum voor inzendingen is 1 februari 2016. De Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen nodigt masterstudenten (die in 2014 of 2015 zijn afgestudeerd aan een Nederlandse instelling voor wetenschappelijk onderwijs) uit om mee te dingen naar één van onderstaande internet scriptieprijzen, elk ter waarde van €2000,-. Winnaars maken daarnaast kans op een publieksprijs van €500,- extra.
We zijn op zoek naar de beste afstudeerscripties over een internet gerelateerd onderwerp in de volgende disciplines:

De Google-prijs voor de beste scriptie
op het gebied van internet & economie;
Google_2015_logo.svg
De Brinkhof-prijs voor de beste scriptie
op het gebied van internet & recht;
Screen Shot 2015-10-21 at 20.30.58
De SIDN fonds-prijs voor de beste scriptie
op het gebied van internet & maatschappij-
of geesteswetenschappen;
index
De Greenhost-prijs voor de beste scriptie op het gebied van internet & technische wetenschappen; gh_logo_naam_medium

Met deze prijzen willen de initiatiefnemers de belangstelling voor deze betreffende onderzoeksgebieden vergroten, en in bredere zin het maatschappelijk en wetenschappelijk debat over de impact van internettechnologie bevorderen. De scriptieprijzen zijn bedoeld voor masterstudenten die in het kalenderjaar 2014 of 2015 afgestudeerd zijn aan een Nederlandse instelling voor wetenschappelijk onderwijs. Scripties kunnen digitaal worden ingediend via de website www.internetscriptieprijzen.nl door de scriptiebegeleider of door de student zelf.

Een aanmelding dient te bevatten:
- De persoonsgegevens van de kandidaat (incl. e-mailadres en telefoonnummer);
- De naam van de universiteit, de afstudeerdiscipline en de datum van afstuderen;
- Een cijferbriefje of cijferlijst waaruit het scriptiecijfer blijkt;
- De masterscriptie in digitale vorm, bij voorkeur als doorzoekbaar PDF-bestand;
- Eventueel een aanbevelingsbrief van de scriptiebegeleider
De sluitingsdatum voor inzendingen is 1 februari 2016.

Beoordeling van de scripties en toekenning van de prijzen zijn in handen gelegd van vakkundige jury’s die door de KHMW worden benoemd. De scripties worden onder meer beoordeeld op de maatschappelijke relevantie van het onderwerp, de helderheid van de probleemstelling en conclusies, kwaliteit en diepgang van de analyse, accuratesse, leesbaarheid, begrijpelijkheid en originaliteit.

De prijswinnaars worden uitgenodigd de prijs persoonlijk in ontvangst te nemen tijdens een bijeenkomst in het voorjaar van 2016 in het Hodshon Huis te Haarlem, en tijdens deze bijeenkomst een presentatie over hun afstudeeronderzoek te geven. Op basis van de kwaliteit, en originaliteit van deze presentatie en de maatschappelijke impact van het onderwerp, besluit het publiek wie van de vier winnaars een publieksprijs van 500 euro extra zal ontvangen.

Heeft u vragen?
Zie de website: www.internetscriptieprijzen.nl of neem contact op met het secretariaat van de KHMW: secretaris@khmw.nl

IT 1958

Nieuwe beleidsregels actieve openbaarmaking Autoriteit Persoonsgegevens

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft als bestuursorgaan de verantwoordelijkheid en de plicht om uit eigen beweging informatie te verschaffen over haar beleid, de voorbereiding en de uitvoering ervan. In dit kader zullen de nieuwe ‘Beleidsregels actieve openbaarmaking door de Autoriteit Persoonsgegevens’ in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Beleidsregels actieve openbaarmaking De beleidsregels geven inzicht in het actieve openbaarmakingsbeleid van de Autoriteit Persoonsgegevens ten aanzien van haar bevindingen, handhavingsbesluiten, overige besluiten, wetgevingsadviezen en zienswijzen. Het openbaarmakingsbeleid heeft tot doel:

  • transparantie te bieden over het beleid en de uitvoering daarvan;
  • verantwoording af te leggen over de wijze waarop de Autoriteit Persoonsgegevens van haar bevoegdheden gebruikmaakt;
  • het beleid van de Autoriteit Persoonsgegevens te effectueren.

De ‘Beleidsregels actieve openbaarmaking door de Autoriteit Persoonsgegevens’ treden in werking na publicatie in de Staatscourant. De eerdere versie van deze beleidsregels, uit 2013, is met ingang van deze datum ingetrokken.

