IT 4656
4 november 2024
Uitspraak

Ontbinding telemarketingovereenkomst afgewezen

 
IT 4652
1 november 2024
Artikel

SGOA / Hans Frankenprijs 2025

 
IT 4651
1 november 2024
Uitspraak

HR over spoedeisend belang in zaak over auteursrecht van software

 
IT 3234

Afwijzing verzoek om verwijdering achterstandscodering CKI

Hof 8 sep 2020, IT 3234; ECLI:NL:GHDHA:2020:1569 (Verzoekster tegen ING Bank), https://itenrecht.nl/artikelen/afwijzing-verzoek-om-verwijdering-achterstandscodering-cki

Hof Den Haag 8 september 2020, IT 3234; ECLI:NL:GHDHA:2020:1569 (Verzoekster tegen ING Bank) Privacyrecht. Verzoekster verzocht om verwijdering van een achterstandscodering bij het Centraal Kredietinformatiesysteem (CKI) van het Bureau Kredietregistratie (BKR) door ING, maar de rechtbank wees dit bij beschikking af. Verzoekster gaat in hoger beroep tegen deze afwijzing. Partijen zijn het oneens over op welke grond de belangenafweging moet worden gemaakt. De registratie van het CKI vormt een verwerking van persoonsgegevens in de zin van de AVG. De gegevensverwerking valt onder art. 6 lid 1 onder f AVG en niet tevens onder art. 6 lid 1 onder c AVG. Het recht van bezwaar komt derhalve aan verzoekster toe op grond van art. 21 lid 1 AVG en de belangenafweging dient op grond van deze bepaling te geschieden. Bij de beoordeling van het verwijderingsverzoek moet worden voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. De rechtbank heeft een juiste belangenafweging gemaakt. De grieven van verzoekster falen en de beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.

IT 3232

Aflevering “Moord of zelfmoord” onrechtmatig

Rechtbank 2 sep 2020, IT 3232; ECLI:NL:RBAMS:2020:4247 (Eiser tegen Talpa), https://itenrecht.nl/artikelen/aflevering-moord-of-zelfmoord-onrechtmatig

Rechtbank Amsterdam 2 september 2020, IEF 19404, IT 3232; ECLI:NL:RBAMS:2020:4247 (Eiser tegen Talpa) Mediarecht. Privacy. Portretrecht. Talpa heeft op SBS6 het tv-programma ‘Moord of zelfmoord’ uitgezonden, waarin de presentator en misdaadjournalist zaken onderzoekt die door de politie als zelfmoord zijn bestempeld. Op 18 januari 2018 wordt een aflevering uitgezonden waarin wordt gesuggereerd dat eiser betrokken was bij de dood van een slachtoffer.

IT 3233

Negatieve uitlatingen op Facebook toch niet onrechtmatig

Hof 18 aug 2020, IT 3233; ECLI:NL:GHARL:2020:6557 (Appellant tegen Koster), https://itenrecht.nl/artikelen/negatieve-uitlatingen-op-facebook-toch-niet-onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 18 augustus 2020, IT 3233; ECLI:NL:GHARL:2020:6557 (Appellant tegen Koster) Mediarecht. Privacy. Onrechtmatige uiting. Appellant heeft met bouwbedrijf Koster een aannemingsovereenkomst gesloten voor een door Koster nieuw te bouwen woning. Tijdens de werkzaamheden is tussen partijen een geschil ontstaan, waarop Koster de overeenkomst heeft ontbonden. In een tussenvonnis in de bodemprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat Koster het werk in onvoltooide staat heeft mogen beëindigen, waarna appellant een boos bericht met video-opname op zijn Facebook-pagina heeft geplaatst. De rechtbank heeft in het vonnis in incident appellant veroordeeld het bericht en de video-opname te verwijderen van Facebook. Appellant vordert vernietiging van het vonnis in incident en beroept zich daarbij op de vrijheid van vereniging. Appellant wordt daarin niet gevolgd. Het gaat hier om een belangenafweging tussen enerzijds de vrijheid van meningsuiting en anderzijds het recht op eer en goede naam. Koster heeft niet aannemelijk gemaakt dat het bericht met de video-opname de eer en goede naam van Koster serieus aantast. Het vonnis in incident wordt vernietigd. De vorderingen van Koster in incident worden alsnog afgewezen.

