IT 4658
5 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Patērētāju tiesību aizsardzības centrs

 
IT 4655
5 november 2024
Uitspraak

Rechtbank komt terug op afwijzing litispendentieberoep

 
IT 4657
5 november 2024
Artikel

Vacature Universitair docent Privaatrecht en Intellectueel Eigendom

 
IT 2377

AP: Microsoft verwerkt gegevens Windowsgebruikers in strijd met wet

29 aug 2017, IT 2377; (Microsoft 10), https://itenrecht.nl/artikelen/ap-microsoft-verwerkt-gegevens-windowsgebruikers-in-strijd-met-wet

AP Rapport definitieve bevindingen 29 augustus 2017, Microsoft Windows 10. De verwerking van persoonsgegevens via telemetrie - met correcties 6 oktober 2017 Microsoft verwerkt via Windows 10 in strijd met de wet gegevens van mensen die dit besturingssysteem op hun computer hebben geïnstalleerd. Dit concludeert de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) na onderzoek van Windows 10 Home en Pro. Microsoft informeert gebruikers niet duidelijk over welke gegevens zij voor welke doelen gebruikt. Ook kunnen mensen door de werkwijze van Microsoft geen rechtsgeldige toestemming geven voor de verwerking van hun gegevens. Het bedrijf vertelt niet dat het bij de standaardinstellingen voortdurend gegevens verzamelt over het gebruik van apps en het surfgedrag via de browser Edge. Microsoft heeft aangegeven de overtredingen te willen beëindigen. Als dit niet gebeurt, kan de AP besluiten Microsoft een sanctie op te leggen. Lees verder

IT 2374

HvJ EU: Dagvaarding voor schending persoonlijkheidsrechten rechtspersoon in de plaats waar centrum van belangen ligt

HvJ EU 17 okt 2017, IT 2374; (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-dagvaarding-voor-schending-persoonlijkheidsrechten-rechtspersoon-in-de-plaats-waar-centrum-va

HvJ EU 17 oktober 2017, IEF 17189; IEFbe 2382; IT 2374; ECLI:EU:C:2017:766; C-194/16 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel) Er is beroep ingesteld door Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel strekkende tot rechtzetting van onjuiste informatie, verwijdering van commentaren, vergoeding van materiële en immateriële schade. Bolagsupplysningen is door Svensk Handel op een 'zwarte lijst' op haar website geplaatst wegens vermeend bedrog en oplichterij. Gevolg hiervan is dat verzoeksters bedreigd zijn en hun activiteiten in Zweden nagenoeg stilliggen. Svensk Handel stelt dat er geen nauwe band is tussen het geding en de Estse rechter. Conclusie AG: [IEF 17190]. Antwoord HvJ EU: 

1)      Artikel 7, punt 2, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken dient aldus te worden uitgelegd dat een rechtspersoon die stelt dat zijn persoonlijkheidsrechten zijn geschonden door de publicatie op internet van onjuiste gegevens over hem en door het niet verwijderen van op hem betrekking hebbende reacties, een beroep kan instellen tot rectificatie van die gegevens, verwijdering van die reacties en vergoeding van alle geleden schade bij de gerechten van de lidstaat waar zich het centrum van zijn belangen bevindt.
Verricht de betrokken rechtspersoon het grootste deel van zijn activiteiten in een andere lidstaat dan die waar hij zijn statutaire zetel heeft, dan kan hij de vermeende veroorzaker van de aantasting in die andere lidstaat oproepen met een beroep op de plaats waar de schade is ingetreden.
2)      Artikel 7, punt 2, van verordening nr. 1215/2012 dient aldus te worden uitgelegd dat een persoon die stelt dat zijn persoonlijkheidsrechten zijn geschonden door de publicatie op internet van onjuiste gegevens over hem en door het niet verwijderen van op hem betrekking hebbende reacties niet bij de gerechten van elke lidstaat op het grondgebied waarvan de op internet gepubliceerde informatie toegankelijk is of was, een beroep kan instellen tot rectificatie van die gegevens en verwijdering van die reacties.

