Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei
Het afgelopen jaar was een bewogen jaar voor IE-liefhebbers. Zo werd smaak niet beschermd, maar rode zolen wel (IEF 18217), en was er discussie over de terugwerkende kracht van een nieuwe weigeringsgrond bij Uniemerken. Onlangs is de DSM richtlijn aangenomen, stond een remake van de Nachtwacht ter discussie, en is een prejudiciële vraag over een Usenetdienst voorgelegd aan het HvJ (Verricht Usenetdienst een mededeling aan het publiek?) (IEF 18372). Voldoende gespreksstof dus voor de Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei. In korte tijd word je van alle recente beslissingen op de hoogte gebracht!
Computerrecht 2019-2
Inhoudsopgave van het nieuwe nummer van Computerrecht.
EDITORIAL
49 Tom Poes, verzin een list voor inpassing nieuwe tech in bestaand systeem / p. 77
T.J. de Graaf
ARTIKELEN
50 Procedurele mogelijkheden onder het Belgisch gegevensbeschermingsrecht na de AVG / p. 78
De Algemene Verordening Gegevensbescherming gaf in België aanleiding tot oprichting van een nieuwe toezichthouder met rechtspersoonlijkheid, de Gegevensbeschermingsautoriteit. De wet heeft aan deze toezichthoudende instantie grotere bevoegdheden gegeven dan aan zijn voorganger. Dit administratief of buitengerechtelijk beroep biedt een betrokkene daardoor effectievere middelen om op doeltreffende wijze zijn rechten af te dwingen. De nieuwe werking van deze autoriteit komt in deze bijdrage uitgebreid aan bod. Daarnaast wordt de reeds bestaande vordering tot staking voor de gewone rechtbanken in herinnering gebracht en worden de nieuwigheden van deze procedure toegelicht.
J. Clinck
RECHTSPRAAK
NEDERLAND
51 Hof Den Haag 19 december 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:3529, m.nt. mr. dr. J.J. Oerlemans / p. 97
In dit arrest wordt duidelijk gemaakt dat op grond van de regeling van de netwerkzoeking geen zoeking achteraf en op afstand mag plaatsvinden. Ook legt het Hof uit met welke overwegingen rechtbanken kunnen omgaan als de verdachte claimt dat hij of zij is gehackt en iemand anders het delict heeft gepleegd (het “hackverweer”).
52 Hof Amsterdam 14 december 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:4620, m.nt. mr. drs. M. van der Linden / p. 112
Dit betreft de zaak Aydin C. Hij krijgt in hoger beroep de maximale gevangenisstraf voor een groot aantal zedendelicten en een aantal andere strafbare feiten. In het opsporingsonderzoek is door de politie een softwarematige “keylogger”, oftewel “spyware”, ingezet om bewijs te verzamelen vanaf de laptop en de desktopcomputer van de verdachte thuis.
53 Rb. Noord-Nederland 20 december 2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:5385, m.nt. mr. dr. M.A.A.
Oostveen / p. 124
Doorwerking van AVG in het bestuursprocesrecht. Rechtbank Noord-Nederland beschouwt zichzelf als verwerker onder de AVG. De rechtbank acht splitsing van het beroep in 21 afzonderlijke zaaknummers vereist op grond van het dataminimalisatieprincipe zoals vervat in art. 5 lid 1 onder c AVG.
54 Hof Den Haag 24 oktober 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2821, m.nt. N. van Gelder / p. 126
In het kader van het strafrechtelijke onderzoek worden computers en USB-sticks in beslag genomen. Op een van die computers wordt een Bitcoin-wallet aangetroffen met daarin 127,3 bitcoins. Na een internet-synchronisatie een half jaar later blijken er 585,5 bitcoins te zijn bijgeschreven, maar de link met de bewezen verklaarde diefstal van elektriciteit ontbreekt. De tegenwaarde van de inmiddels vervreemde bitcoins dient te worden uitgekeerd aan de verdachte, zo beslist het Hof te Den Haag. Hoe dient de waarde van de vervreemde bitcoins te worden bepaald?
BELGIË
55 Grondwettelijk Hof 6 december 2018, 174/2018, m.nt. W. Yperman & prof. dr. F. Verbruggen / p. 134
Art. 39bis §2 Sv. (de bevoegdheid van officieren van de gerechtelijke politie en het openbaar ministerie om openlijke informaticazoekingen uit te voeren) schendt de Grondwet niet. Art. 39bis §3 Sv. (de bevoegdheid van het openbaar ministerie om netwerkzoekingen uit te voeren) schendt de Grondwet en wordt vernietigd. Art. 88ter Sv. (de bevoegdheid van de onderzoeksrechter om netwerkzoekingen uit te voeren) wordt opnieuw ingevoerd. Art. 39bis Sv. wordt ook vernietigd in zoverre het niet voorziet in een specifieke bepaling teneinde het beroepsgeheim van artsen en advocaten te beschermen. De kennisgevingsverplichting uit art. 39bis §7 Sv. moet in die zin worden begrepen dat “verantwoordelijke van het informaticasysteem” de persoon of personen aanwijst die verantwoordelijk zijn voor de gegevens of de communicatie die zijn opgeslagen op het toestel dat in beslag kan worden genomen en voor de gegevens of de communicatie waarvan kennis kan worden genomen via de netwerken die worden beoogd door de uitbreiding van de in het voormelde toestel aangevatte zoeking, waarbij die persoon of die personen niet noodzakelijk de eigenaar of de houder van de betrokken toestellen zijn. Art. 46sexies Sv. (cyberinfiltratie) schendt de grondwet niet.