IT 1957

Lezing NVvIR Jong Cybercrime en Cybersecurity

Flyer
Na een succesvolle eerste lezing [IT 1850], organiseert NVvIR Jong een interessante lezing over Cybercrime & Cybersecurity. Deze lezing zal op vrijdag 22 januari 2016 om 14.30u plaatsvinden bij Kennedy Van der Laan in Amsterdam. We zijn vereerd om Ronald Prins van Fox-IT en David Korteweg van Kennedy Van der Laan als sprekers te hebben. Ronald Prins is directeur en mede – oprichter van Fox-IT, een expert op het gebied van cybersecurity en hij zal over dit onderwerp spreken. David Korteweg is advocaat bij Kennedy Van der Laan, gespecialiseerd in IT-recht en hij zal spreken over cybercrime. Aansluitend zal een netwerkborrel plaatsvinden. Een certificaat van aanwezigheid ten behoeve van het aanvragen van PO-punten kan worden verstrekt.

Aanmelden
Aanmelden voor de lezing kan uitsluitend door een e-mail te sturen naar nvvir.jong@gmail.com. Vermeld daarbij de volgende gegevens: naam, e-mailadres, telefoonnummer en organisatie of universiteit inclusief studierichting. Onvolledige aanmeldingen kunnen we helaas niet verwerken.

IT 1956

Cyberverzekeringen, een opiniestuk omtrent de onlinevertaling van de offline verzekeringsclausule.

Bijdrage ingezonden door Derya Ögretici, Student RUG. De offline wereld De rijksoverheid heeft de - klaarblijkelijk noodzakelijke - campagneboodschap “maak het ze niet te makkelijk” [www.maakhetzeniettemakkelijk.nl, laatst geraadpleegd 11 januari 2016] wederom via meerdere kanalen onder de aandacht gebracht. Wie tegenwoordig de deur achter zich dichttrekt zonder deze op slot te doen maakt zich min of meer schuldig aan het vergemakkelijken van een inbraak.

Verzekeraars volgen de bovenstaande redenering ook. Het is een feit van algemene bekendheid dat verzekeraars in de algemene voorwaarden een clausule opnemen waardoor de verzekerde wordt verplicht het verzekerde object (bijvoorbeeld een huis, een fiets of een auto) van voldoende beveiligingsmaatregelen te voorzien. Het is immers een ondenkbare en onwerkbare situatie dat een verzekeraar de schade moet vergoeden indien de verzekerde heeft nagelaten de minimale beveiligingsvereisten na te komen.

Deze redenering is m.i. voornamelijk van toepassing op de gemiddelde wijken in Nederland. Nader gedefinieerd doel ik op de wijken waar men de buren begroet maar er verder geen vriendschappelijke burenrelatie mee opbouwt. Een gemiddelde is echter niet de standaard, waardoor de clausule van verzekeraars in de amplitudo’s van het gemiddelde minder billijke uitwerkingen tot gevolg kan hebben. Indien verzekerden in een ons kent ons buurt woonachtig zijn en de buurtbewoners een vertrouwde omgang met elkaar hebben, is het niet ondenkbaar dat verzekerden het achterwege laten om de deur op slot te doen. Door het dichttrekken van een deur voldoet men immers aan de redelijkerwijs te stellen preventieve maatregelen welke bedoeld zijn om voldoende waarborgen te bieden tegen ongewenst bezoek.

De online wereld
De vraag naar cyberverzekeringen neemt steeds meer toe [https://www.cyberverzekeringen.nl/nieuws/onderzoek-steeds-meer-vraag-naar-cyberverzekering/, laatst geraadpleegd 11 januari 2016]. De hoeveelheid afgesloten verzekeringen groeien eveneens [https://informatiebeveiliging.nl/nieuws/aantal-verzekeringspolissen-voor-cybercriminaliteit-gegroeid/, laatst geraadpleegd 11 januari 2016]. De cyberverzekeraars werven momenteel met name klanten onder de bedrijven. Dat is verklaarbaar vanuit het gegeven dat bedrijven een toenemend digitaal vermogensbelang hebben. Hierbij kan worden gedacht aan het verzekeren van de digitale gegevens, informatie, kennis, databanken e.d.. Het digitale vermogensbelang van de particulier dient niet te worden onderschat: de digitale vermogensobjecten en daarmee het digitale vermogensbelang van de particulier is eveneens gestaag aan het groeien.

