Actualiteitenlunch Reclamerecht - 27 mei 2020
Reserveer woensdag 27 mei in uw agenda voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht online. Tijdens de lunchpauze loodsen Bram Duivenvoorde en Ebba Hoogenraad u door recente rechtspraak en nieuwe – Europese – regelgeving. U werkt daarna weer helemaal up-to-date verder.
Bram Duivenvoorde licht de Europese actualiteiten toe, met onder meer:
- Belangrijke Europese wetswijzigingen, onder andere met betrekking tot prijspersonalisatie en prijsaanbiedingen
- De Leidraad bescherming online consument van de ACM, met daarin richtlijnen voor online reclame en beïnvloedingstechnieken
- De prejudiciële vragen van de Hoge Raad aan het Europees Hof in de Waternet-zaak.
Ebba Hoogenraad bespreekt onder andere:
- Wanneer wordt reclame misleiding?
- Hoe duurzaam moet duurzaam zijn?
- Reclame voor een denkbeeld: hoe zit het met vrijheid van meningsuiting?
- Corona-perikelen in reclame - en nog veel meer!
Omdat we nu niet fysiek bij elkaar kunnen komen, zorgen we voor een interactieve, online sessie. U krijgt daarvoor natuurlijk een heldere instructie. Tijdens de online-sessie ziet u de sprekers én de andere deelnemers.
Accreditatie: 2 opleidingspunten
Tijd: 12.15 – 14.30 uur
Meer informatie of inschrijven? Mail naar info@delex.nl of kijk op onze website. Graag tot 27 mei!
Raadslid hoeft uitlatingen niet te rectificeren
Vzr. Rechtbank Rotterdam 9 april 2020, IEF 19136, IT 3103; ECLI:NL:RBROT:2020:3186 (Marcan tegen Tak) Marcan drijft een onderneming die in Rotterdam onroerend goed verhuurt aan exploitanten van winkels, cafés en restaurants. Tak is lid van de gemeenteraad in Rotterdam. Hij houdt zich onder meer bezig met de onderwerpen horeca en toerisme. Tak had in verschillende (sociale) media het vastgoedbedrijf uitgemaakt voor ‘boevenclub’ en gesteld dat zij haar huurders ‘uitkneep’. Ook heeft hij het vastgoedbedrijf als ‘egoïstisch’ bestempeld. Tak doelt daarbij op de manier waarop het vastgoedbedrijf zich volgens hem tegenover haar huurders gedraagt. Marcan wilde dat de uitspraken zouden worden gerectificeerd en was daarvoor naar de rechter gestapt. Er is geoordeeld dat hier sprake is van een botsing tussen twee fundamentele rechten. Enerzijds het recht op de vrijheid van meningsuiting van het raadslid en anderzijds het recht op eer en goede naam van het vastgoedbedrijf. In dit specifieke geval is geoordeeld dat het recht op vrijheid van meningsuiting in dit geval zwaarder weegt. De vorderingen van het vastgoedbedrijf om de uitlatingen te rectificeren zijn dan ook afgewezen.
Conclusie P-G in Lira tegen Ziggo
Parket bij de HR 20 maart 2020, IEF 19135, IT 3102; ECLI:NL:PHR:2020:354 (Lira tegen Ziggo) Zie ook [IEF 16317]. Stichting Lira is een collectieve beheersorganisatie voor auteurs van werken van tekstuele aard. Ziggo c.s. zijn distributeurs van tv-programma’s via de kabel. Deze zaak vormt het vervolg op het arrest Norma/NLKabel [IEF 13696]. Allereerst is aan de orde de vraag of Lira de auteursrechten kan uitoefenen op beschermde werken in films die worden doorgegeven via de kabel. Meer specifiek gaat het om werken van tekstuele aard, zoals het script of het scenario. Lira baseert haar vorderingsrechten jegens de kabelexploitanten op de contractuele overdracht van primaire openbaarmakingsrechten door de makers aan haar zelf. Ziggo c.s. stellen dat de exploitatierechten op grond van art. 45d Auteurswet (hierna: Aw) bij de filmproducent liggen en niet aan Lira kunnen worden overgedragen. In de zaak Norma/NLKabel is deze kwestie ook aan de orde geweest. De Hoge Raad hoefde daarover toen niet te beslissen. A-G Verkade sloot zich aan bij het standpunt van de kabelbedrijven. In deze zaak heeft het hof zich bij die opvatting aangesloten.
