IT 4652
1 november 2024
Artikel

SGOA / Hans Frankenprijs 2025

 
IT 4651
1 november 2024
Uitspraak

HR over spoedeisend belang in zaak over auteursrecht van software

 
IT 4653
1 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Schrems/Meta

 
IT 3675

Eerste Kamer stemt in met de Wet open overheid

De Eerste Kamer heeft dinsdag 5 oktober het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer Wet open overheid (Woo) en de wijzigingen die in een novelle zijn voorgesteld, aanvaard. Het wetsvoorstel heeft als doel overheden en semi-overheden transparanter te maken in het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en economische ontwikkeling. De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) wordt ingetrokken als de Woo wordt aangenomen. Om deze doelen te bereiken verankert het voorstel de toegang tot publieke informatie als recht van burgers. Daarnaast wordt de actieve openbaarheid versterkt door het verplicht stellen van openbaarmaking uit eigen beweging van bepaalde categorieën informatie.
Lees verder >>

IT 3674

Inhoudsopgave Computerrecht

Inhoudsopgave van Computerrecht 5-2021.
EDITORIAL
206 AI, robots en auteurs: bescherming van creativiteit / p. 401. S. Depreeuw

ARTIKELEN
207 Update Nederlandse zorgplicht-jurisprudentie / p. 403.  Dit artikel bouwt verder op de eerder verschenen bijdrage over de bijzonder zorgplicht van IT-leveranciers (Computerrecht 2018/160). Het behandelt recente jurisprudentie en literatuur, maar identificeert ook enkele actuele thema’s zoals de rol van kwaliteitsnormen, de verantwoordelijkheden van de IT-klant uit hoofde van zijn opdrachtgeverschap, agile-projecten en de weigerplicht die op leveranciers kan rusten. P.G. van der Putt & C.A.M. van de Bunt

IT 3672

Aanmoediging tot geweld op Twitter

Rechtbank Den Haag 28 sep 2021, IT 3672; ECLI:NL:RBDHA:2021:10502 (Opruiing op Twitter), https://itenrecht.nl/artikelen/aanmoediging-tot-geweld-op-twitter

Rechtbank Den Haag 28 september 2021, IEF 20221, IT 3672; ECLI:NL:RBDHA:2021:10502 (Opruiing op Twitter) Man wordt veroordeeld voor driemaal opruiing tot enig strafbaar feit (art. 131 Sr) door middel van het plaatsen van berichten op een openbaar Twitteraccount waarin wordt aangemoedigd tot het ‘vernietigen’ van de ‘zionisten’ en ‘de vijanden van de Islam’. Er is sprake van voorwaardelijk opzet. Dergelijke oproepen tot geweld passen niet in een democratische samenleving en het recht op vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM) mag daarom in dit geval worden beperkt. Oplegging van 120 uren taakstraf.

IT 3671

Overzetting van domeinnamen zonder toestemming onrechtmatig

Gerechtshof Amsterdam 4 mei 2021, IT 3671; ECLI:NL:GHAMS:2021:1284 (4Bis tegen Digitale Nazorg ), https://itenrecht.nl/artikelen/overzetting-van-domeinnamen-zonder-toestemming-onrechtmatig

Gerechtshof Amsterdam 4 mei 2021, IEF 20215, IT 3671; ECLI:NL:GHAMS:2021:1284 (4Bis tegen Ditigale Nazorg) Digitale Nazorg houdt zich bezig met het beheren en afwikkelen van de digitale nalatenschap. 4Bis Innovations is een software-ontwikkelaar die tevens hostingdiensten verleent. Zij host onder meer de domeinnamen digitalevoorzorg.nl, digitalenazorg.nl en i-finish.nl. Dit laatste is een handelsnaam van Digitale Nazorg. De voorzieningenrechter heeft over deze zaak geoordeeld dat 4Bis verplicht is bepaalde domeinnamen, e-mailaccounts en websites over te dragen aan Digitale Nazorg. Deze had 4Bis namelijk zonder toestemming overgedragen aan moedermaatschappij DEH. 4Bis voert in hoger beroep aan dat door het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst tussen Digitale Nazorg en DEH een vennootschap onder firma tot stand is gekomen, waarin Digitale Nazorg vervolgens krachtens een mondelinge afspraak de domeinnamen en content van haar bestaande websites heeft ingebracht. Dit komt het hof niet waarschijnlijk voor en is door 4Bis niet verder onderbouwd. Ook de overige grieven slagen niet. Het vonnis van de voorzieningenrechter zal worden bekrachtigd. 

