Antwoorden Kamervragen over de onlinedienst Lusha
Minister Dekker gaf gisteren antwoord op Kamervragen naar aanleiding van het bericht 'Privénummers van LinkedIn-gebruikers te koop'.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Privénummers van LinkedIn-gebruikers te koop’?
Antwoord op vraag 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Vraag 2
Bent u bekend met de signalen uit het bericht, namelijk dat de onlinedienst Lusha telefoonnummers openbaarmaakt van mensen die dat niet weten en niet willen?
Antwoord op vraag 2
Dankzij het artikel ben ik hiervan op de hoogte.
Vraag 3
Deelt u de mening dat voor het openbaar maken van persoonlijke contactgegevens, zoals telefoonnummers, met een commercieel doel altijd toestemming nodig is van de betrokkenen?
Antwoord op vraag 3
De AVG vereist dat iedere verwerking van persoonsgegevens een geldige grondslag heeft. Artikel 6, eerste lid, AVG bevat zes grondslagen, waaronder toestemming. De uitleg van bepalingen uit de AVG is aan de nationale toezichthouder en aan de rechter. Zo ook de vraag welke grondslag in dergelijke gevallen van toepassing is.
Applicatie is geen misleidende of ongeoorloofde vergelijkende reclame
Hof Den Haag 12 mei 2020, IEF 19428, RB 3437, IT 3247; ECLI:NL:GHDHA:2020:1623 (Cosanta tegen Caesar en Chemrade) Misleidende reclame. Zie eerder [IEF 17613]. Cosanta levert een softwareapplicatie onder de naam STOFFENMANAGER, waarin informatie wordt gegeven op het gebied van gevaarlijke stoffen. Cosanta meent dat sprake is van misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame door Caesar en Chemrade. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Cosanta afgewezen. Cosanta vordert alsnog toewijzing van de door haar ingestelde vorderingen. Het relevante publiek zal het teken ‘stoffenmanager’ niet opvatten als aanduiding voor de door Cosanta afkomstige applicatie, omdat het teken ‘stoffenmanager’ beschrijvend is. Van inburgering is evenmin sprake. Daarnaast legt Cosanta aan de misleiding ten grondslag dat Chemrade onterecht de indruk zou wekken dat haar applicatie over dezelfde functionaliteiten beschikt als die van Cosanta, omdat zij gebruik zou maken van een verouderde versie van het algoritme. Niet kan worden aangenomen dat er meerdere versies van het algoritme bestaan. De uitingen van Chemrade zijn voldoende duidelijk, adequaat en niet misleidend. Er is geen sprake is van misleiding of ongeoorloofde vergelijkende reclame. De vorderingen van Cosanta worden afgewezen en het vonnis wordt bekrachtigd.
Webdesigner schendt auteursrecht op foto
Rechtbank Rotterdam 11 september 2020, IEF 19425, IT 3246; ECLI:NL:RBROT:2020:8047 (Fotograaf tegen Webdesigner) Auteursrecht. Eiser is professioneel fotograaf. Gedaagde is DJ en webdesigner bij een radiozender. Op de website van de radiozender is een door eiser gemaakte foto bij een nieuwsbericht geplaatst, zonder dat gedaagde hier een licentie voor had. Het eigen logo van de radiozender is over de foto geplaatst alsof de foto van de radiozender is en de naam van eiser die onderaan de originele foto stond, is verwijderd. Gedaagde heeft de foto niet verwijderd. Eiser vordert een schadevergoeding en gedaagde op te dragen de foto te verwijderen van zijn website op straffe van een dwangsom. Het staat onbetwist vast dat eiser auteursrechthebbende is van de foto en dat er geen toestemming is verleend voor het openbaar maken van de foto op de website. Er is dus sprake van inbreuk op het auteursrecht. De openbaarmaking moet worden toegerekend aan degene die verantwoordelijk is voor de website. Gedaagde is bij de SIDN geregistreerd als houder van de domeinnaam en is webdesigner van de site. Gedaagde heeft de stelling dat hij in opdracht van een derde handelde, onvoldoende onderbouwd. De vorderingen van eiser worden toegewezen.