HR: kentekenparkeren Amsterdam 'rechtvaardige privacy-inbreuk'
HR 10 april 2020, IT 3101; ECLI:NL:HR:2020:639 (Kentekenparkeren) Sinds 1 juli 2013 hanteert de gemeente Amsterdam een systeem van kentekenparkeren waarbij een parkeerder via de parkeerautomaat of mobiele telefoon het kenteken van zijn auto moet opgeven om parkeerbelasting te kunnen voldoen. Controle vindt plaats met gebruik van scanauto’s. De daarmee verkregen gegevens worden in versleutelde vorm bewaard. Indien de parkeerbelasting niet is voldaan, wordt de versleuteling ongedaan gemaakt en vraagt de heffingsambtenaar bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) de persoonsgegevens van de kentekenhouder op, waarna een naheffingsaanslag parkeerbelasting kan worden opgelegd. In deze zaak stelde de belanghebbende dat het kentekenparkeersysteem onder meer in strijd is met artikel 8 EVRM. Deze bepaling beschermt het recht op respect voor het privéleven van een ieder. Het gerechtshof Amsterdam oordeelde dat geen sprake is van een inbreuk op het privéleven. Als dit wel het geval zou zijn dan was sprake van een rechtvaardiging als bedoeld in artikel 8, lid 2, EVRM, omdat de verplichting tot het opgeven van het kenteken bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van het economisch welzijn van het land. Er was volgens het Hof dan ook geen strijd met artikel 8 EVRM. Tegen deze beslissing stelde de belanghebbende beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad is gelet op rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), anders dan het gerechtshof, van oordeel dat bij het kentekenparkeersysteem in Amsterdam sprake is van een inmenging door de gemeente in het recht van belanghebbende op respect voor zijn privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM. Bij dit systeem van kentekenparkeren (het invoeren van het kenteken en controle door scanauto’s in de openbare ruimte) gaat het namelijk om het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken, gedurende enige tijd bewaren en gebruiken van gegevens. Wat dat betreft heeft de belanghebbende gelijk. In dit geval is deze inmenging echter gerechtvaardigd omdat de eis van het opgeven van het kenteken is te lezen in de Parkeerverordening 2013 van de gemeente Amsterdam in combinatie met de Gemeentewet.
Webinar ´Kroniek IE´ door Dirk Visser en Simon Dack
Inschrijven niet meer mogelijk!
Op dinsdag 21 april om 16.00 uur bespreken Dirk Visser en Simon Dack tijdens een online seminar hun ‘Kroniek IE’ die komende vrijdag in het Nederlands Juristenblad (NJB) zal verschijnen.
Deelnemers ontvangen vooraf een exemplaar van deze kroniek om zich in te lezen en er is ruime gelegenheid voor vragen en discussie. De sessie duurt 1 á 1,5 uur.
Vragen die in ieder geval aan de orde komen:
- HvJ EU 21 november 2019, ECLI:EU:C:2019:998 (Spin Master/High5 Products) [IEF18839]
Kan een niet-Haagse voorzieningenrechter alleen voor Nederland of voor de gehele Benelux voorlopige maatregelen kan opleggen op basis van EU merken en – modellen?
- HvJ EU 29 juli 2019, C-476/17, ECLI:EU:C:2019:624, (Pelham) [IEF 18613], HvJ EU 29 juli 2019, C-469/17, ECLI:EU:C:2019:623 (Funke) [IEF 18623], HvJ EU 29 juli 2019, C-516/17, ECLI:EU:C:2019:625 (Spiegel Online) [IEF 18644] & HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:841 (GS Media/Sanoma) [IEF 16235].
Blijft de rechter bevoegd en verplicht om bij de handhaving van IE rechten te onderzoeken of de gevraagde maatregel niet te zeer afbreuk doet aan het grondrecht waarop de aangesproken partij zich beroept?
- HvJ 12 september 2019, ECLI:EU:C:2019:721, NJ 2020/90 m.nt. Spoor, AMI 2020/1 m.nt. De Zwaan, BIE 2019 nr. 27 m.nt. Ringnalda (Cofemel/G-star) [IEF 18680]. Is de beschermingsomvang van het auteursrecht nu ook Europees geharmoniseerd?
- Benelux Gerechtshof 14 oktober 2019, A 2018/1/8, BIE 2020/1, nr. 1 m.nt. Van Putten (Dom Pérignon/Cédric Peers) [IEF 18795] & Hof Amsterdam 18 december 1975, NJ 1977/ 59 (Alicia). Vormt het gebruik van merk-flessen in gewelddadige en/of seksistische videoclips, zonder bedoeling de merkhouder schade toe te brengen, geen merkinbreuk?
