Rechter waarschuwt voor “ChatGPT-jurisprudentie” zonder controle
Rb. Noord-Nederland 19 november 2025, IT 5047; ECLI:NL:RBNNE:2025:4814 ([eiser sub 1] en [eiser sub 2] tegen [gedaagde]). In deze zaak stond een geschil tussen erfgenamen centraal over de verdeling van een nalatenschap, in het bijzonder de waardering van een aan één erfgenaam toegedeelde werkplaats. De zus stelde dat zij bij de notariële verdeling had gedwaald over de waarde van dit pand en daardoor voor meer dan een kwart was benadeeld, zodat vernietiging van de verdeling mogelijk zou zijn (art. 3:196 BW). De rechtbank wijst dit af. De algemene dwalingsregeling is niet van toepassing op verdelingen (art. 3:199 BW) en bovendien is onvoldoende onderbouwd dat sprake was van een relevante dwaling. De notaris had partijen vooraf expliciet gevraagd om waarderingsinformatie; het feit dat de zus die correspondentie niet (tijdig) heeft gelezen, komt voor haar eigen rekening en risico. Ook een voorwaardelijk beroep op vernietiging wegens een vermeende gift (art. 7:186 BW jo. art. 1:88 BW) slaagt niet, omdat naast bevoordeling ook een wil tot bevoordelen is vereist, terwijl die juist werd ontkend. Wel wordt een erkende geldvordering van € 30.000 toegewezen, met wettelijke rente vanaf het moment dat verzuim is ingetreden; de proceskosten worden gecompenseerd vanwege de familierelatie.
Nieuw art. 8a Databankenwet: databankrecht geldt niet voor gegevens uit verbonden producten
Gegevens die worden verkregen uit of gegenereerd door een verbonden product of een gerelateerde dienst vallen sinds 21 november 2025 niet meer onder het sui generis databankrecht van de Databankenwet.
Het nieuwe artikel 8a Databankenwet luidt:
“Het recht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing wanneer gegevens worden verkregen uit of gegenereerd door een verbonden product of gerelateerde dienst als bedoeld in artikel 43 van Verordening (EU) 2023/2854 (...).”
Dat blijkt uit de Uitvoeringswet dataverordening van 29 oktober 2025, ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/2854 (Dataverordening) van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en eerlijk gebruik van data.
HvJEU verduidelijkt onderzoek bij verplichting tot civieltechnische voorzieningen
HvJ EU 20 november 2025, IT 5039; ECLI:EU:C:2025:901 (Telekom Deutschland GmbH tegen Bundesrepublik Deutschland). Het Hof van Justitie beantwoordt prejudiciële vragen gesteld in een geding tussen Telekom Deutschland en de Bondsrepubliek Duitsland over een verplichting om het verlenen van toegang tot civieltechnische voorzieningen de telecommunicatiesector. De Bundesnetzagentur (Duitse toezichthouder) had Telekom Deutschland als onderneming met aanmerkelijke marktmacht verplicht toegang te verlenen tot civieltechnische voorzieningen. Telekom Deutschland stelde dat deze verplichting onvoldoende was gemotiveerd en betwistte de rechtmatigheid bij de bestuursrechter. De verwijzende rechter verzoekt het Hof om verduidelijking van de aard van het onderzoek dat de nationale regelgevende instanties moeten verrichten wanneer zij overwegen een onderneming die als onderneming met aanmerkelijke marktmacht op een specifieke markt is aangewezen, een verplichting tot toegang op te leggen tot civieltechnische voorzieningen die volgens de marktanalyse geen deel uitmaken van de betrokken markt.
Discussiëren over reclame tijdens het Nationaal Reclamerechtcongres
Deze week is het zover. Op donderdag 11 december 2025 vindt het Nationaal Reclamerechtcongres plaats in Hotel Jakarta, Amsterdam. Tijdens deze jaarlijkse bijeenkomst worden de belangrijkste ontwikkelingen in het reclamerecht besproken. Dit jaar geeft Joost van Gorsel van 0to9 | Values-Driven Creativity een inleiding, waarin hij zijn visie deelt op de toekomst van reclame en creativiteit richting 2026.