IT 3231

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Humans of Filmfestival mag documentaire vertonen

Rechtbank 4 sep 2020, IT 3231; ECLI:NL:RBAMS:2020:4397 (Eisers tegen stichting), https://itenrecht.nl/artikelen/humans-of-filmfestival-mag-documentaire-vertonen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 september 2020, IEF 19402, IT 3231; ECLI:NL:RBAMS:2020:4397 (Advaita c.s. tegen Stichting Humans of Film) Kort geding. Auteursrecht. Portretrecht. Advaita c.s. vormen een religieuze groepering. Stichting Humans of Film organiseert het Humans of Filmfestival. Advaita c.s. vorderen in kort geding om de stichting te verbieden om tijdens het Humans of Filmfestival de documentaire "The Ashram Children: I Am No Body, I Have No Body” openbaar te maken. In deze film worstelt de maker met zijn verblijf als kind in de Indiase ashram van goeroe Sri Adwayananda en bezoekt hij lotgenoten die inmiddels afstand hebben genomen van de leer van de goeroe. Advaita c.s. leggen aan hun vordering ten grondslag dat de stichting inbreuk maakt op hun portret- en auteursrechten. Het is niet aannemelijk dat vertoning van de film een inbreuk op de portretrechten van Advaita c.s. oplevert. Daarnaast is het gebruik van het materiaal geoorloofd op grond van de artikelen 15a en 18a Auteurswet. Het materiaal maakt slechts een klein deel van de film uit, is van ondergeschikte betekenis afgezet tegen de hele film en gaat niet verder dan noodzakelijk om het doel van de film te bereiken. De vorderingen van Advaita c.s. worden afgewezen.

IT 3229

Geen aanwijzing dat IT-dienstverlener mailbox heeft geopend

Rechtbank 29 jul 2020, IT 3229; ECLI:NL:RBMNE:2020:3239 (Stichting tegen bv), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-aanwijzing-dat-it-dienstverlener-mailbox-heeft-geopend

Rechtbank Midden-Nederland 29 juli 2020, IT 3229; ECLI:NL:RBMNE:2020:3239 (Stichting tegen bv) Eiseres is een culturele instelling. Gedaagde is een IT-beheerder. Vanaf 2014 werkte gedaagde onder meer samen met de heer A, de systeembeheerder van eiseres. Partijen hebben hun afspraken vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. De centrale vraag in deze zaak is of gedaagde onrechtmatig en/of in strijd met artikel VIII van de overeenkomst heeft gehandeld. Heeft de IT-dienstverlener een mailbox geopend en gekopieerd? Eiseres komt niet met feitelijke en concrete aanwijzingen. Er is geen sprake van een onrechtmatige gedraging of schending van de overeenkomst. De vorderingen afgewezen.

IT 3230

Uitspraak ingezonden door Sikke Kingma, Pels Rijcken.

Uitlatingen over downloaden uit illegale bron waren niet onrechtmatig

Hof 11 aug 2020, IT 3230; (Staat tegen SEKAM cs), https://itenrecht.nl/artikelen/uitlatingen-over-downloaden-uit-illegale-bron-waren-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 11 augustus 2020, IEF 19397, IT 3230; C/09/528768/HA ZA 17-298 (Staat tegen SEKAM cs) Hoger beroep. SEKAM is een stichting die de belangen van film en televisieproducenten behartigt. De Nederlandse Staat stelde dat het is toegestaan om voor eigen gebruik, zonder toestemming van en betaling aan de rechthebbenden, een televisieserie of film te downloaden. De rechtbank oordeelde eerder dat de Staat aansprakelijk was voor geleden schade door uitlatingen van de staatssecretaris dat illegaal downloaden in Nederland was toegestaan. Dit vonnis [IEF 17942] wordt vernietigd en alle vorderingen van SEKAM c.s. worden afgewezen. De (achteraf gezien onjuiste) uitlatingen van de staatssecretaris over downloaden uit illegale bron waren niet onrechtmatig en evenmin was er causaal verband met eventuele schade.

IT 3228

Geen vergoeding voor gemaakte kosten distributie Turkse tv-kanalen

Rechtbank 8 jul 2020, IT 3228; ECLI:NL:RBROT:2020:6771 (Local Insert tegen Samanyolu c.s.), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-vergoeding-voor-gemaakte-kosten-distributie-turkse-tv-kanalen

Rechtbank Rotterdam 8 juli 2020, IT 3228; ECLI:NL:RBROT:2020:6771 (Local Insert tegen Samanyolu c.s.) Telecommunicatierecht. Contractenrecht. Local Insert distribueert buitenlandse tv-kanalen aan uitzendorganisaties. Samanyolu c.s. zijn eigenaren van Turkse tv-kanalen. Partijen komen een ‘Memorandum of Understanding’ (MOU) overeen, waarin zij afspreken dat Local Insert investeringen gaat doen in Australië, zodat de kanalen van Samanyolu c.s. daar gedistribueerd kunnen worden. In de MOU zijn partijen de ontbindende voorwaarde overeengekomen dat Local Insert de kanalen zo snel mogelijk uitzendt na ondertekening van de overeenkomst. Volgens Samanyolu c.s. laat deze zogenaamde ‘Launch date’ te lang op zich wachten en zij beëindigen de samenwerking. Local Insert vordert een verklaring voor recht dat Samanyolu c.s. de samenwerking niet rechtsgeldig heeft beëindigd en vergoeding van de gemaakte kosten.

