Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
4.659 artikelen gevonden
IT 3671

Overzetting van domeinnamen zonder toestemming onrechtmatig

Gerechtshof Amsterdam 4 mei 2021, IT 3671; ECLI:NL:GHAMS:2021:1284 (4Bis tegen Digitale Nazorg ), https://itenrecht.nl/artikelen/overzetting-van-domeinnamen-zonder-toestemming-onrechtmatig

Gerechtshof Amsterdam 4 mei 2021, IEF 20215, IT 3671; ECLI:NL:GHAMS:2021:1284 (4Bis tegen Ditigale Nazorg) Digitale Nazorg houdt zich bezig met het beheren en afwikkelen van de digitale nalatenschap. 4Bis Innovations is een software-ontwikkelaar die tevens hostingdiensten verleent. Zij host onder meer de domeinnamen digitalevoorzorg.nl, digitalenazorg.nl en i-finish.nl. Dit laatste is een handelsnaam van Digitale Nazorg. De voorzieningenrechter heeft over deze zaak geoordeeld dat 4Bis verplicht is bepaalde domeinnamen, e-mailaccounts en websites over te dragen aan Digitale Nazorg. Deze had 4Bis namelijk zonder toestemming overgedragen aan moedermaatschappij DEH. 4Bis voert in hoger beroep aan dat door het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst tussen Digitale Nazorg en DEH een vennootschap onder firma tot stand is gekomen, waarin Digitale Nazorg vervolgens krachtens een mondelinge afspraak de domeinnamen en content van haar bestaande websites heeft ingebracht. Dit komt het hof niet waarschijnlijk voor en is door 4Bis niet verder onderbouwd. Ook de overige grieven slagen niet. Het vonnis van de voorzieningenrechter zal worden bekrachtigd. 

IT 3670

Noot Dirk Visser onder YouTube en Cyando

Voorpublicatie uit de Ars Aequi-noot van prof. mr. D.J.G. Visser onder HvJ EU 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503 YouTube & Cyando [IEF 20039].
Dit arrest gaat over twee gevoegde zaken. Eén van muziekproducent Frank Peterson tegen YouTube (zaak C-682/18, begonnen in 2008) en één van wetenschappelijke uitgever Elsevier tegen deelplatformexploitant Cyando (zaak C-683/18, begonnen in 2014). Beide zaken gaan over art. 3 lid 1 van de twintig jaar oude Auteursrechtrichtlijn 2001/29/EG  en artt. 14 en 15 van de 21 jaar oude richtlijn Elektronische Handel 2000/31/EG. Het arrest werd gewezen twee weken nadat art. 17 van de nieuwe EU DSM-richtlijn  geïmplementeerd moest zijn, en in Nederland ook geïmplementeerd is. Op grond van art. 17 moeten de lidstaten YouTube verplichten om te proberen licenties te verkrijgen voor het materiaal op haar platform en om desgevraagd preventief te filteren en, als het toch geplaatst is, te blokkeren.
Lees verder >>

IT 3669

Meebieden door koper op internetveiling

Gerechtshof Den Haag 21 sep 2021, IT 3669; Zoekresultaat - inzien documentECLI:NL:GHDHA:2021:1656 (Onroerend Goed tegen Maasdam Vastgoed), https://itenrecht.nl/artikelen/meebieden-door-koper-op-internetveiling

