Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Klos cs. Advocaten.
Bescherming van reputatie onderneming leidt niet tot beperking vrijheid van meningsuiting
Rechtbank Amsterdam 11 oktober 2019, IEF 18756, IT 2903; (V tegen Noordkaap) V exploiteert samen met haar echtgenoot een uitvaartonderneming in Voorburg. Noordkamp heeft onderzoek naar de bedrijfsvoering van de uitvaartonderneming verricht en, na confrontatie van V met de onderzoeksresultaten, een uitzending vervaardigd voor het programma Undercover in Nederland. De opnames zijn gemaakt door Noordkaap en Spijker waarmee V gedurende enige tijd heeft samengewerkt. V vordert onder andere een verbod op uitzending door Noordkaap, althans de uitzending aan te doen passen aan door haar gestelde eisen. Kan dit verbod worden toegewezen, gezien het preventieve censuur verboden in artikel 7 van de Grondwet? Een dergelijk verbod worden gegeven, mits (i) de publicatie tot onherstelbare schade zou leiden, (ii) de publicatie achteraf onrechtmatig zou worden geacht en (iii) de gevolgen achteraf niet kunnen worden hersteld door middel van een op dat moment uitgesproken veroordeling tot rectificatie of vergoeding van schade. Daarnaast moet een afweging worden gemaakt tussen de belangen van Noordkaap in het verband met de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) en de belangen van V die worden beschermd door artikel 8 EVRM. In het onderhavige geval wegen de belangen bij openbaarmaking zwaarder dan het bedrijfsbelang van V. Het gaat om de bescherming van de reputatie van V. De voorgenomen uitzending is niet onrechtmatig en er is geen grond voor inperking van de uitingsvrijheid van Noordkaap. Het reputatieverlies is te wijten aan het eigen handelen van de echtgenoot van V en niet aan de publicatie door Noordkaap.
Voorlichtingsfilms en boekje De waarde van het Auteursrecht
Afgelopen donderdag 10 oktober lanceerde Platform Makers, het samenwerkingsverband van beroepsorganisaties en vakbonden voor auteurs en artiesten, twee korte animatiefilms en het boekje “De waarde van het Auteursrecht”. Platform Makers voorzitter Erwin Angad-Gaur overhandigde beide uitgaven tijdens een debat in het Haagse Nieuwspoort aan Barbera Wolfensberger, directeur-generaal Cultuur en Media bij het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Daarnaast lanceerde Platform Makers de webpagina www.auteursrechtuitleg.nl, met een korte uitleg van het auteurs- en naburig recht.
De animatiefilms kwamen tot stand dankzij een bijdrage van het Ministerie op voorspraak van de Regiegroep Arbeidsmarktagenda (Culturele en Creatieve Sector).
Artikel ingezonden door Arjen Schram.
De bewijskracht van de ‘Blockchain-timestamp’ in auteursrechtelijke geschillen
Een maand geleden verzond minister Dekker het onderzoeksrapport Blockchain en het recht naar de Tweede Kamer. In opdracht van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum) van het ministerie van Justitie, deed het Tilburg Institute for Law and Technology een verkennend onderzoek naar de kansen en risico’s van Blockchain-technologie vanuit een juridisch perspectief. In het onderzoek is onder meer aandacht besteed aan de juridische bewijskracht van in de Blockchain ondergebrachte transacties. De onderzoekers concluderen dat een Blockchain-transactie kan gelden als elektronische akte, die dezelfde bewijskracht heeft als een gewone schriftelijke akte (art. 156a Rv). Daarvoor is vereist dat een blockchain voor wat betreft de ondertekening van transacties gebruik maakt van een private-public key paar op basis van bijvoorbeeld het RSA-algoritme, waardoor kan worden gesproken van een zogenoemde geavanceerde elektronische handtekening in de zin van art. 26 eIDAS-Verordening. De rechter zal als vermoeden moeten aannemen dat de ondertekening met de private key bewijst dat de transactie is gegenereerd door de ‘eigenaar’ van de sleutel. De bewijsrechtelijke meerwaarde van de Blockchain is met name dat door gebruikmaking van de sleutel tevens vast komt te staan dat een transactie op een bepaald moment is verricht (timestamping). Een blockchain zou daarmee volgens de onderzoekers een vergelijkbare functie kunnen vervullen als de vroegere registratie van akten bij de Belastingdienst op grond van de Registratiewet. Zij onderkennen dus de kansen die de Blockchain in bewijsrechtelijk opzicht heeft te bieden.
