IT 4658
5 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Patērētāju tiesību aizsardzības centrs

 
IT 4655
5 november 2024
Uitspraak

Rechtbank komt terug op afwijzing litispendentieberoep

 
IT 4657
5 november 2024
Artikel

Vacature Universitair docent Privaatrecht en Intellectueel Eigendom

 
IT 2201

Met doorlopen van online bestelproces voor tickets is overeenkomst tot stand gekomen

Rechtbank 22 dec 2016, IT 2201; ECLI:NL:RBAMS:2016:9036 (Tickets4U tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/met-doorlopen-van-online-bestelproces-voor-tickets-is-overeenkomst-tot-stand-gekomen

Ktr. Rechtbank Amsterdam 22 december 2016, IT 2201; ECLI:NL:RBAMS:2016:9036 (Tickets4U tegen gedaagde) E-Commerce. Gedaagde heeft het bestelproces voor vier tickets voor Amsterdam Open Air (editie 2013) doorlopen. Een koper van online tickets dient de volledige koopprijs te voldoen als de verkoper kan aantonen dat de koper het hele bestelproces heeft voltooid en de bestelling heeft afgerond. De kantonrechter is van oordeel dat de verkorte verjaringstermijn van twee jaar van toepassing is. Dat de verkoper stelt dat er geen sprake is van consumentenkoop nu zij een vordering instelt ter zake van schadevergoeding in plaats van nakoming maakt niet dat aan de koper een langere verjaringstermijn tegengeworpen kan worden, nu deze vordering op dezelfde feitelijke grondslag wordt gebaseerd als waarop ook een vordering tot nakoming gestoeld had kunnen zijn.

IT 2200

Expertise radioloog tussen verzekeraar en gynaecoloog niet op te roepen via 35 Wbp door patiënt

Rechtbank 1 nov 2016, IT 2200; ECLI:NL:RBGEL:2016:6691 (moeder tegen Veduma Medisch Adviseurs), https://itenrecht.nl/artikelen/expertise-radioloog-tussen-verzekeraar-en-gynaecoloog-niet-op-te-roepen-via-35-wbp-door-pati-nt

Rechtbank Gelderland 1 november 2016, IT 2200; LS&R 1407; ECLI:NL:RBGEL:2016:6691 (moeder tegen Veduma Medisch Adviseurs) Wet bescherming persoonsgegevens. Beroepsaansprakelijkheid arts. Moeder is via een keizersnede bevallen, bij haar kind is een hoge dwarslaesie geconstateerd en verwijt onzorgvuldige behandeling. Op voet van 834a Rv heeft niet op voet van 834a Rv recht op afgifte van een door de aansprakelijkheidsverzekeraar en de gyneacoloog ingewonnen expertise van een radioloog. Het advies van medisch adviseur van de aansprakelijkheidsverzekeraar van de arts tegen wie de verzoeker procedeert, wordt op voet van artikel 35 lid 2 Wbp wordt gevraagd mededeling te doen. De reikwijdte van het inzagerecht is beperkt tot feitelijke persoonsgegevens van eiseres, niet (ook) op de medische analyse. Maar ook indien het informatierecht zich wel zou uitstrekken over de hiervoor bedoelde medische analyse is Veduma niet gehouden daarvan mededeling te doen aan [eiseres]. Deze gynaecoloog en de Stichting, als procespartijen, hebben het recht zich vrijelijk en in beslotenheid op hun positie te beraden. Het aannemen van een verplichting tot openbaarmaking van een analyse van die positie door derden aan de wederpartij in de gerechtelijke procedure zou dit recht op onaanvaardbare wijze aantasten. Ex art. 43 aanhef en onder e Wbp is Veduma genoopt haar medische analyse aan [eiseres] te onthouden. Verzoek afgewezen.

IT 2199

Bijdrage ingezonden door Hendrik Struik, CMS.

Blijvende onmogelijkheid: nu het complete arrest Waterdrinker/SAP

Van het interessante arrest Hof Amsterdam 14 februari 2012 (Waterdrinker/SAP) is als IT 688 een klein uittreksel gepubliceerd. Onlanks vroeg ik bij het Hof Amsterdam een afschrift op van het arrest, dat aanzienlijk meer boeiends blijkt te bevatten dan alleen de overweging over blijvende onmogelijkheid. Ook bleek mij dat de zaak na nog een tussenarrest (minder inhoudelijk, maar wèl compleet gepubliceerd als IT 903) tussen partijen is geschikt, reden waarom de advocaten wellicht het eerste arrest niet meer voor publicatie hebben aangereikt. Hierbij alsnog de complete tekst.