Gerechtshof Den Haag 21 september 2021, IT 3669; ECLI:NL:GHDHA:2021:1656 (Onroerend Goed tegen Maasdam Vastgoed) Appellante heeft een winkelpand te koop aangeboden via een internetveiling. Maasdam heeft op die veiling biedingen uitgebracht. Appellante heeft op haar eigen pand ook meegeboden en was de hoogste bieder, met als onderliggende bieder Maasdam. Appellante heeft besloten het pand aan Maasdam te gunnen, en stelt dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen tussen appellante en Maasdam. Maasdam betwist dit. Volgens Maasdam is de gang van zaken niet geweest zoals het hoort. Zo heeft er geen onafhankelijk toezicht plaatsgevonden door een veilingnotaris en heeft appellante, zonder dat Maasdam dat wist, zelf meegeboden en zo de prijs kunstmatig opgedreven. Het hof oordeelt als volgt. Maasdam heeft ingestemd met het verkoopprotocol van appellante. Appellante had van tevoren duidelijk moeten maken dat zij zelf meebiedt. Maasdam wist dit niet en had dit redelijkerwijs ook niet hoeven te weten. De stellingen van Maasdam houden in dat zij bij een juiste voorstelling van zaken niet akkoord was gegaan met de voorwaarden en ook niet met de koop van het pand. Onder deze omstandigheden bestaat er, volgens het hof, geen afnameplicht voor Maasdam. 

IT 3668

Prejudiciële vragen over reclametijd

21 apr 2021, IT 3668; (Reti Televisive Italiane), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-reclametijd

Consiglio di Stato 21 april 2021, IEF 20209, RB 3559, IEFbe 3285, IT 3668; C-255/21 (Reti Televisive Italiane) Verzoek om een prejudiciële beslissing. Via MinBuza: De Italiaanse toezichthouder heeft drie zenders van RTI sancties opgelegd wegens het overtreden van de regels omtrent maximale reclametijd per klokuur. Volgens RTI werd in deze tijd ook zelfpromotie gepresenteerd, die bij de berekening niet mee hoeven worden genomen. In het geschil is dan ook aan de orde de vraag of het aanprijzen door de moedermaatschappij van (radio)programma's van de dochter-onderneming rechtmatig is. De verwijzende rechter verwijst in dit verband naar een besluit van de AGCOM, volgens welke de concentratie van televisie- en radio-uitzendingen ertoe kan leiden dat concurrenten worden uitgesloten van de markt. Er worden verschillende prejudiciële vragen gesteld over deze kwestie. De belangrijkste ziet op de vraag of het bestaan van diverse vormen van communicatie ondergebracht in onderling verbonden ondernemingsgroepen ertoe kan leiden dat de omroeporganisatie als groep aan te merken is als één economische eenheid. De overige vragen zien op de maximumzendtijd voor reclame en de gevolgen hiervan als de verschillende ondernemingen inderdaad als één economische eenheid beschouwd moeten worden.

IT 3667

Geen onverschuldigde betaling voor ICT-werkzaamheden

Gerechtshof Den Haag 7 sep 2021, IT 3667; ECLI:NL:GHDHA:2021:1720 (MR2 tegen Result XL), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-onverschuldigde-betaling-voor-ict-werkzaamheden

Gerechtshof Den Haag 7 september 2021, IT 3667; ECLI:NL:GHDHA:2021:1720 (MR2 tegen Result XL) Deze zaak gaat over (terug)betalingsverplichtingen voor ICT aankopen en werkzaamheden van Result ten behoeve van MR2. MR2 is een onderneming die zich richt op het ontwikkelen en verkopen van overboekingssoftware en -applicaties. Result is een onderneming die zich onder andere bezighoudt met consultancy, project- en programmamanagement en interim management op het gebied van ICT. Samen hebben zij een overeenkomst van opdracht gesloten. Hieruit volgde dat Result voor MR2 werkzaamheden zou verrichten. MR2 heeft Result gedagvaard omdat zij van mening is dat er € 20.000 onverschuldigd betaald is. Vlak na het overmaken van dit bedrag is in overleg besloten dat dit resultaat niet meer nodig was. Het hof oordeelt in dit arrest, net als de rechtbank, dat de € 20.000 niet onverschuldigd is betaald en dat Result niet hoeft terug te betalen. MR2 stelt dat er sprake was van een resultaatsverbintenis, waardoor Result pas de vergoeding zou ontvangen als bepaalde doelstellingen behaald waren. Het hof verwerpt deze stelling. In geen enkel stuk tussen partijen vastgelegd komt naar voren dat een resultaatsverbintenis beoogd was.

