DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 2826

Prejudiciële vragen over levering digitale inhoud datingplatform

HvJ EU 29 jul 2019, IT 2826; (Bundesverband der Verbraucherzentralen tegen Frontline Digital), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-levering-digitale-inhoud-datingplatform

Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) 29 juli 2019, IT&R 2826; C-438/19 (Bundesverband der Verbraucherzentralen tegen Frontline Digital) Via MinBuza. Verzoekster (consumentenvereniging Duitsland) maakt bezwaar tegen clausule van datingsite van verweerster parwise.at waarmee herroepingsrecht wordt opgegeven meteen na koop, omdat parwise dan meteen begint met leveren van digitale inhoud. In eerste aanleg heeft het Landgericht gesteld dat een dergelijke verklaring van de consument pas na het sluiten van de overeenkomst, maar niet voor of gelijktijdig met het sluiten van de overeenkomst kan worden gegeven. Hiertegen komt parwise in beroep.

Allereerst wil de verwijzende rechter weten of de overeenkomst betreffende het datingplatform wel of niet uitsluitend betrekking heeft op levering van digitale inhoud. Mocht hierop het antwoord bevestigend luiden, moet worden getoetst of de informatie over de verklaring in lijn is met de toepasselijke voorschriften.

IT 2817

Uitspraak ingezonden door Roeland de Mol, Marjolein van Rest en Jaap Bremer, BarentsKrans, en Rutger Stoop en Gregor Vos, Brinkhof.

KPN claimt met 'Beter Netwerk-campagne' niet dat eigen netwerk beter is

Rechtbank 8 jul 2019, IT 2817; ECLI:NL:RBDHA:2019:7120 (T-Mobile tegen KPN), https://itenrecht.nl/artikelen/kpn-claimt-met-beter-netwerk-campagne-niet-dat-eigen-netwerk-beter-is

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 juli 2019, IEF 18577, RB 3328, IT 2817; ECLI:NL:RBDHA:2019:7120 (T-Mobile tegen KPN) Kort geding. T-Mobile en KPN zijn aanbieders van telefoniediensten, internet en interactieve televisie. Ze zijn rechtstreekse concurrenten van elkaar. KPN voert sinds een aantal weken een landelijke reclamecampagine met als hoofdthema 'Beter netwerk'. T-Mobile stelt dat de claims van KPN duidelijk vergelijkend zijn met haar concurrentie op de Nederlandse markt waaronder T-Mobile. KPN claimt een 'beter netwerk' te hebben dan haar concurrentie. Die claim kan KPN niet waarmaken. De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee. Het gevraagde verbod tegen de 'Beter Netwerk, Beter Leven'–campagne van KPN wordt geweigerd. De campagne draagt slechts de boodschap uit dat een 'beter netwerk' bepaalde activiteiten beter maakt, maar daarbij wordt niet geclaimd dat het netwerk van KPN beter is dan de netwerken van andere aanbieders.
De reconventionele vordering van KPN is afgewezen. KPN vocht de belofte van T-Mobile aan dat T-Mobile in 2020 als eerste in Nederland een landelijk 5G-netwerk zou uitrollen. KPN had geen spoedeisend belang had bij deze vordering, omdat deze belofte door T-Mobile al ruim een jaar geleden was gestart en de campagne inmiddels over haar hoogtepunt heen was.

IT 2815

Misgelopen marktaandeel Tele2 door KPN

Hof 2 jul 2019, IT 2815; ECLI:NL:GHDHA:2019:1682 (KPN tegen Tele2), https://itenrecht.nl/artikelen/misgelopen-marktaandeel-tele2-door-kpn

Hof Den Haag 2 juli 2019, IEF 18563, IT&R 2815; ECLI:NL:GHDHA:2019:1682 (KPN tegen Tele2) Telecommunicatiewet. Internet. Tele2 verwijt aan KPN dat zij in de jaren 2000-2003 geen gedeelde toegang tot het aansluitnetwerk heeft versterkt, waardoor Tele2 geen internet via ADSL kon aanbieden en marktaandeel zou hebben misgelopen. Tele2 heeft de normschending in drie periodes onderverdeeld. Slechts over de periode 1 juli 2000 tot 1 september 2000 heeft KPN onrechtmatig gehandeld, de rest is verjaard. Het hof verwijst de zaak naar de rol van 10 september 2019.