IT 3227

Bourdrez, Brouwer en Van Werven starten boetiekkantoor Walden Grene

Walden Grene is een boetiekkantoor gericht op intellectueel eigendom, kunst en media, opgericht door drie IE-specialisten met in totaal 50 jaar ervaring: Aernoud Bourdrez, Berber Brouwer en Benjamin van Werven.

Naast de traditionele IE-rechten, zoals auteurs-, merken- en modellenrecht, richt Aernoud zich in het bijzonder op de kunstwereld, Berber op productvormgeving, privacy en digitale technologie en Benjamin op media en entertainment. Met Aernoud Bourdrez heeft Walden Grene bovendien een professioneel onderhandelaar in huis, die ook trainingen geeft op dit gebied. Zijn expertise op dit terrein is een belangrijke toegevoegde waarde voor het kantoor.

IT 3226

Rectificatie deels toegewezen na beschuldiging matchfixing

Rechtbank 11 aug 2020, IT 3226; ECLI:NL:RBGEL:2020:3943 (Beschuldiging matchfixing), https://itenrecht.nl/artikelen/rectificatie-deels-toegewezen-na-beschuldiging-matchfixing

Vzr. Rechtbank Gelderland 11 augustus 2020, IT 3226; ECLI:NL:RBGEL:2020:3943 (Beschuldiging matchfixing) Kort geding. Mediarecht. Eiser was tijdens het WK in 1994 bondscoach van het Nigeriaans voetbalelftal. Gedaagde was destijds assistent-bondscoach. In de achtste finale van dit WK verloor Nigeria van Italië. Volgens eiser heeft gedaagde in een radio-interview gezegd dat eiser de wedstrijd voor $ 100.000 had verkocht. Eiser vordert gedaagde te veroordelen zijn uitspraken te rectificeren 1) in Nigeria op het desbetreffende radiostation en 2) volstrekt publiekelijk via een persstatement.
Er volgt een belangenafweging tussen enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting en anderzijds het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Daarbij is onder andere van belang dat een misstand zoals matchfixing naar buiten gebracht moet kunnen worden, maar ook dat die beschuldiging voldoende op feiten gebaseerd moet zijn. Gedaagde heeft verklaard dat er destijds zoveel geruchten en problemen waren dat de matchfixing wel gebeurd kon zijn. Dat zijn geen concrete feiten en omstandigheden die grond bieden voor een dergelijke beschuldiging. Gedaagde heeft aldus onrechtmatig gehandeld tegenover eiser.
Er is geen aanleiding voor rectificatie in Nederland, mede door de media-aandacht in Nederland voor deze rechtzaak en het feit dat het vonnis in het openbaar is uitgesproken. Gedaagde wordt wel veroordeeld tot rectificatie in een Nigeriaanse krant, omdat daar de uitlatingen eiser weerhouden van een nieuwe functie in de voetbal. Gedaagde zal als ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

IT 3224

Geen vergaande verplichting de verhuizing op ICT-gebied voor te bereiden

Hof 7 jul 2020, IT 3224; ECLI:NL:GHAMS:2020:1987 (Verhuizing ICT-gebied), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-vergaande-verplichting-de-verhuizing-op-ict-gebied-voor-te-bereiden

Hof Amsterdam 7 juli 2020, IT 3224; ECLI:NL:GHAMS:2020:1987 (Appellante tegen Geïntimeerde) Civiel recht. Verbintenissenrecht. Geïntimeerde heeft een ICT-bedrijf. Appellante is strafrechtadvocate en neemt sinds 2011 telefoon-, internetdiensten en een domeinnaam af van geïntimeerde. In 2016 verhuist het advocatenkantoor van appellante en wil zij vanaf verschillende locaties kunnen werken. Zij wil geen gebruik meer maken van de server, waarna geïntimeerde een NAS-box bij haar installeert. Daarna treden diverse problemen op en klaagt appellante meermaals bij geïntimeerde over de werking van de diensten. Uiteindelijk trekt zij de opdracht in en weigert een deel van de facturen te betalen, waarop geïntimeerde een bodemprocedure aanspant. De kantonrechter veroordeelt appellante tot betaling van het volledige factuurbedrag. Appellante grieft in hoger beroep onder andere dat geïntimeerde tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen. Het hof oordeelt dat geïntimeerde uit hoofde van de overeenkomst van opdracht geen vergaande verplichting heeft de verhuizing op ICT-gebied voor te bereiden en daarin (vergaand) te begeleiden of te adviseren. Ook heeft appellante onvoldoende gesteld waaruit volgt dat de relatie tussen partijen meer inhield dan dat geïntimeerde incidenteel diensten aan appellante leverde. Daarnaast stelt appellante dat de bewijslast kan worden omgedraaid, omdat geïntimeerde deskundig is op ICT-gebied. Hier wordt niet in meegegaan. Er wordt geoordeeld dat deze deskundigheid onvoldoende rechtvaardiging is voor afwijking van de hoofdregel ex art. 150 Rv. De grieven falen. Het vonnis wordt bekrachtigd en appelante wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.