10 sep 2024
HvJ EU: Ierland verleende onrechtmatige staatssteun; Apple moet 13 miljard euro terugbetalen
HvJ EU 10 september 2024, IT 4617; ECLI:EU:C:2024:724 (Europese Commissie tegen Ierland e.a.). Het Hof heeft definitief uitspraak gedaan en bevestigt het besluit van de Europese Commissie uit 2016 dat Ierland Apple onrechtmatige staatssteun heeft verleend. Tussen 1991 en 2014 genoten Apple-vennootschappen belastingvoordelen via twee fiscale rulings die de belastbare winst in Ierland beperkten. De Commissie oordeelde dat deze voordelen, die gebaseerd waren op de behandeling van winsten uit intellectuele-eigendomslicenties, in strijd waren met de Europese staatssteunregels. Ierland moet daarom €13 miljard aan belastingvoordelen van Apple terugvorderen. In 2020 vernietigde het Gerecht het besluit van de Commissie, omdat het vond dat de Commissie onvoldoende had bewezen dat er sprake was van een selectief belastingvoordeel. Het Hof heeft nu die uitspraak herzien en het oordeel van de Commissie hersteld. Het Hof stelt dat de winsten uit Apple’s activiteiten buiten de Verenigde Staten terecht aan Ierland hadden moeten worden toegerekend voor belastingdoeleinden, en steunt daarmee de oorspronkelijke bevindingen van de Commissie.
364 In de derde plaats moet het argument waarmee verzoekers in eerste aanleg in essentie stellen dat de Commissie het verbod van terugwerkende kracht heeft geschonden door het litigieuze besluit te baseren op een Authorised OECD Approach die dateert van na de betwiste tax rulings, worden afgewezen. Zoals de Commissie in overweging 441 van het litigieuze besluit heeft verklaard, is haar benadering gebaseerd op schending van artikel 107, lid 1, VWEU – een bepaling die deel uitmaakt van de rechtsorde van Ierland sinds zijn toetreding in 1973 – en niet op niet-inachtneming van het op OESO-niveau vastgestelde kader. De Commissie heeft slechts naar dit kader verwezen voor zover het nuttige richtsnoeren geeft om te bepalen of een methode voor de vaststelling van de belastbare winst van een vestiging een betrouwbare benadering oplevert van een marktuitkomst die in lijn is met het zakelijkheidsbeginsel.
365 In de vierde en laatste plaats kan het argument dat de litigieuze maatregelen moeten worden aangemerkt als „bestaande” steun in de zin van artikel 1, onder b), iv), van verordening 2015/1589 evenmin slagen, voor zover er in section 25 TCA 97 regels zijn opgenomen die reeds bestonden vóór de toetreding van Ierland tot de Unie. De in casu relevante maatregelen zijn immers de betwiste tax rulings en niet de naar Iers recht toepasselijke belastingregels voor niet-ingezeten ondernemingen.