56-65 TELECOMMUNICATIE / p. 152
66-76 PRIVACYBESCHERMING / p. 155
77-86 STRAFRECHT / p. 161
87-88 KORT NIEUWS / p. 167
Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei
Onlangs oordeelde het Hof Amsterdam (IT 2731) dat Kees van der Spek bepaalde – met verborgen camera gemaakte – opnames niet mocht gebruiken in zijn programma ‘Van der Spek ontmaskert’. Dit in verband met de belangen van degene die in de opnames te zien is. Zeventien dagen later oordeelde de Rechtbank Amsterdam (IT 2746) dat het recht op vrijheid van meningsuiting van het programma ‘Gestalkt’ wél opweegt tegen de belangen van appellant, die ongewenst in het programma is opgenomen. Dit terwijl de Hoge Raad eind vorig jaar oordeelde dat het heimelijk opnemen van gesprekken in een klaslokaal een inbreuk op de privacy vormt (IT 2735). Benieuwd waarom deze uitspraken verschillen, en hoe de jurisprudentie in het privacyrecht zich ontwikkelt?
Kom dan naar de Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei!
Belang privacy werknemers moet wijken voor belang bij getuigenverhoor
Rechtbank Noord-Holland 11 april 2019, IT 3754; ECLI:NL:RBNHO:2019:3366 (X tegen Blue ICT) Privacy. Werknemers van Blue ICT hebben werkzaamheden verricht ten behoeve van eiseres. Eiseres heeft de door Blue ICT gestuurde facturen niet voldaan, en stelt dat Blue ICT tekort is geschoten in het nakomen van haar verbintenissen. De kantonrechter heeft eiseres veroordeeld tot betaling van het door Blue ICT gevorderde bedrag. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. In verband met dit hoger beroep heeft eiseres verzocht om woonadressen van medewerkers van Blue ICT, zodat zij hen kan oproepen voor een voorlopig getuigenverhoor. Blue ICT heeft tot nog toe echter geweigerd deze gegevens af te staan. Deze adressen zijn door eiseres niet (eenvoudig) te achterhalen. Wel heeft ze deze nodig voor het oproepen van getuigen. Hoewel de desbetreffende medewerkers niet wensen bij het geschil betrokken te worden, moet dit belang wijken voor het belang van eiseres een getuigenverhoor te kunnen houden. De vordering wordt derhalve toegewezen.
Nieuwsbrief ingezonden door Hub Dohmen en Rob van den Hoven van Genderen, NVAIR.
Eerste ledenbijeenkomst NVAIR
Op donderdagmiddag 16 mei aanstaande vindt de eerste bijeenkomst plaats van de Nederlandse Vereniging voor Artificiële Intelligentie en Recht (NVAIR) in Amsterdam. Een van de gastsprekers is prof. dr. Peter Werkhoven, TNO/Universiteit Utrecht. Hij zal een lezing houden over 'AI als spiegel van de samenleving’.
Verder lezen.
Klein voorval is onvoldoende reden om opgenomen te worden in registers Rabobank
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 9 april 2019, IT 2749; ECLI:NL:GHARL:2019:3120 (Rabobank tegen X) Privacy. Belangenafweging. X is van mening dat hij ten onrechte is opgenomen in de gebeurtenissenadministratie, het Intern Verwijzingsregister (IVR) en het Incidentenregister van Rabobank. De reden dat X hierin is opgenomen is dat toen hij op 18 augustus 2005 een hypothecaire lening bij Rabobank afsloot, hij geen melding had gemaakt van de kredietfaciliteit in rekening-courant die hij op 12 augustus 2005 met ABN Amro was overeengekomen en dat hij de indruk had gewekt over meer eigen middelen te beschikken dan hij deed. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gegevens inderdaad uit de registers gewist dienden te worden. Nu er geen fraude of een ander strafbaar feit ten grondslag ligt aan de registratie, het voorval zich al in 2005 afspeelde en er sindsdien niets meer is voorgevallen, en het feit dat Rabobank normaal gesproken een 8-jaren termijn hanteert bij dit soort voorvallen, leidt een afweging van belangen tot de conclusie dat belangen van X zwaarder wegen dan die van Rabobank. Het hoger beroep faalt derhalve.
