12 september - ADR middag SGOA
De SGOA organiseert morgen een kosteloze ADR middag van 15:00 tot 17:00. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Meedoen? Meld je dan aan door een mailtje te sturen naar info@sgoa.eu. De bijeenkomst zal plaatsvinden bij Spaces ZuidAs in Amsterdam. Kijk voor meer informatie op de website: www.sgoa.eu.
Onderzoek AP naar voordeelurenabonnement in combinatie met persoonlijke OV-chipkaart te weinig acht geslagen op subsidiariteitsbeginsel
Rechtbank Gelderland 16 augustus 2016, IT 2345; ECLI:NL:RBGEL:2016:4553 (eiser tegen Autoriteit Persoonsgegevens) Wet bescherming persoonsgegevens; Eiser heeft bij verweerder een verzoek om handhaving ingediend vanwege het feit dat voordeelurenabonnement alleen te combineren is met een persoonlijke OV-chipkaart, waardoor zijn reisgegevens verwerkt worden indien hij wil reizen met een voordeelurenabonnement. Eiser acht dit in strijd met onder andere artikel 8 van de Wbp, nu het voor het uitvoeren van de overeenkomst niet noodzakelijk is dat zijn reisgegevens worden geregistreerd.
Vragen aan HvJ EU over beroep op de minder strenge informatievereisten bij beperkte weergavemogelijkheid
Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 14 juni 2017, IEFbe 2331; IT 2343; C-430/17 (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs) Via Minbuza: Consumentenbescherming. Verweerder (Walbusch Walter Busch GmbH & Co) verspreidde in 2014 als bijlage bij verschillende tijdschriften en kranten een uitvouwbare reclamefolder inclusief bestelformulier. Op de voor- en achterkant van de bestelkaart werd gewezen op het wettelijke herroepingsrecht. Het internetadres van verweerder was tevens aangegeven. Op de website van de verweerder kon men via de link “Algemene voorwaarden” de instructies voor herroeping alsmede het modelformulier voor herroeping raadplegen. Verzoeker (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs) voert aan dat de reclamefolder van verweerder oneerlijk is omdat de instructies voor herroeping in de voorgeschreven vorm ontbraken en het modelformulier voor herroeping niet was bijgevoegd. Na een vergeefse aanmaning heeft verzoekster een vordering tot staking en tot vergoeding van precontentieuze aanmaningskosten ten bedrage van €246,10 vermeerderd met rente ingesteld. Het Landgericht heeft de vordering toegewezen. De appelrechter heeft deze beslissing deels gewijzigd (de veroordeling van verweerder tot vergoeding van de aanmaningskosten werd bevestigd). Met beroep in “Revision” verzoekt verweerder om afwijzing van de vordering in haar geheel, verzoeker verzoekt om afwijzing van het beroep in “Revision”.
Hier is van belang of verweerder zich met succes kan beroepen op de minder strenge informatievereisten bij beperkte weergavemogelijkheid overeenkomstig de BGB (Duits Burgerlijk Wetboek), EGBGB (Duitse wet tot invoering van het Burgerlijk Wetboek) en richtlijn 2011/83. Het antwoord op de vraag of de minder strenge informatievereisten hier gelden, hangt af van de uitlegging van artikel 8 lid 4 eerste zin, en artikel 6 lid 1 (h) van richtlijn 2011/83/EU. De vraag rijst evenwel of een zo uitgebreide informatieplicht over het herroepingsrecht verenigbaar is met de doelen van richtlijn 2011/83/EU. Het zou een onevenredige beperking van de vrije reclamevoering kunnen blijken de handelaar ongeacht beperkingen in ruimte en tijd van het door hem voor de reclame gebruikte middel voor communicatie op afstand steeds te verplichten de omvangrijke de instructies voor herroeping meteen en rechtstreeks in dit middel voor communicatie op afstand mee te delen en het modelformulier voor herroeping daar dadelijk bij te voegen. Gestelde vragen:
HvJ EU: Regeling die leidt tot relatief grotere afname digitale netwerken ten opzicht van geëxploiteerde analoge kanalen, is discriminerend en onevenredig
HvJ EU 26 juli 2017, IT 2342; IEFbe 2324; ECLI:EU:C:2017:597; zaak C‑112/16 (Persidera SpA) Elektronische communicatie. Telecommunicatiediensten. Richtlijnen 2002/20/EG, 2002/21/EG en 2002/77/EG. Gelijke behandeling. Via Minbuza: Verzoekster Persidera (v/h Telecom Italia Media Broadcasting = TIMB) vraagt nietigverklaring van besluiten (van respectievelijk ITA MinEZ en de ‘NMa’ tot toewijzing van gebruiksrechten van frequenties voor digitale terrestrische radio- en tv-uitzendingen omdat zij minder frequenties heeft gekregen dan zij voorafgaand aan de overschakelijk feitelijk al gebruikte. De besluiten zijn in strijd met het beginsel van de één-op-één-omzetting op grond van eerder beheer; verzoekster stelt ongelijke behandeling daar zij als enige nationale marktdeelnemer niet alle rechtmatig door haar beheerde zenders heeft kunnen omzetten. De frequenties zijn bovendien technisch onder de maat. Tegen het NMa-besluit voert zij aan dat dit in strijd is met EUrecht en ook de ITA Gw. De rechter in eerste aanleg verwerpt verzoeksters beroep en de zaak ligt nu voor bij de ITA RvS. Verzoekster dringt aan op het stellen van vragen aan het HvJEU. Zij bestrijdt het vonnis omdat, gezien arrest HvJEU C-380/05, de rechter miskent dat zij concurrentienadeel ondervindt door niet toepassen van het beginsel één-op-één omzetting. Interveniënten (telecombedrijven) zijn het niet met verzoekster eens: na omzetting van TIMB in Persidera (door overname van Rete A) is verzoekster eigenaar geworden van in totaal vijf multiplexen in digitale terrestre technologie, hetgeen het maximumaantal is dat voor elke marktdeelnemer is toegestaan.
