Prej. vragen over bedrijfsgeheimen van een geprivatiseerde bank en toegang tot overheidsinformatie
Prej. vragen aan HvJ EU 11 april 2017, IEF 16877; IEFbe 2213; IT 2305; C-215/17 (Nova KBM tegen Slovenië) Openbaarheid. Overheidsinformatie. Auteursrecht. Hergebruik. Verzoekster (bank) heeft verzocht om herziening van een uitspraak op een verzoek van een journaliste tot openbaarmaking van een lijst van de consultancyfirma’s, advocatenkantoren en vennootschappen die intellectuele prestaties leveren waarmee verzoekster in de periode van 01-10-2012 tot en met 17-04-2014 overeenkomsten heeft gesloten. De lijst zou ook inhoudelijke gegevens van de overeenkomsten moeten bevatten. Volgens de SLV wetgeving zijn deze gegevens absoluut openbaar waarbij aangetekend dat het belang van het publiek bij openbaarmaking niet zwaarder weegt dan het belang van de tot openbaarmaking verplichte persoon om de toegang tot de gevraagde informatie te beperken. Dit geldt met name voor (rechts)personen die onder de overheersende invloed staan dan wel de laatste vijf jaar hebben gestaan van publiekrechtelijke lichamen, zoals in casu verzoekster, waarin SLV een meerderheidsaandeel had en die door SLV in beduidende mate is geherkapitaliseerd. Met name dit laatste vergroot het openbaar belang van controle. Sinds 21-04-2016 is verzoekster een privaatrechtelijke vennootschap op aandelen. Zij staat niet meer onder de overheersende invloed van de Staat maar is nog wel verplicht vijf jaar lang gegevens te verstrekken op grond van de Wet op de toegang tot overheidsinformatie.
VMC Studiemiddag: Trump: Informatievoorziening en gegevensbescherming in 140 tekens
Vrijdagmiddag 23 juni: Advocatenkantoor NautaDutilh, Beethovenstraat 400 Amsterdam. 14.30-17.00 uur (inloop 14.00 uur)
Het behoeft geen betoog dat het aantreden van Donald Trump als nieuwe president van de Verenigde Staten tot de nodige commotie heeft geleid. Zijn werkwijze en gedachtengoed roepen veel vragen op, zeker waar het gaat om fundamentele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting en privacy. De VMC-studiemiddag wil twee invalshoeken belichten: de rol die de media spelen (kritiek op bestaande instituties, introductie van twitter als middel voor overheidscommunicatie en het fenomeen van ‘nepnieuws’) en de impact op de uitwisseling van gegevens tussen de VS en Europa. Wat is bijvoorbeeld de houdbaarheid van het nieuwe privacy shield?
Twee sprekers zullen tijdens de studiemiddag een introductie verzorgen over deze vragen:
- Dr. Tarlach McGonagle, senior onderzoeker Instituut voor Informatierecht (IViR) en adviseur Raad van Europa.
- Mr. Quirine Tjeenk Willink, partner bij advocatenkantoor Bird & Bird
De inleidingen worden gevolgd door een paneldiscussie. Naast de sprekers, nemen hieraan deel: Evelien Wijkstra (beleidsadviseur Free Press Unlimited) en Ton Siedsma (Bits of Freedom).
VMC-bestuurslid Nico van Eijk zal de middag voorzitten en de discussie leiden.
De studiemiddag begint om 14.30 uur (inloop vanaf 14.00 uur) en wordt om 17.15 uur afgesloten met een borrel. Omdat de vaste VMC locatie - het Trippenhuis - gerenoveerd wordt, zal de bijeenkomst plaats vinden bij advocatenkantoor NautaDutilh, Beethovenstraat 400, 1082 PR Amsterdam. Bereikbaar via tramlijn 5 en metrolijnen 50/51. Er is in beperkte mate parkeergelegenheid beschikbaar (kenbaar maken bij aanmelding).
Aanmelding kan plaatsvinden door een email te sturen naar: studiemiddag@mediaforum.nl
Toegang is voor leden gratis. Niet-leden betalen € 20,=.
Indien u advocaat bent krijgt u ter plekke een deelname-certificaat om de gevolgde Studiemiddag voor twee opleidingspunten te kunnen opgeven bij de NOvA.