Het afsluiten van massale particuliere cyberverzekeringen is m.i. slechts een kwestie van tijd. De online wereld is hedendaags een standaardonderdeel van ons bestaan en onze digitale documenten e.d. vertegenwoordigen (bijna) de offline vermogenswaarde.

Wanneer dit vooruitzicht wordt vergeleken met de hiervoor geschetste verzekeringsclausule in de offline wereld, mag worden aangenomen dat een cyberverzekeraar zich van een soortgelijke clausule zal bedienen.

Offline: wie de deur niet op slot doet, hoeft niet op een schadeloosstelling te rekenen. Online: wie de digitale gegevens niet voldoende beveiligt, hoeft niet op een schadeloosstelling te rekenen.

Een goede digitale beveiliging (het slot op de deur) zou kunnen bestaan uit de volgende cumulatieve voorwaarden:

  1. Een up-to-date antivirus programma.
  2. Een beveiligde router.
  3. Verschillende wachtwoorden voor:
    a. Gegevens die de verzekerde via internet benadert en/of opslaat, en
    b. Gegevens die de verzekerde op een eigen gegevensdrager bewaart.
  4. Een wachtwoord moet aan de volgende voorwaarden voldoen, minstens 12 tekens, waarvan:
    i. 3x een hoofdletter
    ii. 3x een kleine letter
    iii. 3x een speciaal teken
    iv. 3x een cijfer (0-9)

Wie zich niet bedient van de mogelijkheid om digitale gegevens te beschermen tegen onbevoegden zal zich steeds moeilijker kunnen verdedigen. Het argument van de ons kent ons buurt gaat niet op voor de digitale omgeving. In de digitale omgeving is derhalve eenieder verplicht de deur op slot te doen.

Tot slot
In dit schrijven heb ik de digitalisering belicht aan de hand van verzekeringen. Het is niettemin ook mogelijk dat in een voorstadium van de cyberverzekeringen de rechtspraak omtrent de aansprakelijkheid van de eindgebruikers (particulieren en/of bedrijven) toeneemt naarmate de naar redelijkheid te verwachten beveiligingsmaatregelen niet in acht zijn genomen.

Om de naar redelijkheid te verwachten beveiligingsmaatregelen nader te definiëren is het echter van belang dat het op slot doen van de digitale deur tot de standaard behoort. Teneinde dit te bewerkstelligen kan ik mij verenigingen in de campagneboodschap “maak het ze niet te makkelijk”.

Derya Ögretici

IT 1955

Belangenafweging bij verzoek verwijdering persoonsgegevens valt nadelig uit voor journalist

Rechtbank Amsterdam 24 december 2015, IT 1955; ECLI:NL:RBAMS:2015:9515 ([verzoeker] tegen Google)
Privacy. Wet bescherming persoonsgegevens. Recht om vergeten te worden. [verzoeker] was als freelancemedewerker in dienst bij een weekblad, totdat zij werk ontslagen wegens plagiaat. In het NRC is een artikel hierover verschenen, welk hoog in de zoekresultaten verschijnt, wanneer men op de naam van [verzoeker] zoekt. Verzoeker beroept zich op artikel 46 Wbp en eist verwijdering van zijn persoonsgegevens uit de Google zoekmachine. Het verzoek wordt in het licht van het Costeja-arrest beoordeeld. De hieruit volgende belangenafweging valt nadelig uit voor [verzoeker]. Het artikel ziet op zijn handelen in hoedanigheid als journalist. Het belang beroepsgroep en toekomstige opdrachtgevers staat voorop. Het verzoek wordt afgewezen. 

4.12. De belangenafweging moet in dit geval in het nadeel van [verzoeker] uitvallen. Hiertoe wordt het volgende overwogen. Het artikel is weliswaar uit [jaar] en derhalve van [jaar] geleden, maar dit betekent nog niet dat het niet langer relevant is. Hierbij is het volgende van belang:
- niet in geschil is dat het NRC-artikel op zich juiste informatie verschaft;
- het NRC-artikel ziet op handelen van [verzoeker] zelf, waarmee hij de publicaties die daarvan het gevolg zijn en de publieke belangstelling daarvoor in zekere zin over zichzelf heeft afgeroepen;
- het NRC-artikel ziet op handelen van [verzoeker] in zijn hoedanigheid van journalist en niet van [verzoeker] als privépersoon, terwijl [verzoeker] nog steeds werkzaam is in de journalistieke sector;
- in het NRC-artikel wordt de handelwijze van [verzoeker] aangemerkt als plagiaat (zij het in de visie van [verzoeker] een lichte vorm) en onweersproken is dat plagiaat, ook in lichte vorm, in journalistieke kringen als een ernstig vergrijp wordt gezien.