IT 2375

Conclusie AG: Volledige schade als gevolg van internetpublicatie mag verhaald worden in lidstaat waar zich het zwaartepunt van de beroepsactiviteit bevindt

HvJ EU 13 jul 2017, IT 2375; ECLI:EU:C:2017:554 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-volledige-schade-als-gevolg-van-internetpublicatie-mag-verhaald-worden-in-lidstaat-waar

Conclusie AG HvJ EU 13 juli 2017, IEF 17190; IEFbe 2383; IT 2375; ECLI:EU:C:2017:554 ; C-194/16 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel) EEX-Vo. Beroep is ingesteld door Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel strekkende tot rechtzetting van onjuiste informatie, verwijdering van commentaren, vergoeding van materiële en immateriële schade. Bolagsupplysningen is door Svensk Handel op een 'zwarte lijst' op haar website geplaatst wegens vermeend bedrog en oplichterij. Gevolg hiervan is dat verzoeksters bedreigd zijn en hun activiteiten in Zweden nagenoeg stilliggen. Svensk Handel stelt dat er geen nauwe band is tussen het geding en de Estse rechter en er dan ook geen reden is af te wijken van artikel 4 van Vo. 1215/2012 en artikel 7, pt 2 toe te passen. Bolagsupplysningen stellen dat hun schade in Estland, waar zij het centrum van hun belangen hebben, is ingetreden. Conclusie AG:

–      Artikel 7, punt 2, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) moet aldus worden uitgelegd dat een rechtspersoon die beweert dat zijn persoonlijkheidsrechten zijn geschonden door de publicatie van informatie op internet, zijn volledige schade kan verhalen voor de gerechten van de lidstaat waar het centrum van zijn belangen is gelegen.

–      Een rechtspersoon heeft het centrum van zijn belangen in de lidstaat waar zich het zwaartepunt van zijn beroepsactiviteiten bevindt, mits de beweerdelijk schadelijke informatie nadelige gevolgen kan hebben voor zijn beroepsactiviteiten in die lidstaat.

IT 2373

Het nationaal Mediarecht congres op 16 november in Amsterdam

DeLex organiseert in samenwerking met het Commissariaat voor de Media het Nationaal Mediarecht congres.
Het thema: Mediarecht in tijden van verandering.

Mediarecht experts belichten de (recente) geschiedenis van het mediarecht, bespreken het heden, kijken vooruit én gaan in gesprek over de betekenis voor de dagelijkse praktijk. Zo bespreekt Marcel Boulogne (Head of Sector 'Audiovisual Media Services' - ‎European Commission) over de aanpassing van de audiovisuele mediadiensten richtlijn. Wat staat ons te wachten? Wat is de context waarbinnen de aanpassing van de richtlijn tot stand komt? Hoe loopt het proces (kan er al iets worden gezegd over de triloog)? Wat zijn de doeleinden van de richtlijn? Wat gaat dit betekenen voor de dagelijkse praktijk?

Geef je hier op.

IT 2372

Bijdrage ingezonden door Wouter Dammers, Lawfox

Wouter Dammers - Noot onder Rb Gelderland (WD Groep tegen Schuman Incasso)

, IT 2372; https://itenrecht.nl/artikelen/wouter-dammers-noot-onder-rb-gelderland-wd-groep-tegen-schuman-incasso

W.F. Dammers, Noot onder Rb Gelderland 16 augustus 2017 (WD Groep tegen Schuman Incasso); IEF 17187; IT 2372
De zaak samengevat 
Kort gezegd betreft deze zaak een geschil tussen een softwareontwikkelaar en een afnemer over het recht op gebruik van in licentie gegeven CMS-software van een derde partij. Partijen hebben de samenwerking beëindigd, waarbij de softwareontwikkelaar had bedongen dat de afnemer geen gebruik meer mocht maken van de software van derden die de ontwikkelaar had ingezet voor gebruik van haar software. Hoewel de ontwikkelaar nog een sprankje hoop tot vervolg van de samenwerking leek te hebben, lijkt ze in haar eigen voeten te schieten: de afnemer besluit het CMS terug te zetten uit een back-up, waardoor de ontwikkelaar met lege handen staat. Een rechtszaak was het gevolg. Inzet: een verbod op inbreuk op auteursrechten van de CMS-ontwikkelaar enerzijds, en een bevel tot afgifte van broncode anderzijds.

