Gepubliceerd op dinsdag 24 maart 2020
IT 3080
Hof ||
17 dec 2019
Hof 17 dec 2019, IT 3080; ECLI:NL:GHAMS:2019:4502 (123INKT tegen HP), https://itenrecht.nl/artikelen/dynamic-security-in-printer-niet-per-definitie-ongeoorloofd

Dynamic security in printer niet per definitie ongeoorloofd

Hof Amsterdam 17 december 2019, IT 3080; ECLI:NL:GHAMS:2019:4502 (123inkt.nl tegen HP) 123inkt.nl verkoopt onder meer inktcartridges van het 123inkt-huismerk, waaronder cartridges voor HP-printers. Dit zijn zogenoemde klooncartridges. HP brengt onder meer printers en cartridges op de markt. In de printers van HP is firmware geprogrammeerd die de printer aanstuurt en controles uitvoert betreffende de werking van het apparaat. Onderdeel van de firmware die HP gebruikt is ´dynamic security´, bedoeld om het hacken van HP-chips te bemoeilijken. De vraag die speelt: is het gebruik van dynamic security in printers onrechtmatig jegens de gebruiker van de printer?

Geoordeeld wordt dat van HP niet kan worden gevergd dat zij haar bedrijfsvoering afstemt op de eigenschappen van niet door haar maar door een derde (123inkt.nl) op de markt gebrachte (kloon)cartridges voor HP-printers. Het gebruik van dynamic security in een printer is niet per definitie ongeoorloofd. HP heeft onrechtmatig gehandeld jegens de gebruikers van de geblokkeerde printers. HP had zich moeten realiseren dat gebruikers door gebrekkige en deels onjuiste informatie onnodig schade door de blokkade kunnen lijden. Zij kunnen in gebruik genomen cartridges verwijderen en weggooien en doordat zij daarna mogelijk weer cartridges van hetzelfde type in de printer plaatsen, kunnen zij deze vervolgens – omdat de foutmelding zich zou herhalen – opnieuw weggooien. HP had de gebruikers tijdig en juist over de oorzaak en de oplossing van de blokkade dienen te informeren teneinde hen in staat te stellen dergelijke, redelijkerwijs voorzienbare, schade te vermijden. Dat het tijdig en juist informeren niet mogelijk was of voor HP dermate bezwaarlijk was dat dit van HP niet kon worden gevergd, is gesteld noch gebleken.

3.4  Ten aanzien van de gevorderde verboden wordt als volgt overwogen. Een verbod voor HP om wijzigingen in de programmatuur van haar printers aan te brengen die ertoe leiden dat de printers niet meer functioneren met cartridges van het 123inkt-huismerk, zou van HP vergen dat zij haar bedrijfsvoering afstemt op de eigenschappen van niet door haar maar door een derde (Digital Revolution) op de markt gebrachte (kloon)cartridges voor HP-printers. Dat kan niet van HP worden gevergd. Van belang is in dit verband dat tussen partijen niet in geschil is dat updates bij printers essentieel zijn om functionaliteit te behouden en te verbeteren en dat naast Digital Revolution vele andere partijen klooncartridges voor HP-printers op de markt brengen. Gesteld noch gebleken is dat HP jegens Digital Revolution tot meer zorgvuldigheid is gehouden dan jegens die andere partijen. Of de cartridges van al die partijen na een update van de (soft- of firmware van de) printer blijven werken, kan van vele factoren afhangen, meer in het bijzonder ook van de technische specificaties van de verschillende klooncartridges. Van HP kan niet worden verlangd dat zij voor het uitbrengen van een nieuwe update zich ervan verzekert dat de verschillende klooncartridges na het uitvoeren van de update ongestoord blijven werken in haar printers. Evenmin kan van haar worden gevergd dat zij voorkomt dat de printer na een update bij het gebruik van een klooncartridge een waarschuwing of foutmelding afgeeft. De verboden zijn dus te ruim geformuleerd om te worden toegewezen.
 
3.6.2  Daar komt nog bij dat het gebruik van dynamic security in een printer niet per definitie ongeoorloofd is. HP heeft voldoende toegelicht dat zij een rechtens te respecteren belang heeft bij het gebruik van dynamic security, onder meer om het gebruik van counterfeit-cartridges tegen te gaan en omdat zij niet kan instaan voor de kwaliteit van de afdrukken van niet van haar afkomstige cartridges terwijl klanten negatieve printervaringen wellicht aan de printer zullen wijten. Of het gebruik van dynamic security onrechtmatig jegens een bepaalde koper of gebruiker van een HP-printer is, zal afhangen van de omstandigheden van het geval, zoals de condities waaronder de printer is aangeschaft en de informatie die bij de koper dan wel gebruiker bekend was of had behoren te zijn over het gebruik van dynamic security en de gevolgen daarvan. HP heeft onbetwist gesteld dat zij de kopers en gebruikers van na 1 december 2016 vervaardigde printers waarschuwt voor dynamic security en de gevolgen daarvan, onder meer in marketingmaterialen en met een sticker op de printerdoos, die de volgende tekst bevat:

Printer met dynamische beveiliging. Cartridges die gebruik maken van een niet-HP chip zouden niet kunnen werken en niet HP-chips die nu wel werken zouden in de toekomst mogelijkerwijs niet meer kunnen werken.

Omstandigheden die meebrengen dat het gebruik door HP van dynamic security in na 1 december 2016 vervaardigde printers niettemin jegens een of meer Deelnemers (of andere klanten van Digital Revolution) onrechtmatig of anderszins ontoelaatbaar is, zijn gesteld noch gebleken.

3.9  Met de Stichting is het hof van oordeel dat HP aldus onrechtmatig jegens de gebruikers van de geblokkeerde printers heeft gehandeld. HP had zich immers moeten realiseren dat de gebruikers door deze gebrekkige en deels onjuiste informatie mogelijk onnodig schade door de blokkade zouden lijden, doordat zij de in gebruik zijnde cartridges zouden verwijderen en mogelijk weggooien en doordat zij daarna mogelijk weer cartridges van hetzelfde type in de printer zou plaatsen en deze vervolgens – omdat de foutmelding zich zou herhalen – ook weer zouden weggooien. Ook had HP zich moeten realiseren dat de blokkade, die voor de gebruiker zonder nadere informatie niet direct oplosbaar was, voor deze mogelijk tot verdere schade zou leiden, zoals tot kosten voor andere printfaciliteiten of wellicht zelfs voor een nieuwe printer. HP had de gebruikers tijdig en juist over de oorzaak en de oplossing van de blokkade dienen te informeren teneinde hen in staat te stellen dergelijke, redelijkerwijs voorzienbare, schade te vermijden. Dat het tijdig en juist informeren niet mogelijk was of voor HP dermate bezwaarlijk was dat dit van HP niet kon worden gevergd, is gesteld noch gebleken.