IT 4841
29 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IT 4845
29 april 2025
Uitspraak

Vorderingen in WAMCA-zaak tegen de NZa afgewezen: antwoorden op HoNOS+-vragenlijsten zijn geen persoonsgegevens

 
IT 4844
28 april 2025
Uitspraak

ICS heeft aan AVG verplichtingen voldaan

 
IT 2750

Privacy nabestaanden slachtoffer moord prevaleert boven vrijheid van meningsuiting

Rechtbank 15 apr 2019, IT 2750; ECLI:NL:RBAMS:2019:2691 (Boek over moordzaak), https://itenrecht.nl/artikelen/privacy-nabestaanden-slachtoffer-moord-prevaleert-boven-vrijheid-van-meningsuiting

Vrz. Rechtbank Amsterdam 15 april 2019, IT 2750; ECLI:NL:RBAMS:2019:2691 (Boek over moordzaak) Privacyrecht. De Persgroep Nederland B.V. (hierna: 'de Persgroep'), wil een boek uitbrengen over een moordzaak. Nabestaanden van het slachtoffer in deze moordzaak hebben bezwaar tegen bepaalde passages uit dit boek, omdat deze passages volgens hen een inbreuk maken op het recht op de eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Het gaat hier concreet om een afweging van enerzijds de vrijheid van meningsuiting tegenover anderzijds het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Het boek zal niet in zijn geheel worden verboden, daar dit een te grote inbreuk zou vormen op de vrijheid van meningsuiting van de Persgroep. De eis bepaalde passages te verwijderen is wel toewijsbaar. Gezien de onder 4.2 genoemde bijzondere omstandigheden, die ertoe nopen een zwaar gewicht toe te kennen aan de privacybelangen van eisers, dient hier het recht op vrijheid van meningsuiting te wijken.

IT 2746

Uitspraak ingezonden door Ron Lamme en Marc de Boer, Boekx.

Vrijheid van meningsuiting programma 'Gestalkt' weegt op tegen recht op privacy

Rechtbank 12 apr 2019, IT 2746; (X tegen Talpa en Skyhigh), https://itenrecht.nl/artikelen/vrijheid-van-meningsuiting-programma-gestalkt-weegt-op-tegen-recht-op-privacy

Rechtbank Amsterdam 12 april 2019, IEF 18400; (X tegen Talpa en Skyhigh) Privacy. Inbreuk Privacy. Vrijheid van meningsuiting. Belangenafweging. X vordert een verbod voor Talpa en Skyhigh om een uitzending van het programma ‘Gestalkt’ doorgang te doen vinden. X wordt naar eigen zeggen gestalkt en beweert dat dezelfde persoon ook zijn ex-vriendin stalkt. De ex-vriendin van X gelooft dit niet, daarom schakelt zij het programma ‘Gestalkt’ in. Door dit programma wordt X zonder voorafgaande waarschuwing geconfronteerd met een draaiende camera. X is van mening dat de voorgenomen uitzending een inbreuk maakt op zijn recht op privacy en bescherming van zijn eer en goede naam. Talpa en Skyhigh voeren hiertegen het verweer dat zij recht hebben op vrijheid van meningsuiting. Het verbieden van een uitzending is preventieve censuur, en een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk verbod kan derhalve slechts in uitzonderlijke omstandigheden worden gegeven. Hiertoe moeten alle feiten en omstandigheden in aanmerking worden genomen, waarbij de conclusie luidt dat het belang van Talpa en Skyhigh zwaarder weegt dan het belang van X. Mede nu X zo is 'geblurred' dat hij niet door een publiek van enige omvang zal worden herkend. Daarnaast gaat een beroep op art. 9 lid 1 AVG niet op nu de gegevensverwerking niet verder gaat dan noodzakelijk voor het journalistieke doel van de uitzending.