IT 3670

Noot Dirk Visser onder YouTube en Cyando

Voorpublicatie uit de Ars Aequi-noot van prof. mr. D.J.G. Visser onder HvJ EU 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503 YouTube & Cyando [IEF 20039].
Dit arrest gaat over twee gevoegde zaken. Eén van muziekproducent Frank Peterson tegen YouTube (zaak C-682/18, begonnen in 2008) en één van wetenschappelijke uitgever Elsevier tegen deelplatformexploitant Cyando (zaak C-683/18, begonnen in 2014). Beide zaken gaan over art. 3 lid 1 van de twintig jaar oude Auteursrechtrichtlijn 2001/29/EG  en artt. 14 en 15 van de 21 jaar oude richtlijn Elektronische Handel 2000/31/EG. Het arrest werd gewezen twee weken nadat art. 17 van de nieuwe EU DSM-richtlijn  geïmplementeerd moest zijn, en in Nederland ook geïmplementeerd is. Op grond van art. 17 moeten de lidstaten YouTube verplichten om te proberen licenties te verkrijgen voor het materiaal op haar platform en om desgevraagd preventief te filteren en, als het toch geplaatst is, te blokkeren.
Lees verder >>

IT 3669

Meebieden door koper op internetveiling

Gerechtshof Den Haag 21 sep 2021, IT 3669; Zoekresultaat - inzien documentECLI:NL:GHDHA:2021:1656 (Onroerend Goed tegen Maasdam Vastgoed), https://itenrecht.nl/artikelen/meebieden-door-koper-op-internetveiling

Gerechtshof Den Haag 21 september 2021, IT 3669; ECLI:NL:GHDHA:2021:1656 (Onroerend Goed tegen Maasdam Vastgoed) Appellante heeft een winkelpand te koop aangeboden via een internetveiling. Maasdam heeft op die veiling biedingen uitgebracht. Appellante heeft op haar eigen pand ook meegeboden en was de hoogste bieder, met als onderliggende bieder Maasdam. Appellante heeft besloten het pand aan Maasdam te gunnen, en stelt dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen tussen appellante en Maasdam. Maasdam betwist dit. Volgens Maasdam is de gang van zaken niet geweest zoals het hoort. Zo heeft er geen onafhankelijk toezicht plaatsgevonden door een veilingnotaris en heeft appellante, zonder dat Maasdam dat wist, zelf meegeboden en zo de prijs kunstmatig opgedreven. Het hof oordeelt als volgt. Maasdam heeft ingestemd met het verkoopprotocol van appellante. Appellante had van tevoren duidelijk moeten maken dat zij zelf meebiedt. Maasdam wist dit niet en had dit redelijkerwijs ook niet hoeven te weten. De stellingen van Maasdam houden in dat zij bij een juiste voorstelling van zaken niet akkoord was gegaan met de voorwaarden en ook niet met de koop van het pand. Onder deze omstandigheden bestaat er, volgens het hof, geen afnameplicht voor Maasdam. 

IT 3668

Prejudiciële vragen over reclametijd

21 apr 2021, IT 3668; (Reti Televisive Italiane), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-reclametijd

Consiglio di Stato 21 april 2021, IEF 20209, RB 3559, IEFbe 3285, IT 3668; C-255/21 (Reti Televisive Italiane) Verzoek om een prejudiciële beslissing. Via MinBuza: De Italiaanse toezichthouder heeft drie zenders van RTI sancties opgelegd wegens het overtreden van de regels omtrent maximale reclametijd per klokuur. Volgens RTI werd in deze tijd ook zelfpromotie gepresenteerd, die bij de berekening niet mee hoeven worden genomen. In het geschil is dan ook aan de orde de vraag of het aanprijzen door de moedermaatschappij van (radio)programma's van de dochter-onderneming rechtmatig is. De verwijzende rechter verwijst in dit verband naar een besluit van de AGCOM, volgens welke de concentratie van televisie- en radio-uitzendingen ertoe kan leiden dat concurrenten worden uitgesloten van de markt. Er worden verschillende prejudiciële vragen gesteld over deze kwestie. De belangrijkste ziet op de vraag of het bestaan van diverse vormen van communicatie ondergebracht in onderling verbonden ondernemingsgroepen ertoe kan leiden dat de omroeporganisatie als groep aan te merken is als één economische eenheid. De overige vragen zien op de maximumzendtijd voor reclame en de gevolgen hiervan als de verschillende ondernemingen inderdaad als één economische eenheid beschouwd moeten worden.