- HvJ EU 27 februari 2020, ECLI:EU:C:2020:118 (Constantin Film Produktion / EUIPO) [IEF 19042]. Dient de afkorting van de Korea Undercarriage Track company als EU-merk voor rupsbanden te worden geweigerd?
- HvJ EU op 29 januari 2020 ECLI:EU:C:2020:45 (Sky/SkyKick) [IEF 18982]. Wanneer levert het ontbreken van ‘enig voornemen het merk te gebruiken’ een merkdepot te kwader trouw op?
- Bundesverfassungsgericht 20 maart 2020 (over UPC) & UK doet niet mee [IEF 19094]. Hoe gaat het nu verder met het Unified Patent Court en maakt Nederland kans op een division?
- Commissie en Kamers van Beroep over tomaten en broccoli. Hoe zit het nu met de (niet) octrooieerbaarheid van het resultaat van in wezen biologische werkwijzen en de producten daarvan?
- HvJ EU 12 september 2019, C 688/17, ECLI:EU:C:2019:722 (Bayer/Gedeon Richter) [IEF 18690]. Komt ‘executie’ van een later vernietigd oordeel of octrooi niet altijd voor risico van de executant?
[Geen coronavirus, maar een modelrechtelijk beschermd plastic speelballetje]
Ook bestuursrechtelijke weg voor schadevergoeding bij schending AVG
Raad van State 1 april 2020, IT 3098; ECLI:NL:RVS:2020:899 (Schadevergoeding bij schending AVG bij bestuursrechter) In deze uitspraak (en meer uitgebreid in drie andere uitspraken van 1 april 2020) gaat de Afdeling in op de mogelijkheden om bij de bestuursrechter vergoeding van schade te vragen, als iemand stelt dat een bestuursorgaan in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Uitvoeringswet AVG persoonsgegevens heeft verwerkt. De jurisprudentie van de Afdeling bood voor de inwerkingtreding van de AVG en de Uitvoeringswet minder mogelijkheden, wat met zich bracht dat de burger dan was aangewezen op de weg naar de burgerlijke rechter. Die weg blijft openstaan, maar nu kan in een groter aantal gevallen ook de bestuursrechter worden benaderd voor verzoeken om schadevergoeding tot een bedrag van € 25.000,00, zoals uit die drie andere uitspraken blijkt.
HR: verpanding software vereist wilsovereenstemming en bepaalbaarheid
HR 3 april 2020, IT 3097; ECLI:NL:HR:2020:590 (ING tegen Curator) Het gaat in deze zaak om sprongcassatie tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 september 2018, waarin de rechtbank oordeelde dat ING geen geldig pandrecht had op de door CompLions ontwikkelde software. ING stelde dat het auteursrecht op de software ook een goed is dat tot het vermogen van de pandgever behoort en dus onder het pandrecht valt. De curator stelde dat het pandrecht niet tot stand was gekomen omdat de omschrijving in de pandakte onvoldoende bepaald althans onvoldoende bepaalbaar was. De rechtbank stelde dat de omschrijving van het pandrecht niet voldeed aan de vereiste bepaalbaarheid nu de categorie “goederen” te algemeen is. In de pandakte was opgenomen dat het pandrecht is gevestigd op “alle huidige en toekomstige bedrijfsactiva”. Onder deze bedrijfsactiva vallen zoals omschreven in de pandakte alle tot het bedrijf van de pandgever behorende goederen.
De Hoge Raad casseert, omdat een onjuiste maatstaf is aangelegd. De vraag of ten aanzien van een auteursrecht is voldaan aan het bepaaldheidsvereiste van art. 3:84 lid 2 BW jo. art. 3:98 BW, moet worden beantwoord door te onderzoeken of de pandakte zodanige gegevens bevat dat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld dat het auteursrecht tot de verpande goederen behoort. Daartoe is niet vereist dat bestaan en omvang van het auteursrecht uit de administratie kan worden afgeleid, of op de balans is vermeld. Het vonnis wordt vernietigd, de zaak wordt terug verwezen naar de rechtbank.
Vacature: (senior)beleidsmedewerker intellectueel eigendomsrecht
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is op zoek naar een (senior) beleidsmedewerker intellectueel eigendomsrecht.