IT 2743

SGOA: Issues 3 en 4 betreffen ‘wezenlijke verplichtingen’ en rechtvaardigen ontbinding

, IT 2743; (Issue 3 en 4), https://itenrecht.nl/artikelen/sgoa-issues-3-en-4-betreffen-wezenlijke-verplichtingen-en-rechtvaardigen-ontbinding

SGOA Arbitraal vonnis .. juli 2018, IT 2743 (Issue 3 en 4) Rechtsgeldige ontbinding. Leverancier is softwareleverancier. Zij biedt het standaardsoftwarepakket Service Management [("R")], dat kent standaardoplossingen voor het automatiseren van bepaalde dienstverleningsprocessen, bijvoorbeeld storingsregistratie, contractbeheer, planning, digitale werkbonnen en rapportages. Het scheidsgerecht is met Afnemer van mening dat ingebruikneming van [R] bij [Afnemer MT] niet betekent dat afnemer latere versies niet meer zou kunnen of mogen testen en aan de status van die versies geen juridische gevolgen meer zou mogen verbinden. Status van de Januari 2017-afspraken: Afnemer heeft na het afblazen van de live-gang in januari 2016 geen opvolging gegeven aan de verbetervoorstellen die zijn gedaan. Daarmee heeft afnemer een kans laten lopen om het Project in die fase alsnog tot een goed eind te laten komen. De Januari 2017-afspraken dienen daarom te worden gezien als nieuwe afspraken tussen partijen. Het scheidsgerecht is van mening dat de overeengekomen testprocedure er niet aan in de weg stond dat afnemer leverancier in gebreke stelde. Een ingebrekestelling is immers ‘een laatste kans’ en de wederpartij moet op basis daarvan weten hoe hij het verzuim kan voorkomen of herstellen. Het Scheidsgerecht bespreekt de 22 issues. Echter de issues 3 en 4 betreffen ‘wezenlijke verplichtingen’ en rechtvaardigen ontbinding van de Overeenkomst. De issues 3 en 4 betreffen beide de urenregistratie van personeel van Afnemer, waardoor deze gebreken direct invloed hebben op de facturatie aan haar klanten en uitbetaling van vergoedingen/salaris aan personeel. Hierdoor raken deze issues direct de bedrijfsvoering van Afnemer.

IT 2742

Toezichthouder mag bekend maken dat loterij Curaçao illegaal is

Overige instanties 5 apr 2019, IT 2742; ECLI:NL:OGEAC:2019:66 (DGC tegen GCB), https://itenrecht.nl/artikelen/toezichthouder-mag-bekend-maken-dat-loterij-cura-ao-illegaal-is

Ktr. Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 5 april 2019 ECLI:NL:OGEAC:2019:66 (DGC tegen GCB). Eiseres is een stichting die volgens de statuten een bijdrage wil leveren aan de Curaçaose jeugd. Eiseres heeft een loterij georganiseerd waarbij een huis gewonnen kan worden. Gedaagde, stichting GCB, is toezichthouder gokwezen en stelt dat de loterij vergunningsplichtig is. Gedaagde heeft eiseres gevraagd alsnog een aanvraagformulier in te vullen voor het verkrijgen van een vergunning. Gedaagde heeft daarbij aangekondigd dat, indien eiseres daartoe niet overgaat en de loterij doorzet, gedaagde zal overgaan tot onder meer bekendmaking aan het publiek dat een vergunning voor de loterij ontbreekt.Toezichthouder GCB mag dit publiekelijk bekend maken.

IT 2741

SGOA: Schade tekortkoming of ongeoorloofde afgebroken onderhandeling aanvullende overeenkomst niet bewezen

Stichting Geschillenoplossing automatisering 14 aug 2017, IT 2741; (Geen schade aanvullende overeenkomst), https://itenrecht.nl/artikelen/sgoa-schade-tekortkoming-of-ongeoorloofde-afgebroken-onderhandeling-aanvullende-overeenkomst-niet-be

SGOA arbitraal vonnis 14 augustus 2017, IT 2741 (geen schade aanvullende overeenkomst) Bestaande beheersovereenkomst. Aanvullende overeenkomst of bewijs ongeoorloofde afbreking van onderhandelingen ter zake waardoor schade is geleden. Thans is eerst de vraag welke schade Leverancier heeft geleden met betrekking de door haar gestelde tekortkomingen met betrekking tot de aanvullende overeenkomst respectievelijk de door haar gestelde onrechtmatige daad bestaande uit het ongeoorloofd afbreken van onderhandelingen ter zake de aanvullende overeenkomst. Het scheidsgerecht is van oordeel dat leverancier in het geheel niet is geslaagd in de bewijsopdracht. Leverancier is van oordeel dat volledige omzet die met SPOC (Single Point of Contact) en Office 365 dienstverlening gegenereerd had kunnen worden gezien moet worden als 'gederfde winst'. Omdat het hier gaat om een algemene helpdesk voor 'All IT Matters', dus voor alle 40 klanten.