IT 3667

Geen onverschuldigde betaling voor ICT-werkzaamheden

Gerechtshof Den Haag 7 sep 2021, IT 3667; ECLI:NL:GHDHA:2021:1720 (MR2 tegen Result XL), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-onverschuldigde-betaling-voor-ict-werkzaamheden

Gerechtshof Den Haag 7 september 2021, IT 3667; ECLI:NL:GHDHA:2021:1720 (MR2 tegen Result XL) Deze zaak gaat over (terug)betalingsverplichtingen voor ICT aankopen en werkzaamheden van Result ten behoeve van MR2. MR2 is een onderneming die zich richt op het ontwikkelen en verkopen van overboekingssoftware en -applicaties. Result is een onderneming die zich onder andere bezighoudt met consultancy, project- en programmamanagement en interim management op het gebied van ICT. Samen hebben zij een overeenkomst van opdracht gesloten. Hieruit volgde dat Result voor MR2 werkzaamheden zou verrichten. MR2 heeft Result gedagvaard omdat zij van mening is dat er € 20.000 onverschuldigd betaald is. Vlak na het overmaken van dit bedrag is in overleg besloten dat dit resultaat niet meer nodig was. Het hof oordeelt in dit arrest, net als de rechtbank, dat de € 20.000 niet onverschuldigd is betaald en dat Result niet hoeft terug te betalen. MR2 stelt dat er sprake was van een resultaatsverbintenis, waardoor Result pas de vergoeding zou ontvangen als bepaalde doelstellingen behaald waren. Het hof verwerpt deze stelling. In geen enkel stuk tussen partijen vastgelegd komt naar voren dat een resultaatsverbintenis beoogd was.

IT 3666

Incidenteel overnemen gegevens databank niet onrechtmatig

31 aug 2021, IT 3666; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden), https://itenrecht.nl/artikelen/incidenteel-overnemen-gegevens-databank-niet-onrechtmatig

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 31 augustus 2021, IEF 20205, IT 3666; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden) Appellant en geïntimeerde 2 hebben samen een webshop voor de verkoop van startmotoren en dynamo's gehad. Beide waren 50% aandeelhouder. Onderdeel van deze webshop is een databank met onderdeelnummers, maten en een omschrijving waarin tevens is opgenomen met welke motoren / motortypes de startmotor of dynamo compatibel is. Na beëindiging van de samenwerking is geïntimeerde 2 op soortgelijke wijze bij geïntimeerde 3 gaan werken. De databank is een-op-een overgenomen. Appellant stelt dat geïntimeerden onrechtmatig jegens appellant handelen nu zij gebruik maken van de databank die appellant toekomt. Hij beweert dat door het systematisch verzamelen en ordenen van gegevens de databank bescherming toekomt op grond van de Databankenwet en dat appellant, als rechtsopvolger van de bv, is aan te merken als producent van de databank. Het hof is van oordeel dat hier niet genoeg bewijs voor is geleverd. Daarnaast kan een enkele keer raadplegen niet worden gezien als hergebruik. De grieven falen.

IT 3665

Ontbreken wettelijke grondslag voor opvragen persoonsgegevens

Rechtbank Gelderland 12 mei 2021, IT 3665; ECLI:NL:RBGEL:2021:4809 (ZIDB c.s. tegen Menzis), https://itenrecht.nl/artikelen/ontbreken-wettelijke-grondslag-voor-opvragen-persoonsgegevens

Rechtbank Gelderland 12 mei 2021, IT 3665; ECLI:NL:RBGEL:2021:4809 (ZIDB c.s. tegen Menzis) Verzekeringsrecht. ZIDB c.s. vordert in deze zaak dat voor recht verklaard wordt dat Menzis onrechtmatig heeft gehandeld door ZIDB c.s. te proberen te bewegen om (medische) persoonsgegevens te vertrekken. Menzis zou zich niet hebben gehouden aan de regels die volgen uit de Rzv en de verdere uitwerking hiervan in de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens en het Protocol Materiële Controle van Zorgverzekeraars Nederland. De gegevens die Menzis heeft opgevraagd betreffen persoonsgegevens van verzekerden en zorgverleners, waarbij er geen toestemming is gegeven door de eerstgenoemde partij en ook enige wettelijke grondslag ontbreekt. Voor de beoordeling van deze zaak kijkt de rechter naar de rechtmatigheid van het opvragen van de persoonsgegevens door Menzis, en in hoeverre ZIDB c.s. die gegevens mag en/of moet verstrekken. De wetgever heeft nadrukkelijk beoogd dat bij verstrekking van gezondheidsgegevens eerst moet worden getoetst aan regels voor doorbreking van het medisch beroepsgeheim. In het geval van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder zoals ZIDB c.s. mogen dat soort gegevens alleen rechtstreeks aan de zorgaarbieder worden verstrekt met expliciete toestemming van de verzekerde. Daarvan is hier geen sprake geweest. De rechtbank concludeert dat er hier geen wettelijke grondslag was en verklaart dat Menzis onrechtmatig heeft gehandeld.