Britse overheidswebsite over Intellectueel Eigendom en de Brexit
Website met informatie van de Britse overheid over intellecteel eigendom en de eventuele Brexit op donderdag 31 oktober.
Guidance on trade marks, designs, patents right law, and exhaustion of IP rights after Brexit. Kijk hier voor meer informatie.
Artikel ingezonden door Douwe Linders en Yentl van den Winkel, SOLV.
Bewijsbeslag wegens databankinbreuk bij Havenbedrijf Rotterdam toch toegestaan
Dit artikel is ingezonden door advocaten Douwe Linders en Yentl van den Winkel. Zij staan de verzoekende partij bij.
Op 7 oktober publiceerde de Rechtspraak een afwijzende beschikking op een verzoek tot het leggen van digitaal bewijsbeslag bij het Havenbedrijf Rotterdam en haar dochteronderneming Portbase [IEF 18734 en IT 2891]. Dit terwijl inmiddels op grond van een tweede (aangepast) verzoek het verlof alsnog was toegewezen. De afwijzende beschikking is binnen vier weken na het uiteindelijke verlof gepubliceerd. Het was niet ondenkbaar dat op de datum van publicatie het verlof nog niet ten uitvoer was gelegd, waardoor de publicatie grote gevolgen had kunnen hebben voor de effectiviteit van het bewijsbeslag. In de afwijzende beschikking wordt bovendien de indruk gewekt dat het nauwelijks mogelijk is bewijsbeslag te leggen bij (semi)overheidsbedrijven. De advocaten van verzoekster vinden het voor de praktijk relevant dat voorgaande bekend is.
Inbreuk op auteursrechten leidt niet tot ontbinding arbeidsovereenkomst
Rechtbank Den Haag 8 mei 2018, IEF 18747, IT 2898; ECLI:NL:RBDHA:2018:16457 (Acacia tegen werknemer) Acacia verwijt verweerder dat hij gebruik heeft gemaakt van gegevens - data, modellen en tools - wetende dat daarop het auteursrecht rust van Alterra. Verweerder had in zijn functie als senior onderzoeker van Acacia mededeling over de auteursrechten van Alterra moeten doen, zodat Acacia toestemming voor gebruik van de gegevens had kunnen verkrijgen of het gebruik ervan had kunnen verbieden. Omdat hij dit heeft nagelaten is hij tekortgeschoten in de verplichtingen die op grond van zijn arbeidsovereenkomst met Acacia golden. Werkgever Acacia verzoekt daarom ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:686 BW jo. 6:265 BW. Tekortkomingen in de nakoming van de verplichting uit de arbeidsovereenkomst door de werknemer zijn niet zodanig ernstig dat zij de ontbinding rechtvaardigen van de arbeidsovereenkomst.