IT 3666

Incidenteel overnemen gegevens databank niet onrechtmatig

31 aug 2021, IT 3666; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden), https://itenrecht.nl/artikelen/incidenteel-overnemen-gegevens-databank-niet-onrechtmatig

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 31 augustus 2021, IEF 20205, IT 3666; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden) Appellant en geïntimeerde 2 hebben samen een webshop voor de verkoop van startmotoren en dynamo's gehad. Beide waren 50% aandeelhouder. Onderdeel van deze webshop is een databank met onderdeelnummers, maten en een omschrijving waarin tevens is opgenomen met welke motoren / motortypes de startmotor of dynamo compatibel is. Na beëindiging van de samenwerking is geïntimeerde 2 op soortgelijke wijze bij geïntimeerde 3 gaan werken. De databank is een-op-een overgenomen. Appellant stelt dat geïntimeerden onrechtmatig jegens appellant handelen nu zij gebruik maken van de databank die appellant toekomt. Hij beweert dat door het systematisch verzamelen en ordenen van gegevens de databank bescherming toekomt op grond van de Databankenwet en dat appellant, als rechtsopvolger van de bv, is aan te merken als producent van de databank. Het hof is van oordeel dat hier niet genoeg bewijs voor is geleverd. Daarnaast kan een enkele keer raadplegen niet worden gezien als hergebruik. De grieven falen.

IT 3665

Ontbreken wettelijke grondslag voor opvragen persoonsgegevens

Rechtbank Gelderland 12 mei 2021, IT 3665; ECLI:NL:RBGEL:2021:4809 (ZIDB c.s. tegen Menzis), https://itenrecht.nl/artikelen/ontbreken-wettelijke-grondslag-voor-opvragen-persoonsgegevens

Rechtbank Gelderland 12 mei 2021, IT 3665; ECLI:NL:RBGEL:2021:4809 (ZIDB c.s. tegen Menzis) Verzekeringsrecht. ZIDB c.s. vordert in deze zaak dat voor recht verklaard wordt dat Menzis onrechtmatig heeft gehandeld door ZIDB c.s. te proberen te bewegen om (medische) persoonsgegevens te vertrekken. Menzis zou zich niet hebben gehouden aan de regels die volgen uit de Rzv en de verdere uitwerking hiervan in de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens en het Protocol Materiële Controle van Zorgverzekeraars Nederland. De gegevens die Menzis heeft opgevraagd betreffen persoonsgegevens van verzekerden en zorgverleners, waarbij er geen toestemming is gegeven door de eerstgenoemde partij en ook enige wettelijke grondslag ontbreekt. Voor de beoordeling van deze zaak kijkt de rechter naar de rechtmatigheid van het opvragen van de persoonsgegevens door Menzis, en in hoeverre ZIDB c.s. die gegevens mag en/of moet verstrekken. De wetgever heeft nadrukkelijk beoogd dat bij verstrekking van gezondheidsgegevens eerst moet worden getoetst aan regels voor doorbreking van het medisch beroepsgeheim. In het geval van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder zoals ZIDB c.s. mogen dat soort gegevens alleen rechtstreeks aan de zorgaarbieder worden verstrekt met expliciete toestemming van de verzekerde. Daarvan is hier geen sprake geweest. De rechtbank concludeert dat er hier geen wettelijke grondslag was en verklaart dat Menzis onrechtmatig heeft gehandeld.