HvJ EU: Indexeringssite met zoekmotor The Pirate Bay doet mededeling aan het publiek
HvJ EU 14 juni 2017, IEF 16859; IEFbe 2198; IT 2301, zaak C‑610/15; ECLI:EU:C:2017:456 (Stichting Brein tegen Ziggo BV, XS4ALL Internet BV) Zie eerder IEF 16572, IEF 15422; IEF 14976 en IEF 13467. Auteursrecht. Peer-to-peer. Indexeringssite met behulp waarvan beschermde werken zonder toestemming van rechthebbenden kunnen worden gedeeld – Artikel 8, lid 3 – Gebruik door een derde van diensten van een tussenpersoon om inbreuk te maken op het auteursrecht – Verzoek om een verbod. Uit het persbericht: De beschikbaarstelling en het beheer van een online platform voor het delen van beschermde werken als „The Pirate Bay” kunnen een inbreuk op het auteursrecht vormen De betrokken werken worden weliswaar geüpload door de gebruikers van dat platform, maar toch spelen de beheerders een onontkoombare rol bij de beschikbaarstelling van deze werken. HvJ EU:
Het begrip „mededeling aan het publiek”, in de zin van artikel 3, lid 1, van [InfoSocRl] moet aldus worden uitgelegd dat, in omstandigheden als die van het hoofdgeding, het beschikbaar stellen en het beheer, op internet, van een platform voor de uitwisseling van bestanden dat, door de indexering van meta-informatie inzake beschermde werken en de verstrekking van een zoekmotor, de gebruikers van dit platform in staat stelt deze werken te vinden en deze in het kader van een peer-to-peernetwerk te delen, hieronder valt.
Tele2 Nederland mag overeenkomst met klant buitengerechtelijk ontbinden i.v.m. wanprestatie
Ktr. Rechtbank Limburg 3 mei 2017, IT 2302; ECLI:NL:RBLIM:2017:4017 (Tele2 Nederland tegen X) Verbintenissenrecht. Internetprovider Tele2 Nederland ontbindt de overeenkomst buitengerechtelijk in verband met wanprestatie en vordert betaling van achterstallige termijnen. Gedaagde stelt de overeenkomst te hebben opgezegd, maar toont dit niet aan. Aan dit verweer wordt daarom voorbij gegaan. Het beroep op de Wet van Dam brengt gedaagde evenmin soelaas omdat deze wet op het moment van verlenging nog niet in werking was getreden en als dit al wel zo was, een opzegtermijn van één maand geldt en gedaagde niet heeft aangetoond te hebben opgezegd. De vordering van eiseres wordt integraal toegewezen.
Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx.
Zoom.in moet CMS weer toegankelijk maken voor managen van YouTubekanalen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 1 juni 2017, IEF 16857; IT 2300 (Music Nations Network tegen Zoom.in) Contractenrecht. Auteursrecht. Zoom.in verleent diensten aan videomakers die hun eigen filmpjes uploaden bij YouTube. MN richt zich op exploitatie van YouTubekanalen gerelateerd aan muziek en biedt muzikanten de mogelijkheid om filmpjes via YouTube te verspreiden in ruil voor reclame-inkomsten. Partijen werken samen, maar er zijn bij aankondiging van nieuwe policy van Zoom.in geschillen ontstaan of MN als sub-network of als affiliate moet worden aangemerkt. MN vordert toegang tot het CMS om de bij MN aangesloten creators te managen en haar inkomsten te beheren. Dat YouTube hanteert een stringenter beleid ten aanzien van sub-networks, maar de stelling dat MN als affiliate moet worden aangemerkt moet zeker niet als bij voorbaat kansloos worden bestempeld. Van gerechtvaardigde opschorting en tijdelijke noodmaatregel is geen sprake. Het is voldoende aannemelijk dat de rechter in een eventuele bodemprocedure zal oordelen dat Zoom.in geen goede gronden heeft om de Overeenkomst niet langer na te komen. In reconventie heeft Zoomin onvoldoende specifiek kenbaar gemaakt waarin MN tekortschiet op het punt van garanties ter voorkoming van auteursrechtinbreuken. MN moet binnen 24 uur onvoorwaardelijk de toegang tot het gehele CMS krijgen, met dezelfde mogelijkheden om kanalen te managen met het recht op eigen inkomsten te beheren.