Het arrest van 14 februari 2012 is interessant vanwege o.a. de volgende onderwerpen:

  • de betekenis van een beoogde/besproken “go live” datum voor de opeisbaarheid van de prestatie van leverancier;
  • de vraag hoe vorderingen wegens wanprestatie moeten worden beoordeeld die vóór dat moment van opeisbaarheid worden ingesteld;
  • invulling van de eisen van het daarvoor bepalende art. 6:80 BW;
  • de vraag wanneer men “uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming zal tekortschieten”, zowel voor art. 6:80 lid 1(b) als voor art. 6:83(c);
  • invulling van de eis ‘onmogelijkheid van nakoming’ in de omstandigheden van deze zaak, namelijk of met de basisstructuur van de door SAP ontwikkelde software “in het geheel geen werkbaar systeem voor de bedrijfsvoering van Waterdrinker” valt te bereiken;
  • onderscheid tussen onmogelijkheid t.a.v. de (hoofd)verplichting en t.a.v. herstel van een andere fout (r.o. 3.3 en 3.14);
  • aansprakelijkheidsplafond van tweemaal de “projectprijs” en strenge beoordeling (tussen professionele partijen) van stelling dat beroep daarop ’naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’ zou zijn.

Ik weersta de verleiding om het arrest hier verder te bespreken. Maar voor de lezer met belangstelling voor conflicten over IT-contracten spreekt het arrest geheel voor zichzelf. Compulsive reading!

IT 2194

Schoonheidssalon vordert verwijdering persoonsgegevens in incidentenregister verzekeringsfraude

Rechtbank 19 okt 2016, IT 2194; ECLI:NL:RBGEL:2016:6690 (schoonheidssalon tegen VGZ), https://itenrecht.nl/artikelen/schoonheidssalon-vordert-verwijdering-persoonsgegevens-in-incidentenregister-verzekeringsfraude

Rechtbank Gelderland 19 oktober 2016, IT 2194; LS&R 1405; ECLI:NL:RBGEL:2016:6690 (schoonheidssalon tegen VGZ) Onrechtmatige daad. VGZ aan de schoonheidssalon ter attentie van [eiseres] dat zij zich op het standpunt stelt dat de schoonheidssalon nota’s valselijk achteraf heeft opgesteld over de jaren 2010, 2011 en 2012, teneinde verzekerden bij VGZ vergoedingen te laten ontvangen waarop geen recht bestaat. De schoonheidssalon vordert ongedaanmaken an registratie van persoonsgegevens in het incidentenregister Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit en ANBOS wegens verdenking betrokkenheid bij fraude. Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI); 8Wbp; 16Wbp. Zaak komt weer op de rol voor akte over hetgeen in 4.12 vermeld.

IT 2198

Bijdrage ingezonden door Sylvia Huydecoper, Nederland ICT.

Wetsvoorstel bewaarplicht telecommunicatiegegevens op losse schroeven door uitspraak Hof van Justitie?

Overheden kunnen aanbieders van elektronische communicatiediensten geen algemene verplichting tot het bewaren van (verkeers)gegevens opleggen. Deze uitspraak heeft het Europese Hof van Justitie [IT2194; IEFbe 2037, persbericht] op de kortste dag van het jaar gedaan. Het Europees recht verzet zich tegen een algemene en ongedifferentieerde bewaring van verkeersgegevens en locatiegegevens. Preventief gegevens van iedereen opslaan mag dus niet. Lidstaten mogen wel wetgeving maken waarbij preventief voorzien wordt in gerichte bewaring van gegevens ter bestrijding van criminaliteit. Gegevens verzamelen mag dus pas als er een vorm van verdenking is tegen een persoon. Als er gegevens bewaard worden, moet dat tot het strikt noodzakelijke minimum in een democratische rechtstaat beperkt worden.