De verwijzende ITA rechter (Raad van State) kan de zaak pas beslissen als duidelijk is dat de door verweerster gehanteerde toewijzingscriteria rechtmatig zijn. Antwoord HvJ EU:
Vragen aan HvJ EU: Zijn gedragingen als het maken en plaatsen op Youtube van videobeelden van politieagenten te beschouwen als een verwerking van persoonsgegevens voor journalistieke doeleinden?
Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 1 juni 2017, IEFbe 2321; IT 2341; C-345/17 (Datu valsts inspekcija) Via Minbuza: Verzoeker tot cassatie maakte een video-opname van het moment waarop hij een verklaring aflegde bij de Letse nationale politie en heeft deze vervolgens op wwww.youtube.com geplaatst. De dienst gegevensbescherming stelde zich in zijn besluit nr. 2-1/6417 van 30 augustus 2013 op het standpunt dat verzoeker inbreuk had gemaakt op artikel 8, lid 1 wet op de bescherming van persoonsgegevens, aangezien hij de politieagenten, als betrokkenen, in strijd met die bepaling niet had geïnformeerd over het doel van de verwerking van hun persoonsgegevens. Verzoeker wendde zich daarop tot de rechter met het verzoek het besluit van de dienst gegevensbescherming onrechtmatig te verklaren en hem een schadevergoeding toe te kennen. Tot staving van zijn vordering voerde hij aan dat hij met die video een praktijk van de politie onder de aandacht wilde brengen die volgens hem onrechtmatig was. De Administratīvā rajona tiesa (lagere bestuursrechter) verwierp dat beroep en ook de Administratīvā apgabaltiesa (regionale bestuursrechter) wees verzoekers vorderingen af. Verzoeker heeft cassatieberoep ingesteld.
Jaarverslag Bits of Freedom 2016 gepubliceerd
Bits of Freedom bestempelt 2016 als het jaar waarin privacy mainstream ging. In het jaarverslag wordt aandacht besteedt aan verscheidene onderwerpen, waaronder massasurveillance, het hackvoorstel en de big brother awards. Bekijk het complete jaarverslag hier.
Regiogerichtheidseis commerciële omroepen wordt bij een veiling gemoderniseerd
Via Agentschap Telecom: Niet-landelijke commerciële oproepen kunnen hun huidige vergunning laten intrekken. De ingetrokken vergunningen worden door middel van een veiling opnieuw uitgegeven. De regiogerichtheidseis voor deze nieuwe vergunningen wordt teruggebracht naar 10%. Alleen bij een veiling kan de regiogerichtheidseis worden gemoderniseerd.
Computerrecht 2017-4; themanummer Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
150 De AVG komt eraan: D-Day May Day? / p. 201; Wilfred Steenbruggen & Frederik Zuiderveen Borgesius
ARTIKELEN
151 Van meldplicht naar registerplicht: de registratie van verwerkingen onder de AVG / p. 203 Een van de belangrijkste uitgangspunten van het gegevensbeschermingsrecht is de eis dat de verwerking van persoonsgegevens transparant is. In de Nederlandse Wet bescherming persoonsgegevens wordt deze transparantie-eis onder andere ingevuld door de meldplicht: verwerkingen moeten in beginsel aan de toezichthouder gemeld worden. Met de nieuwe Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) komt de meldplicht echter vanaf 25 mei 2018 te vervallen. In plaats daarvan komt de verplichting om een intern register van verwerkingsactiviteiten bij te houden.
B.W. Schermer
AP legt gemeente Arnhem last onder dwangsom op voor gebruik afvalpas
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een last onder dwangsom opgelegd aan de gemeente Arnhem. Deze sanctie volgt op de constatering van de AP dat de gemeente Arnhem via de afvalpas persoonsgegevens van inwoners verwerkt op de ondergrondse afvalcontainers zonder dat dit op dit moment noodzakelijk is voor haar publiekrechtelijke taak.
Digitaal procederen: dagvaarding wordt oproepingsbericht
Via Rechtspraak.nl: De dagvaarding, de oproep om bij de rechter te verschijnen, bestaat per ingang van 1 september bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland niet meer bij civiele vorderingszaken met een belang vanaf 25.000 euro. Vanaf die datum is het bij die 2 rechtbanken in deze zaken verplicht digitaal een rechtszaak te starten en te voeren. Bij civiele vorderingszaken vanaf 25.000 euro is het verplicht een advocaat in te schakelen. De dagvaarding wordt in deze zaken vervangen door het ‘oproepingsbericht’.