Nationaal Mediarechtcongres op 26 november 2020
Save the date voor een nieuwe editie van het Nationaal Mediarechtcongres op donderdag 26 november. Dagvoorzitters Remy Chavannes en Madeleine de Cock Buning staan ook deze keer voor een inspirerend programma, met experts uit omroep, wetenschap en advocatuur.
Op de agenda onder meer:
- de Digital Services Act; scope en onderwerpen;
- de Stimuleringsmaatregel culturele producties, Wat betekenen quota, investeringsplicht en andere maatregelen voor de sector;
- een paneldiscussie implementatie DSM-richtlijn, contractenrecht en nog veel meer.
Offline waar het kan en online waar nodig. Het volledige programma staat binnenkort op de website.
Artikel ingezonden door Rudi Holzhauer, The Legal Group.
Rudi Holzhauer: een persoonsnaam als een domeinnaam van iemand anders
Domeinnaam-kapingen zijn een op zich bekend verschijnsel. Domeinnamen van merkproducten worden (soms) gekaapt, en terug gehaald met een beroep op het merkenrecht. Domeinnamen van “bekende instanties” of anderen met een bepaalde mening over iets worden (soms) gekaapt om die instantie of die mening te “weerleggen”.
Persoonsnamen zijn ook een categorie domeinnamen. Mag iemand anders zich een persoonsnaam toeëigenen, en daar iets “mee gaan doen”? Rudi Holzhauer kwam met dit probleem in aanraking toen een oud-collega (emeritus hoogleraar) zich bij hem meldde met de vraag waarom hij zijn website niet onder zijn eigen naam in de lucht kon brengen. Lees hier over Rudi's verbazing.
Geen inbreuk sterk gelijkende domeinnaam als handelsnaam
Vzr. Rechtbank Limburg 3 september 2020, IEF 19423, IT 3244; ECLI:NL:RBLIM:2020:6611 (Terhagen tegen Witran) Kort geding. Handelsnaamrecht. De domeinnaam “[domeinnaam 1]” staat sinds 2009 geregistreerd bij de SIDN op naam van een (voormalige) eenmanszaak van de bestuurder en enig aandeelhouder van Terhagen. Terhagen heeft met Witran in 2015 een overeenkomst gesloten op grond waarvan Witran tot juni 2020 het alleenrecht heeft op exploitatie van [domeinnaam 1]. Witran heeft in juni 2020 [domeinnaam 2] laten registreren bij de SIDN en voert tevens de handelsnaam "[domeinnaam 2]". Terhagen vordert veroordeling van Witran om de handelsnaam [domeinnaam 2], dan wel [domeinnaam 1], te verwijderen van al haar bedrijfsuitingen en deze naam op geen enkele wijze meer te bezigen op grond van art. 5 Hnw. Centraal staat de vraag of Witran met het gebruik van [domeinnaam 2] en de handelsnaam “[domeinnaam 2]” inbreuk maakt op het handelsnaamrecht van Terhagen. Terhagen heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij het handelsnaamrecht op [domeinnaam 1] heeft verworven, noch heeft zij aangetoond dat de handelsnaam ooit door haar zelf is gevoerd, zodat de vorderingen worden afgewezen.
Consultatie nieuwe richtlijnen van de EDPB
De European Data Protection Board (EDPB) heeft twee nieuwe richtlijnen opgesteld: over de begrippen ‘verantwoordelijke’ en ‘verwerker’ en over targeting van gebruikers van sociale media. Beide guidelines staan nu open voor consultatie, zo meldt de Autoriteit Persoonsgegevens. De begrippen ‘verantwoordelijke’ en ‘verwerker’ roepen veel vragen op sinds de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking is getreden. De nieuwe guidelines bieden toelichting op de verschillende begrippen en gaan in op de belangrijkste gevolgen van deze begrippen voor verantwoordelijken, verwerkers en gezamenlijke verantwoordelijken. De guidelines met betrekking tot de targeting van gebruikers van sociale media zijn gericht op de rollen en verantwoordelijkheden van adverteerders en aanbieders. De richtlijnen gaan onder meer in op de privacyrisico’s voor sociale media-gebruikers en op de belangrijkste vereisten uit de privacywetgeving, zoals de juridische basis voor de verwerking.
Opmerkingen of suggesties bij de ‘Guidelines 07/2020 on the conceprts of controller and processor in the GDPR’ en/of de ‘Guidelines 08/2020 on the targeting of social media users’ kunnen tot en met 19 oktober 2020 worden doorgegeven aan de EDPB.