IT 2371

Vragen aan HvJEU: Uitleg mbt het "recht op het laten verwijderen van koppelingen"

HvJ EU 19 jul 2017, IT 2371; C-507/17 (Google), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvjeu-uitleg-mbt-het-recht-op-het-laten-verwijderen-van-koppelingen

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 19 juli 2017, IT&R 2371; IEFbe 2376; C-507/17 (Google). Bescherming persoonsgegevens. Via MinBuZa: Verzoeker (Google) verzoekt de hoogste bestuursrechter om het besluit van verweerder (de Franse gegevensbeschermingsautoriteit) nietig te verklaren. Subsidiair wordt verzocht de behandeling van de zaak te schorsen om het Hof een vraag te stellen over de uitlegging van artikel 4 en 28 van richtlijn 95/46. Bij besluit van 21.05.2015 heeft verweerder, waarbij zij een verzoek van een natuurlijke persoon toewees om de resultatenlijst met koppelingen naar webpagina’s die na een zoekopdracht op zijn naam werd weergegeven te verwijderen, verzoeker aangemaand deze verwijdering toe te passen op alle domeinnaam-extensies van haar zoekmachine. Na te hebben vastgesteld dat verzoeker niet binnen de gestelde termijn gevolg had gegeven aan deze aanmaning, heeft verweerder in kleine samenstelling, bij besluit van 10.03.2016, verzoeker een openbaar gemaakte geldboete van €100.000,- opgelegd. Verzoeker vordert nietigverklaring van dit besluit. De interveniërende partijen (Wikimedia Foundation Inc., Fondation pour la liberté de la presse, Microsoft, Reporters Committee for Freedom of the Press, Article 19, en Internet Freedom Foundation) hebben allen bij memorie in interventie de hoogste bestuursrechter verzocht de conclusies van het verzoekschrift van verzoeker toe te wijzen. Samengevat stellen de interveniërende partijen en verzoeker: a) dat verweerder niet bevoegd was om het bestreden besluit te nemen met betrekking tot verwerkingen die niet op Frans grondgebied zijn uitgevoerd; b) dat het bestreden besluit onevenredig inbreuk maakt op de vrijheden van meningsuiting, informatie, communicatie en pers; c) dat het bestreden besluit ontoereikend gemotiveerd is en feitelijke alsmede juridische onjuistheden bevat; d) dat het bestreden besluit inbreuk maakt op de bescherming van het internet; e) dat het bestreden besluit het beginsel van internationale hoffelijkheid en soevereiniteit van andere staten miskent. Verweerder concludeert tot afwijzing van het verzoekschrift en verzoekt de hoogste bestuursrechter, subsidiair, de behandeling van de zaak te schorsen om het Hof een prejudiciële vraag te stellen over de territoriale werkingssfeer van het recht op het laten verwijderen van koppelingen. Zij voert aan dat de opgeworpen middelen ongegrond zijn.

IT 2370

Verwerking gedeelten verboden berichten in andere berichten is openbaarmaking verboden berichten

28 sep 2017, IT 2370; ECLI:NL:RBNHO:2017:8082 (Dwangsom-Executie), https://itenrecht.nl/artikelen/verwerking-gedeelten-verboden-berichten-in-andere-berichten-is-openbaarmaking-verboden-berichten

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 28 september 2017, IEF 17172; IT 2370; ECLI:NL:RBNHO:2017:8082 (Dwangsom-Executie). Mediarecht. Eiser heeft in het verleden een aantal artikelen geplaatst op zijn website en facebookpagina waarin hij zijn overtuiging uit dat een moord is gepleegd door een ander persoon dan degene die daar nu voor veroordeeld is. Gedaagde is de moeder van de overleden persoon. In een eerder vonnis heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat gedaagde rectificaties dient te plaatsen en de betreffende artikelen dient te verwijderen op straffe van dwangsommen. Eiser vordert nu opheffing van de executie van de dwangsommen. Strikt genomen heeft eiser niet alle rectificaties op zijn homepage geplaatst. Echter, het doel en de strekking van de veroordeling hoeft niet enkel naar de letter uitgelegd te worden. In dit licht zijn de dwangsommen niet verbeurd. Een eventueel nog aanwezig facebookbericht, dat niet meer door kan wijzen, omdat het achterliggende bericht is verwijderd is eveneens geen overtreding van het gebod van de rechter. Echter, de verwerking van gedeelten van de berichten in andere, nieuwe, berichten wordt aangemerkt als openbaarmaking en voorts verbeurt eiser hier wel dwangsommen. Zijn vordering wordt dan ook afgewezen.