IT 2812

Geen inbreuk Transocean-merken door gebruik van metatags

Rechtbank 19 jun 2019, IT 2812; ECLI:NL:RBDHA:2019:6247 (Transocean tegen Eurotex), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-inbreuk-transocean-merken-door-gebruik-van-metatags

Rechtbank Den Haag 19 juni 2019, IEF 18555, RB 3326, IT 2812; ECLI:NL:RBDHA:2019:6247 (Transocean tegen Eurotex) Uitleg vaststellingsovereenkomst. Gebruik tekens na beëindigen lidmaatschap. Metatags. Eiser Transocean is een vereniging van producenten van scheepsverf en houdster van diverse woord- en beeldmerken. Verweerder Eurotex c.s. heeft met Transocean een ‘membership agreement’ gesloten voor het exclusieve gebruik van specifieke knowhow en merken van Transocean. Eurotex heeft met metatags geen inbreuk gemaakt op de merkrechten van Transocean, er is geen sprake van reclame. De metatags zijn verwerkt in de broncode van de website, maar zijn op de website zelf niet zichtbaar. Er kan niet zonder meer worden aangenomen dat het gebruik daarvan een van de functies van het merk aantast en/of door het gebruik van de metatags bij het publiek verwarring kan ontstaan. De vorderingen worden afgewezen.

IT 2807

Verwijdering onrechtmatige uitlatingen Facebook

Rechtbank 21 jun 2019, IT 2807; ECLI:NL:RBDHA:2019:6271 (Haagse wijk- en woonzorg tegen X), https://itenrecht.nl/artikelen/verwijdering-onrechtmatige-uitlatingen-facebook

Vzr. Rechtbank Den Haag 21 juni 2019, IEF 18545, IT 2807; ECLI:NL:RBDHA:2019:6271 (Haagse wijk- en woonzorg tegen X) Kort geding. Recht op vrijheid van meningsuiting versus recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Haagse wijk- en woonzorg (HWW) is een aanbieder van zorg. Gedaagde is de zus van een dame die tot haar overlijden gedurende acht maanden in een verzorgingshuis van HWW heeft gewoond. Gedaagde heeft na de dood van haar zus negatieve berichten en filmpjes op Facebook gepubliceerd. Gedaagde stelt dat ze hiermee misstanden in de (verpleeghuis)zorg aan de kaak wil stellen. In ieder geval een aantal van de uitlatingen die betrekking hebben op eiseres is onjuist of ongefundeerd en heeft een beledigend karakter. Dergelijke uitlatingen worden op geen enkele manier gerechtvaardigd door het gestelde doel dat gedaagde met het plaatsen van de berichten en de filmpjes nastreeft. Verwijten en beschuldigingen zijn als vaststaande feiten op een voor iedereen toegankelijke Facebookpagina gepubliceerd. De grenzen van het betamelijke zijn overschreden en er is onrechtmatig gehandeld. Dergelijke ongefundeerde beschuldigen kunnen een negatief effect hebben op de reputatie en de bedrijfsvoering van HWW.

IT 2805

Terechte toewijzing schadevergoeding na auteursrechtelijke inbreuk foto's catsuit

Rechtbank 14 jun 2019, IT 2805; Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2019:4334 (Fotograaf tegen catsuitontwerper), https://itenrecht.nl/artikelen/terechte-toewijzing-schadevergoeding-na-auteursrechtelijke-inbreuk-foto-s-catsuit

Ktr Rechtbank Amsterdam 14 juni 2019, IEF 18541, IT&R 2805; ECLI:NL:RBAMS:2019:4334 (Fotograaf tegen catsuitontwerper) Auteursrecht. Portretrecht. Inbreuk. Een professioneel fotograaf heeft foto’s gemaakt op een boekpresentatie van een derde. Ontwerper ontwerpt en verkoopt catsuits. Op zijn website hebben veertien foto’s gestaan die door de fotograaf zijn gemaakt van de boekpresentatie. De ontworpen catsuit wordt op de foto’s gedragen. De fotograaf heeft verzocht de foto’s te verwijderen vanwege inbreuk op het auteursrecht en verzocht de geleden schade te vergoeden. De ontwerper heeft de foto’s verwijderd, maar de schade niet vergoed. De fotograaf vordert inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten en betaling van de schadevergoeding. Inbreuk wordt vastgesteld en de schadevergoeding worden toegewezen.