Overeenkomst rechtsgeldig ontbonden door leverancier
SGOA arbitraal vonnis 2019, IT 3243; (Leverancier tegen Afnemer) Telecommunicatierecht. Contractenrecht. Afnemer en Leverancier zijn een overeenkomst aangegaan voor de implementatie van Microsoft Dynamics NAV. Op een bepaald moment stopt Afnemer met de betaling van de facturen van Leverancier, omdat Leverancier te kort zou zijn gekomen in de nakoming van de overeenkomst. Leverancier vordert veroordeling van Afnemer tot betaling van de facturen en vergoeding van de schade, onder meer vanwege gederfde omzet. De ingebrekestelling van Afnemer bevatte geen termijn en was onvoldoende concreet geformuleerd, waardoor Leverancier niet in verzuim is geraakt. Bovendien waren de tekortkomingen door Leverancier niet wezenlijk genoeg om de betalingsverplichting op te schorten. De overeenkomst is door Leverancier rechtsgeldig ontbonden. De vorderingen van Leverancier worden toegewezen. Afnemer zal worden veroordeeld in de kosten van arbitrage.
YouTube mocht video’s met desinformatie Covid-19 verwijderen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 september 2020, IT 3241; ECLI:NL:RBAMS:2020:4435 (Eisers tegen YouTube) Mediarecht. Vrijheid van meningsuiting. Kort geding. Eiser 1 heeft interviews gehouden met eiser 2, een huisarts, die op het YouTube-kanaal van burgerjournalistiek platform Café Weltschmerz zijn geplaatst. In de video’s wordt gesteld dat het geneesmiddel Hydroxychloroquine werkt tegen Covid-19. YouTube heeft de interviews verwijderd op grond van het door haar opgestelde ‘Beleid tegen misleidende medische informatie over COVID-19’. Eisers vorderen samengevat YouTube te veroordelen de video’s terug te plaatsen. Volgens eisers grijpt YouTube te diep in op hun vrijheid van meningsuiting en pleegt zij daarmee censuur. Strikte toepassing door YouTube van haar beleid om uitsluitend content die in lijn is met de WHO en het RIVM toe te laten wordt te beperkt geacht, maar het gaat erom hoe YouTube haar beleid inzet. De interviews worden als desinformatie aangemerkt en mochten derhalve door YouTube worden verwijderd. De vorderingen van eisers worden afgewezen.
Vonnis bekrachtigd voor zover dit ziet op cartridge-octrooi EP 537
Hof Den Haag 21 april 2020, IEF 19415, IT 3239; ECLI:NL:GHDHA:2020:1624 (DR en Maxperian tegen Samsung) Octrooizaak, vervolg op ECLI:NL:RBDHA:2014:10647 en ECLI:NL:RBDHA:2014:10645. Samsung is een elektronicaconcern en was houdster van diverse octrooien en gemeenschapsmodellen van tooncartridges voor laserprinters, onder meer Europees octrooi 2 357 537 (EP 537). Maxperian en DR exploiteren beide webwinkels in printers en tonercartridges. Zij verhandelen onder hun huismerk tonercartridges die compatibel zijn met de CLP-, ML- en/of SCX-printers van Samsung en gebruiken daarbij de typenummers van de Samsung cartridges. Er wordt geoordeeld dat de grieven van DR c.s. met betrekking op EP 537 niet slagen en dat het vonnis in zoverre zal worden bekrachtigd. De grieven die zien op de toewijzing van de vorderingen van Samsung in conventie voor zover gebaseerd op EP 744, GM 687 en GM 551, als ook de grieven die zien op de afwijzing van de vorderingen in reconventie van DR c.s. strekkende tot vernietiging respectievelijk nietigverklaring van EP 744, GM 687 en GM 551 slagen. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.
Dat een consument zich bij de aankoopbeslissing van een cartridge zal laten leiden door vormgevingsaspecten is niet aannemelijk. Alle uiterlijke kenmerken van GM 687 en GM 551 zijn uitsluitend technisch bepaald, zodat deze van bescherming op grond van het gemeenschapsmodellenrecht zijn uitgesloten. Ook het beroep op slaafse nabootsing strandt.