IT 4673
15 november 2024
Uitspraak

Autobedrijf moet passendheid e-mailbeveiliging aantonen na frauduleuze betaalinstructie door hacking

 
IT 4672
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IT 4670
14 november 2024
Uitspraak

Uitingsvrijheid hoeft niet te worden beperkt ten behoeve van privacybescherming

 
IT 366

Project Moore Advocaten officieel van start

Persbericht: "Project Moore is een nieuw hooggespecialiseerd advocatenkantoor dat zich richt op IT-recht en privacy. Project Moore beschikt over een ervaren team van advocaten met diepgaande kennis van het vakgebied en de markt. De partners (Jeroen Koëter, Lieneke Viergever, Christian van Seeters en Eva Visser) zijn afkomstig van De Brauw Blackstone Westbroek en Stibbe. Project Moore is gevestigd aan de Leidsegracht in Amsterdam.

IT-recht en privacy
IT-recht en privacy zijn ‘hot topics’. Project Moore legt zich exclusief toe op deze rechtsgebieden. Project Moore is specialist in IT-recht en privacy in de breedste zin van het woord. Van IT-projecten, outsourcing en IT-aanbestedingen tot cloud computing, privacy en e-commerce. Door haar focus kan Project Moore haar dienstverlening optimaliseren en flexibel opereren. Het kantoor werkt voor cliënten uit het (internationale) bedrijfsleven en de publieke sector.

De Wet van Moore
De naam ‘Project Moore’ geeft kernachtig de focus op informatietechnologie weer van het nieuwe kantoor. De Wet van Moore (vernoemd naar haar bedenker Gordon Moore) beschrijft een langetermijntrend in de ontwikkeling van technologie. Volgens deze wet verdubbelt iedere twee jaar het aantal transistors dat op een chip kan worden geplaatst. Een exponentiële groei met grote impact op de samenleving. De Wet van Moore staat daarmee symbool voor technologische vooruitgang en de grote rol die IT speelt in onze informatiemaatschappij."

IT 365

Reactie: Verstrekken informatie herroepingsrecht in de algemene voorwaarden is onvoldoende!

Reactie op IT 363 (Herroepingsrecht mag niet in algemene voorwaarden?). Veerle van Druenen van ICTRecht kan zich wél vinden in de uitspraak van de Groningse kantonrechter.

"Het verstrekken van voldoende informatie over het herroepingsrecht aan consumenten is niet alleen voor de consument, maar ook voor u als ondernemer van groot belang. Verstrekt u namelijk onvoldoende informatie over het herroepingsrecht, dan is de consequentie dat de herroepingstermijn verlengd wordt van 7 werkdagen naar 3 maanden. De wet bepaalt dat de informatie die verstrekt wordt ‘duidelijk en begrijpelijk’ moet zijn. Maar wanneer is dat nu het geval? In een recente uitspraak stelde de kantonrechter in Groningen dat het enkele opnemen van de informatie in de algemene voorwaarden in ieder geval niet voldoende is. Volgens mij een terechte uitspraak, hoewel niet iedereen het daar mee eens is.

Volgens de wet moeten alle ondernemers die producten of diensten op afstand verkopen consumenten 7 werkdagen bedenktijd bieden. Ondernemers moeten bovendien voldoende ‘duidelijke en begrijpelijke’ informatie verstrekken over het herroepingsrecht en de manier waarop de consument daarvan gebruik kan maken. Deze informatie moet u niet alleen voor de totstandkoming van de overeenkomst verstrekken, maar ook nog een schriftelijk na de totstandkoming van de overeenkomst. Doet u dit niet, dan wordt de herroepingstermijn aanzienlijk verlengd.

In de in de inleiding genoemde zaak, sloot R. telefonisch een overeenkomst voor de vermelding van zijn gegevens (tegen betaling) op de internetsite van Q. Na het sluiten van de overeenkomst ontving R. de algemene voorwaarden en een welkomstbrief. R. stelt in de procedure (onder meer) dat Q. niet aan zijn informatieplichten heeft voldaan.

De kantonrechter is het daarmee eens. Volgens de rechter heeft Q. onvoldoende informatie verstrekt over het herroepingsrecht en is er daarom sprake van een herroepingstermijn van 3 maanden. Q. stelt weliswaar dat in de algemene voorwaarden – die samen met de welkomstbrief aan R. zijn toegezonden – gewezen wordt op de herroepingstermijn, maar dit acht de rechter onvoldoende. De kantonrechter stelt vast: “dat met de enkele vermelding van de ontbindingsmogelijkheid in de algemene voorwaarden, waarnaar in de welkomstbrief niet wordt verwezen, niet voldaan is aan een duidelijke mededeling als bedoeld in artikel 46c lid 2 BW”.