Betaling licentie software reëel, maar de zakelijkheid van de hoogte niet overtuigend bewezen
Hof 's-Hertogenbosch 24 november 2016, IT 2299; ECLI:NL:GHSHE:2016:5276 (aftrek softwarelicenties) Belasting. Geschil over aftrek licentiebedragen wegens beweerdelijk gebruik softwareprogramma. Licenties betaald aan in het buitenland gevestigde stichting. Nieuw feit. Omkering bewijslast. Hof acht overtuigend bewezen dat verplichting tot betaling licenties reëel is, maar acht de zakelijkheid van de hoogte van de licentiebedragen niet overtuigend bewezen. Omdat de verplichting tot licentiebetaling reëel is, acht het Hof het integraal schrappen van de aftrek van licentiebetalingen door de inspecteur onredelijk. Het Hof stelt een redelijke schatting van de aftrek vast. Voorts oordeelt het Hof dat de inspecteur met toepassing van de foutenleer de in het verleden ten onrechte afgetrokken licentiebedragen mag corrigeren.
EACA position on the EU ePrivacy proposal
EACA position on the EU e-Privacy proposal. EACA welcomes the proposal for the ePrivacy Regulation (the Proposal) of the European Commission. EACA a nd its member agencies and national associations are keen to engage with legislators so that th e final text meets the needs of European society: appropriate prot ection of consumers’ private lives and the ability of European data - driven companies to compete on an equal footing within Europe and beyond. This document first presents the main points of concern for European advertisi ng agencies about the P roposal, before going into a more detailed article - by - article analysis and proposing solutions.
Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
Eweka handelt in strijd met maatschappelijke zorgvuldigheidsplicht door identificerende gegevens niet te verschaffen
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 7 juni 2017, IEF 16847; IT 2297; ECLI:NL:RBNHO:2017:4435 (Stichting BREIN tegen Eweka Internet Services) Zie eerder IEF 16054. Usenet is een online platform voor het uitwisselen van digitaal materiaal, zoals teksten, foto's, films, e-books en muziekbestanden. Eweka is een commerciële Usenetprovider. Een voormalige klant van Eweka heeft ongeautoriseerde werken op het Usenet geüpload, die zijn via Eweka geüpload. BREIN vordert Eweka te gebieden de identificerende gegevens te verschaffen van haar voormalige klant. BREIN baseert haar vordering tot het verstrekken van gegevens primair op een maatschappelijke zorgvuldigheidsplicht en niet op de Auteurswet c.q. de Handhavingsrichtlijn. Eweka is verplicht de verzochte identificerende gegevens aan BREIN te verstrekken.
Geen auteursrechtelijke bescherming op website
Vzr. Rechtbank Overijssel 6 juni 2017, IEF 16845; IT 2296; ECLI:NL:RBOVE:2017:2308 (Tuinmeubelshop) Kort geding. Eiseres houdt zich bezig met de detailhandel in tuinmeubelen, campingsport en vrijetijdskleding en de in- en export van tuinmeubelen. Gedaagde houdt zich bezig met de detailhandel via postorder en internet in huis- en tuinartikelen. Eiseres stelt dat zij auteursrechtelijke bescherming heeft op haar website en dat gedaagde inbreuk maakt hierop. Eiseres heeft gedaagde verzocht iedere inbreuk op haar auteursrechten te staken. De voorzieningenrechter stelt dat er geen sprake is van auteursrecht op de website van eiseres en daarmee geen inbreuk op het auteursrecht met het gebruik van de website in de vorm zoals gedaagde die thans gebruikt op www.tuinmeubelshop.nl.
Geen verzuim Flexper want fatale termijn op grond van artikel 6:83 BW of r&b is niet ingetreden
Hof Arnhem-Leeuwarden 23 mei 2017, IT 2295; ECLI:NL:GHARL:2017:4391 (X tegen Flexper) Geen fatale termijn overeengekomen. Partijen een overeenkomst voor internet en vormgeving prestaties gesloten. Flexper heeft zich verplicht tot het ontwikkelen, onderhouden en hosten van een mobiele website/shop, het leveren van een tablet PC en het maken van een fotografische rapportage. Appellante verplicht zich tot een maandelijkse betaling. Centraal staat de vraag op Flexper in haar verplichtingen is tekortgeschoten. Artikel 6:83 BW is niet limitatief bedoeld, redelijkheid en billijkheid brengen in de gegeven omstandigheden niet mee dat verzuim ook zonder ingebrekestelling is ingetreden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.