IT 2369

De bescherming van persoonsgegevens: acht Europese landen vergeleken

De bescherming van persoonsgegevens: acht Europese landen vergeleken, bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 32761, 115. De Tweede Kamer heeft een rechtsvergelijkend onderzoek naar de bescherming van persoonsgegevens in acht verschillende Europese landen gepubliceerd. Wanneer de positie van Nederland wordt vergeleken met de andere onderzochte landen, kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

IT 2368

Aanwezigheid camera's gericht op achtertuin buurman is een verregaande inbreuk op de persoonlijke levenssfeer

Rechtbank 28 sep 2017, IT 2368; ECLI:NL:RBGEL:2017:5188 (Buurman met terrashaard tegen buurman met camera), https://itenrecht.nl/artikelen/aanwezigheid-camera-s-gericht-op-achtertuin-buurman-is-een-verregaande-inbreuk-op-de-persoonlijke-le

Vzr. Rechtbank Gelderland 28 september 2017, IT 2368; ECLI:NL:RBGEL:2017:5188 (Buurman met terrashaard tegen buurman met camera) Burengeschil. Inbreuk op privacy. Gedaagde ervaart overlast van de terrashaard in de achtertuin van eiser. De politie is ter plaatse geweest, maar heeft niets ondernomen. Gedaagde heeft een Indoor Camera aan zijn slaapkamerraam bevestigd en is gericht op de achtertuin van eiser en heeft ook foto's van de achtertuin genomen op het moment dat de terrashaard werd gebruikt en die op een openbare Facebookpagina geplaatst. Eiser vordert veroordeling van gedaagde om de camera's te verwijderen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de aanwezigheid van de camera's een verregaande inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van eiser en dat de ernst van de stelselmatige inbreuk op de privacy van eiser zodanig is dat het belang van eiser bij verwijdering van de camera’s zwaarder weegt dan het belang van gedaagde bij het behoud van de camera’s. 

IT 2366

Partijen hebben geen handhavingsrechten ten aanzien van Flat Flamingo software

Rechtbank 16 aug 2017, IT 2366; ECLI:NL:RBGEL:2017:4544 (WD Groep tegen Schuman Incasso), https://itenrecht.nl/artikelen/partijen-hebben-geen-handhavingsrechten-ten-aanzien-van-flat-flamingo-software

Rechtbank Gelderland 16 augustus 2017, IEF 17161; IT 2366; ECLI:NL:RBGEL:2017:4544 (WD Groep tegen Schuman Incasso) WD Groep ontwikkelt maatwerksoftware. Schuman Incasso heeft de opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een gebruikersportal. Webdesigning heeft de applicatie Twiga ontwikkeld en heeft daarbij gebruik gemaakt van het Flat Flamingo Content Management System. Partijen hebben een 'Akte verlenen gebruiksrecht maatwerksoftware' opgesteld. Schuman Incasso heeft de overgedragen maatwerksoftware van Twiga verwijderd en een back-up van de applicatie met Flat Flamingo teruggeplaatst. WD Groep vordert Schuman Incasso iedere inbreuk op auteursrechten van Arda Investments met betrekking tot Flat Flamingo te staken. WD Groep stelt op grond van een licentieovereenkomst tussen haar en Arda Investments het recht te hebben op te treden tegen voornoemde inbreuk op het auteursrecht van Arda Investmens. De rechtbank wijst de vorderingen af. Het auteursrecht op de CMS software is niet overgedragen aan Arda Investments. Arda Investments heeft geen handhavingsrechten ten aanzien van Flat Flamingo en kon daarom geen volmacht geven aan WD Groep. De vorderingen in reconventie worden ook afgewezen. Schuman Incasso is als mede-auteursrechthebbende van Twiga nog geen exclusief rechthebbende op het auteursrecht van Flat Flamingo. Aan haar komen geen handhavingsrechten toe en kan zij WD Groep niet verbieden om Flat Flamingo voor andere programma's te gebruiken.