Dit is wat mij betreft een terechte uitspraak, maar dat is zoals gezegd niet iedereen met mij eens. Zo wordt op It & Recht gesteld dat het een normale praktijk is voor webwinkels om alleen in de algemene voorwaarden te wijzen op het herroepingsrecht. Daarbij wordt uitdrukkelijk verwezen naar de Algemene Voorwaarden Thuiswinkel waarin artikelen over het herroepingsrecht zijn opgenomen en wordt gesteld dat van een consument verwacht mag worden dat hij de algemene voorwaarden erbij pakt als hij een koop wil annuleren.

Volgens mij ligt dat toch anders. Alle leden van de Thuiswinkel Organisatie zijn verplicht om ook buiten de algemene voorwaarden informatie te verstrekken over het herroepingsrecht. Dit wordt (toekomstige) leden van de Thuiswinkel Organisatie dan ook op het hart gedrukt. Ook veel webwinkels die geen lid zijn van de Thuiswinkel Organisatie verstrekken inmiddels informatie over het herroepingsrecht op bijvoorbeeld een informatiepagina en in een informatiebrief die naar de consument toegezonden wordt. Van een normale praktijk waarin slechts in de algemene voorwaarden wordt gewezen op het herroepingsrecht is m.i. (gelukkig) dan ook geen sprake.

Ook met de stelling dat van consumenten verwacht mag worden dat zij de AV lezen als ze iets terug willen sturen ben ik het niet eens. De hele verplichting tot informatieverstrekking bestaat nu juist omdat consumenten vaak niet weten dat ze een herroepingsrecht hebben. Het is dan ook vreemd om van de consument te verwachten dat hij op eigen gelegenheid gaat zoeken of er misschien een manier is om nog onder de overeenkomst uit te komen.

Ook de Consumentenautoriteit, die toezicht houdt op de naleving van het consumentenrecht, acht vermelding in de algemene voorwaarden onvoldoende. De toezichthouder stelt op haar website: De informatie over de bedenktijd moet u per brief melden. U mag deze informatie dus niet alleen per e-mail verstrekken. Ook is het niet voldoende de bedenktermijn op te nemen in de algemene voorwaarden. U kunt het beste de informatiebrief voegen bij het product dat wordt geleverd. Dat is ook het meest praktisch.”

Verder is het belangrijk nog belangrijk om op te merken dat het in de besproken zaak niet ging om de verplichting om vooraf informatie te verstrekken over het herroepingsrecht, maar om de verplichting om uiterlijk bij de nakoming van de overeenkomst de informatie over het herroepingsrecht te verstrekken (dus na het sluiten van de overeenkomst). Uit de wet volgt dat het verplicht is om de informatie over het herroepingsrecht ook nog schriftelijk te verstrekken. Het enkel opnemen van de informatie in de algemene voorwaarden op de website is dus al helemaal niet voldoende!

Ons advies is en blijft dus: verstrek duidelijke informatie over het herroepingsrecht op een informatie- of faq-pagina op de website en in een informatiebrief die u consumenten (per post!) toestuurt na de totstandkoming van de overeenkomst (bijvoorbeeld bij aflevering van het product). Zo komt u als webwinkelier niet voor vervelende verassingen te staan."

Lees de oorspronkelijke blog hier.

IT 364

Rijksoverheid lanceert ICT-dashboard

Afgelopen woensdag is het ICT-dashboard van het Rijk gelanceerd. Doel van dit dashboard is om inzichtelijk te maken hoe grote ICT-projecten en ICT-projecten met een hoog risico bij de ministeries en publiekrechtelijke ZBO’s lopen. Relevant voor de vraag of een project ‘goed’ verloopt is of de doorlooptijd en de kosten op schema liggen. Dit dasboard zal nog verder doorontwikkeld worden. Zo zal binnenkort aan alle projecten toegevoegd worden wie de betrokken leveranciers zijn.

Met dank aan Annechien ten Kate-Sloots, ICT~Office.

 

IT 363

Herroepingsrecht mag niet in algemene voorwaarden?

Rechtbank Groningen sector kanton 20 april 2011, LJN BQ5238 (Q. tegen R. Bouwkunde).

Met dank aan Polo van der Putt, Vondst Advocaten.