De personeelskosten voor de inzet van arbeidskrachten op de helpdesk zijn variabele kosten. Als de omvang van het aantal klanten zou groeien van thans circa 40 klanten naar bijvoorbeeld 1000 klanten, dan zal de bemensing van de helpdesk zonder enige twijfel moeten toenemen, hetgeen zich praktisch gezien zou vertalen in additionele arbeidskosten. Nu leverancier niet geslaagd is in haar bewijsopdracht ten aanzien van de beweerdelijk door haar geleden schade kan in deze procedure verder buiten beschouwing blijven of een aanvullende overeenkomst tot stand is gekomen althans onderhandelingen ter zake ongeoorloofd zijn afgebroken. Het scheidsgerecht wijst alle vorderingen af en veroordeelt leverancier tot betaling van €15.904,07 aan rechtsbijstandsvergoeding.

IT 2740

Vereniging Privacyrecht Advocaten van start

, IT 2740; https://itenrecht.nl/artikelen/vereniging-privacyrecht-advocaten-van-start

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die in mei vorig jaar van toepassing is geworden, heeft de beoefening van het privacyrecht een enorme impuls gegeven. In de advocatuur is sprake van een duidelijke toename van vragen en zaken over het onderwerp. Om rechtszoekenden te helpen bij het vinden van een in privacyrecht gespecialiseerde advocaat, is de Vereniging Privacyrecht Advocaten (VPR-A) opgericht.

De VPR-A heeft als doel kennis op het gebied van het privacyrecht te bevorderen en te verspreiden. Lidmaatschap van de VPR-A is een kwaliteitskeurmerk. De leden zijn advocaten die zich hebben gespecialiseerd in het privacyrecht en zich op dat terrein blijven ontwikkelen. Advocaten met aantoonbare kennis en ervaring in het vakgebied kunnen zich opgeven voor het lidmaatschap. Aanmelding kan via de (tijdelijke) website van de vereniging (vpr-a.nl).

IT 2739

Bijdrage ingezonden door Martin Senftleben, hoogleraar Intellectuele eigendom, VU Amsterdam, Bird & Bird.

Martin Senftleben - Bermuda Triangle – Licensing, Filtering and Privileging User-Generated Content Under the New Directive

Martin Senftleben, Bermuda Triangle – Licensing, Filtering and Privileging User-Generated Content Under the New Directive on Copyright in the Digital Single Market (April 4, 2019), IEF 18385; IEFbe 2862; IT 2739, available at SSRN Na groen licht voor de nieuwe Richtlijn auteursrecht in de digital single market in het Parlement komt in Nederland de discussie over de finale tekst op gang (zie de eerdere bijdrage van Dirk Visser (IEF 18347) en de deLex-bijeenkomst donderdag a.s. (IEF 18378)). Één van de centrale onderwerpen is de afschaffing van de veilige haven voor hosting in het geval van auteursrechtlijk beschermde content en de daaruit voortlvoeiende verplichting om licenties te nemen en/of uploads van gebruikers te filteren.

IT 2738

Staatssecretaris schendt privacywetgeving door BSN in btw-identificatienummer te verwerken

Rechtbank 28 mrt 2019, IT 2738; ECLI:NL:RBAMS:2019:2295 (btw-nummer zelfstandigen bevat BSN), https://itenrecht.nl/artikelen/staatssecretaris-schendt-privacywetgeving-door-bsn-in-btw-identificatienummer-te-verwerken