Functieomschrijving
Het vastleggen van intellectueel eigendom vormt een belangrijke prikkel voor het Nederlandse en Europese innovatiesysteem. Wet- en regelgeving op dit vlak beschermt het eigendomsrecht van uitvinders, ontwerpers, ontwikkelaars en ondernemers. Jij draagt als (senior) beleidsmedewerker bij aan een IE-systeem waarmee ondernemers en kennisinstellingen uit de voeten kunnen.
Binnen het cluster Kennisbescherming en -benutting (KBB) ben jij samen met jouw collega’s verantwoordelijk voor de bescherming van het innovatiebeleid. Zo stimuleer je mensen om met vernieuwingen te komen voor producten en diensten. Ontdekkingen die wij vervolgens beschermen. Vanuit die opgedane kennis worden andere onderzoekers weer geïnspireerd om kansrijke vervolgontwikkelingen op te pakken.
Jij bent iemand die heel goed weet hoe het intellectueel eigendomsrecht (IE) juridisch in elkaar steekt en kunt dit omzetten naar beleid. Ontwikkelingen op IE-gebied volg je dan ook op de voet en vertaalt deze naar nieuwe wet- en regelgeving en beleidsinitiatieven. Bijvoorbeeld voor jouw farmaceutisch dossier. De actualiteit met de strijd tegen het coronavirus toont eens te meer aan dat het ontwikkelen van medicijnen een complexe en kostbare zaak is. Jij brengt de rol van octrooien daarbij goed voor het voetlicht.
Lees verder.
De SGOA blijft open in tijden van de coronacrisis
Het zijn onzekere tijden. Rechtbanken, hoven en andere rechtsprekende colleges van de overheid hebben vanwege de uitbraak van het coronavirus aangegeven nog maar beperkt zaken te behandelen. De SGOA zet echter alles op alles om haar diensten op het gebied van ICT-geschillen onverminderd voort te zetten. De SGOA ziet dat als haar maatschappelijke verantwoordelijkheid, nu zich in de samenleving nog steeds ICT-conflicten blijven aandienen. Niet zelden verdraagt de behandeling van die geschillen geen uitstel.
Nieuwe zaken kunnen dus via het bureau van de SGOA onverminderd aanhangig worden gemaakt. Voor het starten van een gewone arbitrale procedure, een arbitraal kort geding of een mediation kunnen partijen eenvoudigweg gebruik maken van de beschikbare email-faciliteiten. De communicatie in een zaak kan op afstand en met digitale mogelijkheden goed uitgevoerd worden. Dat geldt ook voor de overige diensten van de SGOA op het gebied van ICT-geschillen, zoals bindend adviesprocedures, het behandelen van verzoeken voor een deskundigenbericht, ICT-Conflictpreventie en Rapid Conflict Resolution.
Zittingen in nieuwe of bestaande arbitrale procedures of besprekingen met mediators of ICT-deskundigen van de SGOA zullen met de inzet van online communicatieplatforms worden gedaan. Het bureau van de SGOA zal partijen, hun gemachtigden, arbiters, mediators en deskundigen daarin zoveel mogelijk technisch en organisatorisch faciliteren.
Het is dus goed om te weten dat de SGOA open blijft. Daarnaast ook dat de termijnen die in procedures gelden, van kracht blijven. Zo waarborgt de SGOA de ongestoorde behandeling van ICT-geschillen in tijden van crisis.
Voor vragen over de diensten van de SGOA in tijden van corona is het bureau van de SGOA beschikbaar. Email: info@sgoa.eu . Telefoonnummer: 06 22681367.
Artikel ingezonden door Frans-Jan Hulsbergen, Le Poole & Bekema.
Frans-Jan Hulsbergen: the saga continues, het embedden van content en het auteursrecht
Al jarenlang bestaat discussie over de vraag of het embedden van auteursrechtelijke werken op het internet een auteursrechtinbreuk oplevert of niet. Recentelijk heeft de Rechtbank Amsterdam (Rb. Amsterdam 12 maart 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:1721) geoordeeld dat het feit dat een foto en een recept embedded waren op een website, niet in de weg staat aan het oordeel dat sprake was van een auteursrechtinbreuk [IEF 19104]. Als deze uitspraak gevolgd wordt, zou dit grote gevolgen hebben voor de mogelijkheid van het embedden van auteursrechtelijk beschermde content. In deze blog bespreekt Frans-Jan Hulsbergen wat embedden precies is en hoe in de (Europese) rechtspraak tegen het embedden van auteursrechtelijk beschermde content wordt aangekeken.
Lees verder op Lepoolebekema.nl.