Dit sluit ook aan bij de door de privacy toezichthouders opgestelde richtlijnen naar aanleiding van het Costeja-arrest (zie hiervoor onder 3.3), waarin onder meer is opgenomen dat “Information is more likely to be relevant if it relates to the current working life of the data subject”. In het licht van deze omstandigheden is het naar het oordeel van de rechtbank van belang dat deze informatie beschikbaar is én ook in de toekomst zal blijven. Dit geldt zeker voor de journalistieke beroepsgroep en in het bijzonder voor mogelijke toekomstige opdrachtgevers van [verzoeker] die de mogelijkheidheid moeten hebben om een eigen afweging te maken en daarbij de aan [verzoeker] verweten handelingen moeten kunnen betrekken. Zij moeten zelf kunnen afwegen of en in hoeverre de ernst van het “vergrijp” van [verzoeker] en de omstandigheid dat het lang geleden heeft plaatsgevonden voor hen van belang is. Daarmee bestaat ook voor Google belang om die informatie te kunnen aanbieden. In zoverre kan niet gezegd worden dat het zoekresultaat met betrekking tot het NRC-artikel bovenmatig of niet relevant is.

4.13. [verzoeker] heeft verder nog aangevoerd dat de koppeling (die hem in verband brengt met een zware vorm van plagiaat) een prominente plaats in het zoekresultaat van Google inneemt, terwijl dat niet geldt voor koppelingen naar artikelen die hem ontlasten en steunen. Deze omstandigheid kan evenwel niet tot een ander oordeel leiden. De koppeling is immers het gevolg van het zonder menselijke tussenkomst functionerende, geautomatiseerde, algoritmische systeem van de zoekmachine. Aan die functie wordt, zoals eerder overwogen, maatschappelijk belang gehecht. De NRC is een landelijk dagblad is en dat heeft volgens Google tot gevolg dat het artikel in het zoekresultaat hoger in relevantie wordt gewaardeerd dan een stuk in bijvoorbeeld een regionaal blad of een persoonlijk blog. Dat uit de kop van het artikel waarnaar wordt verwezen en de snippetvan de inhoud die door de zoekmachine van elke koppeling wordt weergegeven, zoals [verzoeker] betoogt, een vertekend beeld kan ontstaan, is tevens inherent aan de (goede) werking van de zoekmachine en vindt zijn rechtvaardiging in het feit dat tegelijkertijd de volledige, niet-vertekende informatie, te weten het volledige artikel, door middel van diezelfde koppeling beschikbaar is. De prominentie van de koppeling in het zoekresultaat zou kunnen worden gecorrigeerd door de koppeling (relatief) minder prominent in het zoekresultaat weer te geven. Dit is evenwel, naar Google onweersproken heeft aangevoerd, technisch onmogelijk en het verzoek van [verzoeker] is hier ook niet op gericht.

 

IT 1954

Goed voorbereid op de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)?

Contracten ingericht op de Wet Aanpak Schijnconstructies, Goed voorbereid op de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)?(pdf)
Bijdrage ingestuurd door Robert-Jan van der Wart en Anneloes Korremans, De Clercq Advocaten.
De ketenaansprakelijkheid voor opdrachtgevers van aanneming van werk of dienstverlening is aanzienlijk uitgebreid. Als de contracten nog op de 'oude leest’ zijn geschoeid, lopen opdrachtgevers aanzienlijke risico’s. Houd uw modelovereenkomsten daarom goed tegen het licht, als dat nog niet gebeurd is. Daarnaast zullen (hoofd-)opdrachtgevers moeten (kunnen) laten zien meer verantwoordelijkheid te nemen.