We zullen daarna, onder leiding van Willem Leppink, nog even doorpraten over de andere thema's die tijdens het congres aan bod zijn gekomen met Joost van Gorsel, Margreet Verhoef, Stijn de Jong, Bart ten Doeschate en Tommi Palumbo.
Het programma van het Nationaal Reclamerechtcongres biedt een combinatie van actualiteiten, praktijkinzichten en ruimte voor discussie. Hét event voor juristen, advocaten, beleidsmakers en toezichthouders die zich bezighouden met reclame. U kunt zich nog aanmelden voor de laatste plaatsen.
Meer weten?
Teijin c.s. verliest kort geding over afgifte verkoopdocumenten
Rb. Limburg 18 september 2025, IT 5038; ECLI:NL:RBLIM:2025:9003 (Teijin c.s. tegen Protector Invest c.s.). Novameer heeft een (door patenten beschermde) techniek ontwikkeld voor het verwerken van high performance vezels, waaronder Endumax. Deze vezels worden vanwege hun materiaaleigenschappen gebruikt voor onder meer antiballistische toepassingen zoals kogelvrije vesten. Protector Invest c.s. is voormalig aandeelhouder van aandelen in Novameer. Elk van deze aandeelhouders heeft destijds afzonderlijk aan Teijin Aramid een optierecht verleend op deze aandelen. Teijin c.s. verkochten in 2023 activa (waaronder technologie rond Endumax-vezels) aan Barrday Corp. Protector Invest c.s. beroept zich op een earn-out-regeling en stelt dat zij recht heeft op aanvullende vergoeding als bepaalde technologie is mee verkocht. In een eerdere procedure bij de rechtbank Gelderland werd Teijin veroordeeld tot afgifte van de verkoopdocumentatie op straffe van een dwangsom. Teijin stelt dat zij aan dat vonnis hebben voldaan, en dat aanvullende documenten buiten de reikwijdte van het vonnis vallen. Zij vorderen daarom onder andere schorsing van de executie voor zover het gaat om deze documenten, een verbod op verdere executiemaatregelen, terugzending en verwijdering van de overgedragen documenten.
TCB mocht overeenkomst met appbouwer niet buitengerechtelijk ontbinden
Gerecht Aruba 19 november 2025, IT 5037; ECLI:NL:OGEAA:2025:347 (TCB tegen Dot1). Tourism Corporation Bonaire (hierna: TCB) gaf Dot1 Technologies de opdracht een app te ontwikkelen. Volgens Dot1 was de app gereed voor opname in de appstores van Apple en Google, maar bleef plaatsing uit omdat TCB de vereiste registratie niet regelde. TCB ontkent dat zij de app tijdig heeft ontvangen of dat zij hierover voldoende is geïnformeerd. Door interne wisselingen en een beleidswijziging bij TCB (rebranding en nieuwe website) verdween het app-project enige tijd uit beeld. Eind 2022 hernam TCB het contact, maar communicatieproblemen en wantrouwen ontstonden nadat Dot1 informatie stuurde via een onbekend e-mailadres. TCB ontbond vervolgens de overeenkomst buitengerechtelijk.