Inbreuk op auteursrecht foto K3
Rechtbank Gelderland 9 oktober 2019, IEF 18746, IT 2897; ECLI:NL:RBGEL:2019:4427 (ANP tegen Body & Beauty) ANP beheert en exploiteert auteursrechten van fotografen, met inbegrip van het exploitatierecht en het recht om tegen auteursrechtelijke inbreuken op te treden. De genoemde auteursrechten zijn bij overeenkomst aan ANP overgedragen. Body & Beauty is een uitgeverij in de fitnessbranche en exploiteert het vakblad Body LIFE en de website www.bodylifebenelux.nl. Body & Beauty heeft op haar website een foto van de meidengroep K3 getoond zonder toestemming van de fotograaf en/of rechthebbende. Body & Beauty maakt inbreuk op het auteursrecht, gezien het feit dat zij geen toestemming had om die foto de publiceren en zij geen beroep heeft gedaan op een beperking van het auteursrecht. De vorderingen van ANP tot verwijdering van de foto van de server, schadevergoeding en betaling van de buitengerechtelijke (incasso)kosten worden toegewezen. De verhoging met 50% voor de inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht of ter ontmoediging van het plegen van inbreuk op auteursrechten gaat echter te ver, omdat het auteursrecht geen punitief karakter heeft.
Artikel ingezonden door Daniël Haije, Hoogenraad & Haak.
Uitreiking Persprijs Jacques van Veen
De jury van de Persprijs Jacques van Veen heeft vier inzendingen genomineerd voor de Persprijs Jacques van Veen 2019:
• Het fatale scooterongeluk door Hetty Nietsch
• De Zweetvoetenman van Annet Huizing
• Vierdelige serie ‘ De Schuldenindustrie bij de rechter’ door Tim Staal
• Dienstreis naar Bangkok. Integriteitsschendingen binnen het OM door Marcel Haenen
ALAI European Author’s Right Award
ALAI European Author’s Right Award
In the spirit of inspiring the next generation of Intellectual Property experts, ALAI, with the support of GESAC, have launched an annual award for students.
The award, which ran its first edition in 2019, rewards the writer of the best essay that relates to authors’ rights. The essay should have a European dimension and include aspects related to the collective management of authors’ rights.
Students of all nationalities are welcome to apply. See here for the full eligibility criteria and prize details (French version).
This year’s winner will be selected by the following expert jury presided over by Prof. Frank Gotzen, President of ALAI:
- Caroline Bonin, Head of Legal Affairs, SACEM
- Gábor Faludi, outside Counsel for Artisjus
- Paul Torremans, Professor of Intellectual Property Law, University of Nottingham
- Raquel Xalabarder, Catedràtica de Propietat Intel·lectual, Universitat Oberta de Catalunya
Timeline
17 November 2019
Deadline for students to write 1-page abstract on their essay
1 December 2019
Editorial Committee selects max. 10 abstracts that are eligible for the award
16 February 2020
Deadline for students to submit their essay into the designated format
1 April 2020
Editorial Committee selects winner(s)
Place and date TBC
Award ceremony
Application forms (French version), abstracts, essays and questions can be sent to alai.award@gesac.org.
ALAI is an independent learned society dedicated to studying and discussing legal issues arising in connection with the protection of the interests of creative individuals. Copyright and performing artists’ rights are today an integral part of fundamental human rights as enshrined in several international conventions, declarations and charters.
Prejudiciële vragen over rol hostingdienstverlener
Oberster Gerichtshof 28 mei 2019, IEF 18739, IT 2893, IEFbe 2962 (Puls 4 TV tegen YouTube) Via MinBuza. Puls 4 TV exploiteert een Oostenrijkse televisiezender. YouTube is exploitant van het videoplatform www.youtube.com als hostingdienstverlener. YouTube maakt gebruik van “monetarisatie“ (het voorzien van geüploade videos van reclame), indien de gebruiker toestemming geeft. In het onderhavige geschil heeft YouTube de door Puls 4 TV gewraakte video’s steeds onmiddellijk verwijderd nadat zij per aanmaning in kennis was gesteld van de auteursrechtelijke bevoegdheden van Puls 4 TV. Puls 4 TV had YouTube verzocht om staking van het ter beschikking stellen van video’s die door Puls 4 TV geproduceerde audiovisuele werken bevatten. Volgens haar worden inbreuken op haar auteursrecht technisch gefaciliteerd door de monetarisatie van YouTube.