Art. 7:46d jo 7:46c lid 2 BW. Herroeping vermelding in internetgids. Bij diensten op afstand dient dienstverlener tijdig bij de nakoming de afnemer op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren over zijn wettelijke herroepingsrecht. Als hier niet aan wordt voldaan, kan de afnemer de overeenkomst annuleren gedurende 3 maanden na sluiten overeenkomst (i.p.v. de normale termijn van 7 dagen). In deze zaak informeert dienstverlener de afnemer over het herroepingsrecht in zijn algemene voorwaarden. Dat is de gangbare wijze van informeren door webwinkels. Toch oordeelt de Groningse rechter dat dit niet overeenkomstig de wet is. Dienen webwinkels hun voorwaarden te herzien?

De kantonrechter oordeelt:

"4.2 [...] Met betrekking tot de vraag of Q. op enig moment heeft meegedeeld dat R. gedurende zeven werkdagen na 18 mei 2010 het recht heeft de overeenkomst zonder opgaaf van redenen te ontbinden, heeft Q. gesteld dat in de algemene voorwaarden, die samen met de welkomstbrief aan hem zijn toegezonden, de bedenktijd van zeven dagen is vermeld. De kantonrechter is evenwel van oordeel dat met de enkele vermelding van de ontbindingsmogelijkheid in de algemene voorwaarden, waarnaar in de welkomstbrief niet wordt verwezen, niet is voldaan aan een duidelijke mededeling als bedoeld in artikel 46c lid 2 BW. Nu niet is voldaan aan alle in artikel 7:46c lid 2 BW gestelde eisen, bedraagt de bedenktijd drie maanden."

Informeren via algemene voorwaarden mag dus niet van de kantonrechter. Dit oordeel staat haaks op het praktijkgebruik van de meeste webwinkels, zie bijvoorbeeld de algemene voorwaarden van Thuiswinkel.org. Als de herroepingstermijn op een logische plek staat in voorwaarden, en zeker als het herroepingsrecht in de inhoudsopgave en titel van een artikel wordt genoemd (zoals bij Thuiswinkel.org), lijkt mij het standpunt van de kantonrechter niet houdbaar. Ook van een consument mag immers verwacht worden dat hij de algemene voorwaarden erbij pakt als hij een koop wil annuleren. Het lijkt mij dan ook niet dat webwinkels op basis van deze uitspraak de wijze waarop zij consumenten informeren hoeven te wijzigen.

Er is nog wel wat meer op te merken bij de uitspraak. De afnemer, zo mogen wij uit de uitspraak afleiden, handelde in de uitoefening van een onderneming (zie de partijnaam en het feit dat de internetgids ondernemingen vermeldt). De Wet Koop op Afstand is uitsluitend van toepassing op consumenten. Nu afnemer niet handelde als consument, is de wet niet van toepassing en komt afnemer überhaupt geen herroepingsrecht toe.

Even aangenomen dat de Wet Koop op Afstand wel van toepassing is, dan vraag ik mij af of de dienstverlener niet een beroep op art. 7:46i lid 5 toekomt. Als met instemming van afnemer met de dienstverlening (vermelding in de gids) wordt begonnen, vervalt het herroepingsrecht.

Tot slot valt op dat afnemer, die telefonisch was benaderd, ontkent dat er telefonsich een overeenkomst tot stand was gekomen. De dienstverlener blijkt echter een bandopname te hebben gemaakt en de rechter is op grond van die opname van mening dat er weldegelijk een overeenkomst is gesloten. Heeft afnemer het zich gewoon niet meer zo goed herinnerd of heeft hij gelogen?

Lees de uitspraak hier (link) of hier (pdf).

IT 362

DNB en AFM richten zich op 'crowdfunding'

Crowdfunding brengt vragers en aanbieders van geld met elkaar in contact via een internetplatform. Zo’n platform verzamelt informatie over de kredietwaardigheid van de vrager en het doel van de lening. Op basis hiervan kunnen aanbieders beslissen met wie zij zaken doen. Crowdfunding is niet zonder risico. Risico’s van crowdfunding zijn onder andere:

- mogelijke wanbetaling
- identiteitsfraude
- een eventueel faillissement of betalingsprobleem van het platform

Het is daarnaast relevant of de initiatiefnemer voor het platform onder toezicht van de AFM en/of DNB staat. Onder toezicht staande ondernemingen beschikken over een vergunning en staan in de registers van de AFM en DNB.

BRON: AFM, 'DNB en AFM oriënteren zich op 'crowdfunding'´, AFM.nl mei 2011.