Gedeeltelijke vernietiging boetebesluit AP; boete verlaagd naar €262.500
Raad van State 24 september 2025, IT 5036; ECLI:NL:RVS:2025:4562. [appellante sub 2] publiceert tijdschriften waarop klanten een abonnement kunnen afsluiten. Hierdoor verwerkt zij persoonsgegevens. De AP heeft geconstateerd dat [appellante sub 2] het recht van betrokkenen op inzage en wissing niet heeft gefaciliteerd zoals vereist in artikel 12 lid 2 AVG. [appellante sub 2] vroeg aan betrokkenen die buiten de online inlogomgeving van [appellante sub 2] een verzoek deden om uitoefening van hun recht op inzage in of wissing van hun persoonsgegevens, standaard en op voorhand om hun identiteit te bevestigen met een kopie van hun identiteitsbewijs. Dit deed [appellante sub 2] zonder van tevoren te beoordelen of de desbetreffende verzoeker op een andere, minder ingrijpende wijze kon worden geïdentificeerd. Bij besluit van 14 januari 2022 heeft de AP aan [appellante sub 2] een boete van €525.000 opgelegd wegens overtreding van artikel 12 lid 2 AVG. [appellante sub 2] ging hiertegen in bezwaar. Dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank verklaarde het beroep juist weer gegrond. Tegen deze uitspraak heeft de AP hoger beroep ingesteld.
Rechtbank wijst vordering Dolika af in geschil over datacenterverkoop
Rb. Amsterdam 10 september 2025, IT 5035; ECLI:NL:RBAMS:2025:7161 (Dolika tegen Tikehau). Dolika B.V. was als investeerder betrokken bij een datacenterproject in Nederland. In 2024 sloten Dolika en Tikehau een settlement agreement. Daarbij werd afgesproken dat Tikehau het project zou overnemen en verkopen, waarbij Dolika recht zou hebben op een betaling van €1.615.000 en mogelijk aanvullende uitkering uit surplusopbrengsten. De verkoop aan Pure DC is inmiddels overeengekomen, maar nog niet afgerond. Volgens Dolika zal er na afronding geen surplus zijn, daardoor stelt zij dat Tikehau haar contractuele verplichtingen heeft geschonden. Dolika vordert betaling vanwege het niet binnen zes maanden realiseren van een doorverkoop, het niet maximaliseren van de opbrengst, en het onvoldoende openstellen van het biedingsproces voor derden.
Tour d'horizon langs reclame en minderjarigen tijdens het Nationaal Reclamerechtcongres 2025
Op donderdag 11 december 2025 vindt het Nationaal Reclamerechtcongres plaats in Hotel Jakarta, Amsterdam. Tijdens deze jaarlijkse bijeenkomst worden de belangrijkste ontwikkelingen in het reclamerecht besproken.
Reclame gericht op kinderen vormt een complex en dynamisch juridisch speelveld. Sarith Jonker biedt tijdens haar presentatie op het congres een tour d’horizon langs de belangrijkste thema’s, jurisprudentie en reclamecodes op het gebied van kinderreclame. Daarbij wordt ingezoomd op actuele thema's als kidfluencing en de wijze waarop rechtspraak en zelfregulering de grenzen van kinderreclame vormgeven.
Het programma van het Nationaal Reclamerechtcongres biedt een combinatie van actualiteiten, praktijkinzichten en ruimte voor discussie. Hét event voor juristen, advocaten, beleidsmakers en toezichthouders die zich bezighouden met reclame. U kunt zich deze week nog aanmelden.
Geen recht op revenue share zonder betaling door provider
Rb. Amsterdam 20 augustus 2025, IT 5033; ECLI:NL:RBAMS:2025:6688 (Lightup tegen Carrier2). Partijen hebben een interconnectieovereenkomst gesloten voor over en weer te leveren gespreksafgiftediensten. Per e-mail hebben zij aparte afspraken gemaakt die zien op revenue sharing ten aanzien van nummerhostingsdiensten die Carrier2 daarnaast aan Lightup leverde. Volgens Lightup heeft zij recht op een deel van de vergoeding voor inkomende gesprekken op de nummers die zij via Carrier2 afneemt. Carrier2 stelt dat uitbetaling pas plaatsvindt nadat zij zelf van haar providers is betaald. Omdat dat nog niet is gebeurd, is er volgens haar nog geen verplichting tot betaling aan Lightup.