Conclusie AG: Geen verzet tegen opnemen naam op een zwarte lijst die volgens Belastingdienst als stromannen zijn te beschouwen
Conclusie AG HvJ EU 30 maart 2017, IT 2255; IEFbe 2130; ECLI:EU:C:2017:253; C-73/16 (Peter Puškár) Verwerking van persoonsgegevens – Bescherming van de grondrechten – Verplichte precontentieuze procedure – Lijst van persoonsgegevens die is opgesteld ter bestrijding van belastingfraude – Toelaatbaarheid van de lijst als bewijsmiddel – Beginsel van loyale samenwerking – Verhouding tussen de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Verzoeker heeft een beroepschrift ingediend waarmee hij verzoekt om alle SLW belastingautoriteiten te verbieden zijn naam en identificatiegegevens te plaatsen op een (‘zwarte’) lijst van natuurlijke personen die volgens het openbaar bestuur zijn te beschouwen als ‘stromannen’. Het bestaan van de lijst is bevestigd door verweerster (belastingdienst). Verzoeker stelt dat vermelding op de lijst inbreuk maakt op zijn recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van de goede naam. Conclusie AG:
1) Het gebruik van persoonsgegevens is in het kader van de belastingheffing onderworpen aan [Privacyrichtlijn], alsook aan de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, terwijl op strafrechtelijk gebied alleen de artikelen 7 en 8 van het Handvest van toepassing zijn voor zover het gaat om door het Unierecht geregelde vraagstukken.