IT 3664

Opinie AG over emissiebeperkende software in auto's

Volgens advocaat-generaal Rantos is de installatie van software die het niveau van verontreinigende gasemissies van voertuigen wijzigt in strijd met het Unierecht. De verkoop van een voertuig waar dergelijke software op zit is volgens hem in strijd met richtlijn 1999/44. Er wordt over meerdere zaken gesproken, waarbij het gaat om fabrikanten die motorvoertuigen produceren die zijn uitgerust met software die, op basis bepaalde temperatuur- en rijhoogten, de vermindering van de stikstofoxiden (NOx)-emissies beperkt. Deze software werkt met een temperatuurvenster, waarbij het mechanisme wordt uitgeschakeld indien de buitentemperatuur te laag of te hoog is. De advocaat-generaal van mening dat het temperatuurvenster niet representatief is voor reële rijomstandigheden en dat hiermee de litigieuze software de doeltreffendheid van de emissiebeperking bij normaal gebruik van het voertuig vermindert. Hierdoor zou het een 'manipulatievoorziening' in de zin van verordening nr. 715/2007 vormen en in strijd zijn met richtlijn 1999/44.

IT 3662

Geschil tussen distributeur en producent van televisieserie

Rechtbank Amsterdam 24 aug 2021, IT 3662; ECLI:NL:RBAMS:2021:4452 (Source tegen KVP), https://itenrecht.nl/artikelen/geschil-tussen-distributeur-en-producent-van-televisieserie

Rechtbank Amsterdam 24 augustus 2021, IEF 20198, IT 3662; ECLI:NL:RBAMS:2021:4452 (Source tegen KVP) Source is een filmindustriebedrijf dat tevens handelt onder de naam Dutch Dreamworks. Gedaagde is auteur en producent van de Nederlandse televisieserie Keizersvrouwen en bestuurder van KVP. KVP heeft Netflix per brief laten weten dat Source de rechten van deze serie niet bezit. Source vordert KVP te verbieden om Netflix te benaderen en daarbij negatieve uitlatingen over de rechten op Keizersvrouwen te doen. Source zou hierdoor reputatieschade lijden. KVP vordert in reconventie om inbreuk op haar auteursrechten te staken en Source te gebieden Netflix van de daadwerkelijke auteursrechthebbende op de hoogte te stellen. In de distributieovereenkomst tussen de twee partijen staat dat het recht om de serie te exploiteren uitsluitend ziet op de serie als zodanig, het ‘ready made work’. De rest blijft bij de producent. Er is met Netflix gesproken over een remake, die onder de definitie van 'derivative works' valt. De rechtbank oordeelt dat de benadering van KVP naar Netflix niet onrechtmatig is en dat Source de inhoud van de brief uit proportie heeft getrokken. 

IT 3661

Schoonmaken via online platform is uitzendovereenkomst

Gerechtshof Amsterdam 21 sep 2021, IT 3661; ECLI:NL:GHAMS:2021:2741 (FNV tegen Helpling ), https://itenrecht.nl/artikelen/schoonmaken-via-online-platform-is-uitzendovereenkomst

Hof Amsterdam 21 september 2021, IT 3661; ECLI:NL:GHAMS:2021:2741 (FNV tegen Helpling) Helpling exploiteert een platform waar schoonmakers en huishoudens afspraken kunnen maken over het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden. Het platform stelt minimum en maximum tarieven, maar huishoudens en schoonmakers spreken hierbinnen onderling af tegen welk tarief de klus wordt uitgevoerd. Appellante is schoonmaakster en heeft na ziekmelding bij Helpling informatie ingewonnen over mogelijke doorbetaling van loon. Helpling heeft hierop laten weten dat er geen sprake was van een dienstverband. FNV vorderde in eerste aanleg primair te verklaren dat deze arbeidsovereenkomst wel bestaat. De kantonrechter heeft dit afgewezen. In dit hoger beroep overweegt het hof dat er inderdaad geen gewone arbeidsovereenkomst tot stand komt. Hiervoor speelt het platform een te beperkte rol in de afspraken die worden gemaakt tussen huishoudens en schoonmakers. Wel is er sprake van een uitzendovereenkomst. De huishoudens zijn inlener van de schoonmaker, waardoor er tussen hen ook geen arbeidsovereenkomst ontstaat.