IT 361

WP 29 Opinie Geolocatiediensten

De verwerking van locatiegegevens is een hot topic. Meer en meer apps voor smartphones en tablets maken gebruik van locatiegegevens. Dat brengt mee dat de bewegingspatronen van gebruikers nauwgezet te volgen zijn. Zoals eerder op deze site aangekondigd (IT 354) heeft de Artikel 29-werkgroep in een opinie de verplichtingen vastgelegd waaraan de partijen die locatiegegevens verwerken moeten voldoen. Uitgangspunt is dat voor het verzamelen en verwerken van locatiegegevens toestemming vereist is. Lees de opinie hier.

IT 360

Software: Speur- en ontwikkelingswerk?

College van Beroep voor het bedrijfsleven 1 februari 1996, LJN ZG0749 (Atlas Software B.V. tegen Minister van Economische Zaken) - 20 mei 2011 gepubliceerd

Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk. Reductie op belasting vanwege speur- en ontwikkelingswerk. Beroep tegen beslissing Minister van EZ. Software-ontwikkeling los van technisch nieuw product is geen belastingvermindering in de zin van de WBSO. Beroep afgewezen.

Bedoelde werkzaamheden zijn in het aanvraagformulier aangeduid als produkt gericht project met de titel Postscript en als volgt omschreven: "Onderzoek van structuren binnen postscriptformaten. Analyseren van herhaalstructuren, die daaruit gedistilleerd worden. Het bouwen van prototypes, om mogelijke efficientiepaden te traceren. Overleg en feedback vanuit technisch management en intern betrokkenen. Literatuuronderzoek en literatuurtoepassingen.

3. (...) Overeenkomstig artikel 1, van de Afbakeningsregeling speur- en ontwikkelingswerk, alsmede de toelichting op die regeling (beide gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant van 4 mei 1994, nr. 86) wordt onderzoek naar en ontwikkeling van programmatuur niet tot S&O gerekend. Dit project betreft de ontwikkeling van programmatuur.

6.2 Blijkens de wetsgeschiedenis van de WBSO is beoogd, voor zover hier van belang, software-ontwikkeling los van een technisch nieuw (fysiek) produkt niet in aanmerking te doen komen voor de faciliteit van belastingvermindering. Ingevolge de Afbakeningsregeling wordt de ontwikkeling van programmatuur slechts tot speur- en ontwikkelingswerk gerekend indien, onder meer, die programmatuur is gericht op een technisch nieuwe werking van een produktieproces. Blijkens de toelichting bij de Afbakeningsregeling ziet de desbetreffende bepaling van haar artikel 1, onder a., onderdeel 4°, op de situatie dat door middel van programmatuur een fysiek produkt tot een technisch nieuw produkt wordt. Het primaire belang van de technische eenheid brengt mee dat, aldus die toelichting, de ontwikkeling van toepassingsprogrammatuur, zijnde programma's om een specifieke gebruikersfunctie te vervullen, niet als speur- en ontwikkelingswerk wordt beschouwd.

Lees de uitspraak hier (link en pdf)

IT 358

Artikel Toxbot-zaak

Op 22 februari 2011 heeft de Hoge Raad een opmerkelijk arrest gewezen in de Toxbot-zaak. De meest opvallende aspecten uit het arrest is de gelijkstelling van het besmetten van computers met malware aan het delict computervredebreuk en de extensieve interpretatie van het delict computersabotage. Samen met Bert-Jaap Koops heb ik hier artikel voor het Nederlands Juristenblad over geschreven. Het is artikel hier te downloaden. Eerder heb ik al een blogbericht over deze zaak geschreven.

J.J. Oerlemans & E.J. Koops, ‘De Hoge Raad bewijst een slechte dienst in high-tech-crimezaak over botnets’, Nederlands Juristenblad 2010, vol. 86, nr. 18, pp. 1181-1185

IT 359

Boekaankondiging. Games: recht en business

Met toestemming van Olivier Oosterbaan en Boom Juridische uitgevers: Inhoudsopgave en hoofdstuk 3.

Zo nu en dan verschijnen er boeken om de markt te voorzien in een bepaalde behoefte. Zo heeft Olivier Oosterbaan (Create Law) samen met Dutch Game Garden ook een behoefte gevonden voor een jonge industrie die het in Nederland goed doet: Computerspellen, online, console, handheld, mobile en smart phone, etc.