Rechtbank Amsterdam 28 maart 2019, IT 2738; ECLI:NL:RBAMS:2019:2295 (btw-nummer zelfstandigen bevat BSN) Privacy. Eiseres is juridisch dienstverlener, gespecialiseerd in privacy en e-commerce, en in die hoedanigheid zelfstandig ondernemer. Het burgerservice-nummer is privé. Het is een beschermd nummer. Eiseres is bezorgd dat, nu haar BSN op haar site en haar facturen staat, daarmee fraude wordt gepleegd. Bij brief is verzocht om op grond van artikel 36 van de Wbp haar btw-nummer te verbeteren, door haar BSN in het btw-nummer te vervangen door een andere (willekeurige) cijfer- en/of lettercombinatie. Voor de verwerking van het (persoonlijke) BSN in het (zakelijke) btw-nummer ontbreekt een wettelijke basis en daarmee is die verwerking in strijd met de artikelen 6, 7, 8, 9, 11 en 24 van de Wbp, aldus eiseres. Verweerder heeft het verzoek van eiseres afgewezen bij het primaire besluit. De afwijzing is gehandhaafd bij het bestreden besluit. De staatssecretaris van Financiën schendt de privacywetgeving door het Burgerservicenummer (BSN) van zelfstandige ondernemers te verwerken in hun btw-identificatienummer.

IT 2737

Uitspraak ingezonden door Jacqueline Seignette, Marijn Kingma, Höcker en Thijs van Aerde, Houthoff.
 

Prejudicieel te stellen vragen: Verricht Usenetdienst een mededeling aan het publiek?

Hoge Raad 5 apr 2019, IT 2737; ECLI:NL:HR:2019:503 (Stichting BREIN tegen News-Service Europe), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-te-stellen-vragen-verricht-usenetdienst-een-mededeling-aan-het-publiek

HR 5 april 2019, IEF 18372; IEFbe 2861; IT 2737;  ECLI:NL:HR:2019:503 (Stichting BREIN tegen News-Service Europe) Auteursrecht. NTD. Hof Amsterdam [IEF 16425] bepaalde dat Usenetprovider effectieve NTD-procedure moet invoeren als ze activiteiten hervat. De vragen van uitleg van Unierecht waarvan de Hoge Raad beantwoording door het HvJEU nodig acht voor zijn beslissing op het cassatieberoep, zijn de volgende:

1. Verricht een exploitant van een platform voor Usenetdiensten (zoals NSE is geweest), onder de omstandigheden zoals hiervoor in 3.1 en 4.2.3 beschreven, een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3 lid 1 [Auteursrechtrichtlijn]?

2. Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt (en dus sprake is van een mededeling aan het publiek):
Staat de vaststelling dat de exploitant van een platform voor Usenetdiensten een mededeling aan het publiek verricht
in de zin van art. 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn in de weg aan toepassing van art. 14 lid 1 [Richtlijn inzake elektronische handel]?

IT 2736

Openbaar en publiek uitvechten van verschillende (politieke) visies over de vastgoedontwikkeling Heerlen niet onrechtmatig

Rechtbank 22 jan 2019, IT 2736; ECLI:NL:RBLIM:2019:515 (Metroprop tegen Socialistische partij), https://itenrecht.nl/artikelen/openbaar-en-publiek-uitvechten-van-verschillende-politieke-visies-over-de-vastgoedontwikkeling-heerl

Vzr. Rechtbank Limburg 22 januari 2019, IEF 18365, IT 2736; ECLI:NL:RBLIM:2019:515 (Metroprop tegen Socialistische partij) Mediarecht. Metroprop is eigenaar van diverse onroerende zaken in Heerlen. Gedaagde is onder andere fractievoorzitter van de SP in Heerlen. Op een initiatief van SP Heerlen is een website online gezet met kritiek op de staat van panden van Metropop. De uitingen op de website (en Facebookpagina’s) zijn niet onrechtmatig. Het betreft een openbaar en publiek uitvechten van verschillende (politieke) visies over de (vastgoed)ontwikkeling van Heerlen in welk kader partijen meer dienen te tolereren dan privépersonen. Het is onvoldoende aannemelijk dat gedaagden “op de man” spelen of onrechtmatige uitingen jegens eisers buiten het toelaatbare in het kader van het publieke en politieke debat hebben gedaan. Het recht op vrije meningsuiting van gedaagden in het onderhavige geval weegt zwaarder dan het recht op bescherming van eer en goede naam van eisers.