Overdracht IE-Rechten bij aanbesteding over informatieverwerking van radarsatelliet niet disproportioneel
Vzr. Rechtbank Den Haag 15 april 2019, IEF 18406; IT 2752; ECLI:NL:RBDHA:2019:3623 (SkyGeo tegen Staat der Nederlanden) Aanbesteding over het verwerken van informatie van radarsatellieten om beweging van de bodem en deformatie van infrastructuur statistisch te schatten. Voorwaarde van overdracht intellectuele eigendomsrechten op dataset niet disproportioneel. Ook andere bezwaren van gegadigde slagen niet. Rijkswaterstaat heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd met als onderwerp “InSAR based deformation service for the Dutch built environment. In het Beschrijvend Document staat de toepassing van de ARVODI-voorwaarden. SkyGeo betoogt dat de voorwaarde disproportioneel is omdat de aanbestedende dienst met die voorwaarde wenst te bewerkstelligen in de toekomst de mogelijkheid te hebben om de verkregen informatie vrij aan derden ter beschikking te stellen. SkyGeo miskent dat de IE-rechten vanaf het moment van het sluiten van een overeenkomst met de aanbestedende dienst uitsluitend bij de aanbestedende dienst berusten.
Recht op immateriële schadevergoeding vanwege SDU-publicatie van persoonsgegevens in arrest
Hof Den Haag 28 november 2017, ITR 2744; ECLI:NL:GHDHA:2017:4274 (X tegen SDU) Handelen in strijd met Wbp (oud), immateriële schade. Appellant X is als bestuurder van een auto betrokken geweest bij een aanrijding met een andere auto. Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft op 1 juli 2014 arrest gewezen. SDU heeft dit arrest gepubliceerd in haar tijdschrift JBPr met een op haar verzoek gemaakte noot. In de uitgave worden persoonlijke gegevens van appellant genoemd zoals naam, woonplaats, geboortedatum en beroep. SDU heeft met het geautomatiseerd verwerken van de persoonsgegevens van appellant en de ongeanonimiseerde publicatie daarvan in strijd gehandeld met artikel 8 suf f Wbp en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van appellant geschonden. Appellant heeft recht op toekenning van immateriële schadevergoeding. Een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer kan worden aangemerkt als een aantasting in de persoon als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onder b BW.
Privacy nabestaanden slachtoffer moord prevaleert boven vrijheid van meningsuiting
Vrz. Rechtbank Amsterdam 15 april 2019, IT 2750; ECLI:NL:RBAMS:2019:2691 (Boek over moordzaak) Privacyrecht. De Persgroep Nederland B.V. (hierna: 'de Persgroep'), wil een boek uitbrengen over een moordzaak. Nabestaanden van het slachtoffer in deze moordzaak hebben bezwaar tegen bepaalde passages uit dit boek, omdat deze passages volgens hen een inbreuk maken op het recht op de eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Het gaat hier concreet om een afweging van enerzijds de vrijheid van meningsuiting tegenover anderzijds het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Het boek zal niet in zijn geheel worden verboden, daar dit een te grote inbreuk zou vormen op de vrijheid van meningsuiting van de Persgroep. De eis bepaalde passages te verwijderen is wel toewijsbaar. Gezien de onder 4.2 genoemde bijzondere omstandigheden, die ertoe nopen een zwaar gewicht toe te kennen aan de privacybelangen van eisers, dient hier het recht op vrijheid van meningsuiting te wijken.
Uitspraak ingezonden door Ron Lamme en Marc de Boer, Boekx.
Vrijheid van meningsuiting programma 'Gestalkt' weegt op tegen recht op privacy
Rechtbank Amsterdam 12 april 2019, IEF 18400; (X tegen Talpa en Skyhigh) Privacy. Inbreuk Privacy. Vrijheid van meningsuiting. Belangenafweging. X vordert een verbod voor Talpa en Skyhigh om een uitzending van het programma ‘Gestalkt’ doorgang te doen vinden. X wordt naar eigen zeggen gestalkt en beweert dat dezelfde persoon ook zijn ex-vriendin stalkt. De ex-vriendin van X gelooft dit niet, daarom schakelt zij het programma ‘Gestalkt’ in. Door dit programma wordt X zonder voorafgaande waarschuwing geconfronteerd met een draaiende camera. X is van mening dat de voorgenomen uitzending een inbreuk maakt op zijn recht op privacy en bescherming van zijn eer en goede naam. Talpa en Skyhigh voeren hiertegen het verweer dat zij recht hebben op vrijheid van meningsuiting. Het verbieden van een uitzending is preventieve censuur, en een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk verbod kan derhalve slechts in uitzonderlijke omstandigheden worden gegeven. Hiertoe moeten alle feiten en omstandigheden in aanmerking worden genomen, waarbij de conclusie luidt dat het belang van Talpa en Skyhigh zwaarder weegt dan het belang van X. Mede nu X zo is 'geblurred' dat hij niet door een publiek van enige omvang zal worden herkend. Daarnaast gaat een beroep op art. 9 lid 1 AVG niet op nu de gegevensverwerking niet verder gaat dan noodzakelijk voor het journalistieke doel van de uitzending.