Deze wetgeving is relevant voor alle partijen die IT-diensten in de vorm van opdrachten aangaan (zowel inbound als outbound en ongeacht de vorm), waarbij ook subcontractors worden ingeschakeld. Het kan daarbij gaan om implementatie van nieuwe systemen, maar ook outsourcing, SaaS-diensten of andere vormen van IT-gerelateerde dienstverlening.
Lees verder

IT 1953

Versturen van bedrijfsgevoelige informatie naar privé-email onvoldoende grond voor ontbinding arbeidsovereenkomst

Vzr. Rechtbank Rotterdam 4 december 2015, IT 1953; ECLI:NL:RBROT:2015:8887 (Record Toegangstechniek tegen [verweerster])
Werkgever heeft werknemer geschorst wegens het verzenden van een grote hoeveelheid bedrijfsgevoelige informatie naar het privé e-mailadres en het achterhouden van belangrijke informatie. Werkgever verzoekt om ontbinding op de e- en subsidiair op de g-grond. De door Record aangevoerde feiten en omstandigheden kunnen niet leiden tot ontbinding op grond van de e- of g-grond. Het verzoek tot ontbinding wordt afgewezen. Het verzoek tot schadevergoeding door verweerster wordt eveneens afgewezen vanwege onvoldoende grond.

5.3. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Record naar voren gebrachte feiten en omstandigheden geen redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e BW. Bij deze ontslaggrond moet de werkgever aannemelijk maken dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer zodanig dat van hem in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Record heeft aangevoerd dat het verwijtbaar handelen van [verweerster] is gelegen in het verzenden van een enorme hoeveelheid vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige informatie naar haar privé e-mailadres bij e-mailbericht van 7 september 2015. [verweerster] heeft, mede onder verwijzing naar productie 3 bij verweerschrift, gemotiveerd betwist dat de door haar op 7 september 2015 naar haar privé e-mailadres verzonden berichten een enorme hoeveelheid vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige bevat. Zij heeft daartoe aangevoerd dat zij wekelijks van haar collega [O.] een overzicht krijgt toegestuurd. In het e-mailbericht van 7 september 2015 zat dit overzicht en [verweerster] heeft dit bericht doorgestuurd naar haar privé account om er die avond thuis naar te kunnen kijken, mede omdat [O.] gevraagd had naar haar mening over de gewijzigde lay-out van het overzicht. Volgens [verweerster] bevat de inhoud van het overzicht weliswaar gegevens van klanten, maar gaat het slechts om 1% van de omzet.

Van belang is dat Record niet heeft gesteld dat zij schade heeft geleden doordat [verweerster] die gegevens heeft doorgestuurd aan haar privé e-mailadres dan wel dat [verweerster] die gegevens aan derden heeft verstrekt. Record heeft weliswaar gesuggereerd dat het de bedoeling van [verweerster] was om die gegevens aan de concurrent door te sturen, doch zij heeft die suggestie op geen enkele wijze geconcretiseerd. In dat verband komt naar het oordeel van de kantonrechter ook betekenis toe aan de omstandigheid dat het bij Imtech kennelijk niet ongebruikelijk was dat gegevens aan het privé e-mailadres doorgestuurd werden, gezien hetgeen gesteld wordt in het e-mailbericht van [B.] van 20 oktober 2015 dat [verweerster] als productie 2 bij verweerschrift in het geding heeft gebracht.

5.4. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Record naar voren gebrachte feiten en omstandigheden evenmin een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub g BW. Bij deze ontslaggrond moet worden beoordeeld of er sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie, die van dien aard is dat van de werkgever in redelijkheid niet langer te vergen is dat hij het dienstverband continueert. Daarbij geldt tevens dat de werkgever zich in voldoende mate moet hebben ingespannen om de arbeidsrelatie te herstellen.

Op grond van vorenstaande overwegingen moet worden geconcludeerd dat onvoldoende grond bestaat om een verstoorde arbeidsrelatie aan te nemen. Hetgeen Record verder heeft aangevoerd is daartoe eveneens onvoldoende, nu Record mede gelet op de betwisting van [verweerster] de verwijten onvoldoende concreet heeft onderbouwd. Voor zover al sprake zou zijn van een verstoring van de arbeidsverhouding, is niet gebleken dat Record inspanningen heeft verricht om de relatie te herstellen. Door [verweerster] tijdens het gesprek op 10 september 2015 te confronteren met de aanwezigheid van een advocaat aan de kant van Record, zonder haar vooraf te informeren over het onderwerp van gesprek en haar eventueel ook de mogelijkheid te bieden om zich tijdens dat gesprek te laten bijstaan door een raadsman en haar tijdens dat gesprek onmiddellijk te schorsen, heeft Record de verhoudingen juist op scherp gezet. Van Record had in de gegeven omstandigheden verwacht mogen worden dat [W.] in gesprek zou gaan met [verweerster] en de punten van kritiek met haar zou bespreken, zeker gezien het feit dat [W.] en [verweerster] ten tijde van de schorsing amper 3 weken met elkaar samenwerkten.