IT 2802

Gmail is geen electronische communicatiedienst in zin kaderrichtlijn

HvJ EU 13 jun 2019, IT 2802; ECLI:EU:C:2019:498 (Google LLC tegen Duitsland), https://itenrecht.nl/artikelen/gmail-is-geen-electronische-communicatiedienst-in-zin-kaderrichtlijn

HvJ EU 13 juni 2019, IEF 18531, IEFbe 2901, IT&R 2802; ECLI:EU:C:2019:498 (Google LLC tegen Duitsland) Prejudiciële beslissing. Telecommunicatiedienst. Richtlijn 2002/21/EG. Google is een internetzoekmachine en een e‑maildienst, genaamd Gmail. Met Gmail kunnen gebruikers e‑mails en data via het internet verzenden en ontvangen. Om van deze dienst gebruik te maken moet de gebruiker een e‑mailaccount aanmaken waardoor hij kan beschikken over een adres op basis waarvan hij wordt geïdentificeerd als afzender en ontvanger van e‑mails. Het gaat in deze zaak tussen Google LLC en Duitsland over het BNetzA besluit, waarbij wordt vastgesteld dat de e-maildienst Gmail van Google een telecommunicatiedienst is en Google om die reden op straffe van een dwangsom wordt gelast de verplichting tot kennisgeving na te komen. De BNetzA is van mening dat Gmail een telecommunicatiedienst is in de zin van § 6, lid 1, TKG. Google is van mening dat Gmail geen telecommunicatiedienst is, omdat met deze dienst geen signalen worden overgebracht. Het verzoek om prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de kaderrichtlijn over het begrip telecommunicatiedienst. Beantwoording van de prejudiciële vragen:

IT 2793

Afspraken over niet meebieden op online advertenties nader bekeken

In Nederland maken veel hotelketens afspraken met boekingssites om niet te adverteren op zoekresultaten voor hun merknaam. Dit soort afspraken kan leiden tot hogere prijzen voor consumenten. Dit blijkt uit een artikel dat is geschreven door medewerkers van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Zij hebben onderzocht wat de effecten zijn van dit soort afspraken op de prijzen van hotelkamers.

IT 2783

OvJ mag op servers Telegram gegevens onderzoeken

Rechtbank 22 feb 2019, IT 2783; ECLI:NL:RBROT:2019:2712 (Telegram), https://itenrecht.nl/artikelen/ovj-mag-op-servers-telegram-gegevens-onderzoeken

Rechtbank Rotterdam 22 februari 2019, IT 2783; ECLI:NL:RBROT:2019:2712 (Telegram) Beslissing in hoger beroep OvJ tegen eerdere, afwijzende, beschikking van de RC. OvJ wil op servers van provider Telegram gegevens kunnen onderzoeken. Telegram heeft op voorhand laten weten de gevraagde gegevens niet te zullen en/of kunnen verstrekken. De plaats waar deze gegevens zich fysiek bevinden “in the cloud” is namelijk onbekend en de gegevens zijn door de end-to-end encryptie zonder gebruikmaking van de account van de eindgebruiker niet leesbaar te leveren. De rechtbank heeft gelet op de omstandigheid dat op grond van op handen zijnde wetgeving in een digitale omgeving met machtiging van de rechter-commissaris verderstrekkende opsporingsbevoegdheden mogelijk zullen worden. Op grond hiervan geeft de raadkamer de gevraagde toestemming. De machtiging zoals verzocht wordt gegeven, maar heeft uitsluitend betrekking heeft op de gegevens die op de dag van de aanvraag bij de rechter-commissaris beschikbaar waren.