Het boek 'Games: recht en business' zet de business rondom games op een voor juristen heldere wijze uiteen. Maar ook voor niet-juristen worden de juridische aspecten helder en begrijpelijk uitgelegd. Bij de behandeling van Intellectuele Eigendomsrechten, de kern van het boek, wordt steeds de relevantie van de verschillende beschermingsregimes voor de praktijk uiteengezet. Wat betekent de overdracht van intellectuele eigendomsrechten voor een games studio, hoe voorzie je in een levensvatbaar bedrijfsmodel (royalties), hoe maak je afspraken over het leveren van een broncode, hoe zet je derde partijen in?

Met talloze voorbeelden uit de gameswereld rondom juridische concepten ('een idee is niet beschermd', 'character protection' van Super Mario, modelrecht van de game controller van de Nintendo Wii, 'octrooieerbaarheid van games is altijd lastig') is het voor de start-up games studio een handzaam boek.

Oosterbaan gaat ook in op wat in de gamebusiness gebruikelijk is en geeft aan waarop gelet moet worden bij samenwerking met andere (markt)partijen. Daarbij komen kwesties aan de orde als licentiëring, ontwikkelingstrajecten (milestones), soorten royalty-vergoedingen, formulering van een opdracht en van voorwaarden in contracten met uitgevers of opdrachtgevers.

Tot slot beschrijft Oosterbaan algemeen geldende elementen van gamecontracten en zaken die zijdelings gerelateerd zijn aan de gamesindustrie, zoals financiering, kansspelen, marketing, leeftijdsgrenzen, privacy. Oosterbaan slaagt erin om in de behoefte van (jonge) studio’s te voorzien met een begrijpelijke uiteenzetting van de juridische elementen van de games industrie en juristen te voorzien in basiskennis over de games industrie.

Met toestemming van Olivier Oosterbaan en Boom Juridische uitgevers: Inhoudsopgave en hoofdstuk 3 en meer op gamesrechtenbusiness.nl
[van de redactie] O.D. Oosterbaan, Games: recht en business, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2011.

IT 357

Email back-up auteursrecht inzetten

https://www.mastertours.nl/images/email.jpg Sevens HeavenHof Arnhem 3 mei 2011, LJN BQ5240 ([Appelante] B.V. tegen [geïntimeerde])

 

Auteursrecht. Emailverzameling. Arbeidsrechtelijke verhouding. Geheimhoudingsverplichting. Ex-werknemer / directeur. heeft een back-up van e-mailbestand. Afgifte/revindicatie beroep op art. 7 Auteurswet. Kopie wordt niet door art. 1 jo. 10 Aw bestreken, omdat geschrift niet bestemd is voor openbaarmaking.

5.13  Het beroep op de IE-rechten heeft [appellante] slechts onderbouwd door te verwijzen naar artikel 7 Auteurswet (Aw). In dit kort geding kan evenwel niet worden vastgesteld dat [appellante] aan de Auteurswet een rechtsgrond tot afgifte van de dvd als hiervoor bedoeld kan ontlenen. Dat [geïntimeerde] in strijd met (artikel 1 in verbinding met artikel 7 van) de Aw heeft gehandeld is niet voldoende komen vast te staan. Van openbaarmaking van de e-mails/documenten is geen sprake, [appellante] heeft dit ook niet gesteld, terwijl [geïntimeerde] heeft aangevoerd deze e-mails te bewaren voor het geval hij mogelijk in een arbeidsrechtelijk geschil over zijn functioneren als directeur verzeild zal raken.

Hij heeft voorts gesteld dat hij zich houdt aan zijn geheimhoudingsverplichting, hetwelk door [appellante] niet is weersproken en waarvan het hof dus uitgaat. Dat de enkele verveelvoudiging door middel van de back-up bestreken zou worden door het verbod van artikel 1 Aw is onvoldoende komen vast te staan. Immers, de auteursrechtelijke bescherming van digitale documenten als een ander geschrift in de zin van artikel 10 Aw is beperkt tot de situatie dat het geschrift is (bestemd om) openbaar gemaakt (te worden). Daarvan is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen sprake. Of het aan [geïntimeerde] verboden is in de toekomst eventueel gebruik te maken van de e-mails en documenten ingeval sprake zou zijn van een arbeidsrechtelijk conflict, ligt hier niet voor en behoeft dus ook geen bespreking. Het hof roept voorts in herinnering dat de vraag of [geïntimeerde] [appellante] door en met zijn kennis beconcurreert, dan wel [X B.V.] zich als zijn nieuwe werkgever daarvan gebruik maakt, in dit geding niet voorligt.

Lees het vonnis hier (link en pdf).