IT 2197
IT 2195

HvJ EU: compensatie kosten radiodiensten voor veiligheidsdiensten

HvJ EU 21 dec 2016, IT 2195; ECLI:EU:C:2016:974 (TDC), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-compensatie-kosten-radiodiensten-voor-veiligheidsdiensten

HvJ EU 21 december 2016, IT 2195; LS&R 1406; ECLI:EU:C:2016:974; C-222/13 (TDC) Telecom. De zaak betreft de compensatie voor kosten van spoed- en veiligheidsdiensten (radiodiensten). De universeledienstrichtlijn staat een nationale regeling in de weg die voorziet in een compensatiemechanisme wanneer winst van die diensten hoger is dan verlies van aanvullende verplichte diensten. HvJ EU:

De bepalingen van [universeledienstrichtlijn], meer bepaald artikel 32 van deze laatste, moeten aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling die voorziet in een compensatiemechanisme voor het verrichten van aanvullende verplichte diensten op grond waarvan een onderneming geen aanspraak kan maken op vergoeding door de lidstaat van de nettokosten van het verrichten van een aanvullende verplichte dienst, wanneer de winst die die onderneming heeft behaald met het verrichten van andere onder haar universeledienstverplichtingen vallende diensten hoger is dan het aan het verrichten van die aanvullende verplichte dienst verbonden verlies.

Richtlijn 2002/22 moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling op grond waarvan een onderneming die als verrichter van aanvullende verplichte diensten is aangewezen, slechts aanspraak kan maken op vergoeding door de lidstaat van de nettokosten van het verrichten van die diensten indien die kosten voor die onderneming een onredelijke last vormen.

Richtlijn 2002/22 moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling op grond waarvan de nettokosten die voor een aangewezen onderneming aan een universeledienstverplichting verbonden zijn, moeten worden berekend als zijnde het verschil tussen alle inkomsten en alle kosten die verband houden met de verrichting van de betrokken dienst, daaronder begrepen de inkomsten en de kosten die de onderneming ook zonder universeledienstverrichter te zijn zou hebben gehad.

In omstandigheden als in het hoofdgeding is het feit dat de met een aanvullende verplichte dienst in de zin van artikel 32 van de universeledienstrichtlijn belaste onderneming die dienst niet alleen op het grondgebied van Denemarken, maar ook op dat van Groenland verricht, niet van invloed op de uitlegging van de bepalingen van die richtlijn.

Artikel 32 van richtlijn 2002/22 moet aldus worden uitgelegd dat het rechtstreekse werking heeft voor zover het de lidstaten verbiedt, de onderneming die met het verrichten van een aanvullende verplichte dienst is belast de met die dienst verbonden kosten geheel of ten dele te laten dragen.Het loyaliteits-, het gelijkwaardigheids- en het doeltreffendheidsbeginsel moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling als die in het hoofdgeding, op grond waarvan de met een universele dienst belaste onderneming aanvragen voor vergoeding voor het verlies over het voorgaande boekjaar moet indienen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf het verstrijken van de termijn waarbinnen die onderneming bij de bevoegde nationale instantie een jaarverslag moet indienen, mits die termijn niet minder gunstig is dan de termijn die naar nationaal recht geldt voor een overeenkomstige aanvraag en hij de uitoefening van de aan de ondernemingen door de universeledienstrichtlijn verleende rechten niet in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk maakt. Het is aan de verwijzende rechterlijke instantie, dat te verifiëren.

IT 2196

HvJ EU: Richtlijn verzet zich tegen nationale regeling die voorziet in algemene en ongedifferentieerde bewaring van alle verkeersgegevens, locatiegegevens van alle elektronischecommunicatiemiddelen

HvJ EU 21 dec 2016, IT 2196; ECLI:EU:C:2016:970 (Tele2 Sverige tegen Post- och telestyrelsen), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-richtlijn-verzet-zich-tegen-nationale-regeling-die-voorziet-in-algemene-en-ongedifferentieerd

HvJ EU 21 december 2016, IT 2194; IEFbe 2037 ; ECLI:EU:C:2016:970; C-203/15 (Tele2 Sverige tegen Post- och telestyrelsen) Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie. Uit het persbericht: De lidstaten kunnen de aanbieders van elektronischecommunicatiediensten geen algemene verplichting tot bewaring van gegevens opleggen. Artikel 15, lid 1 EU-Handvest. Artikel 7, recht op eerbiediging van het privéleven en Artikel 8, recht op bescherming van persoonsgegevens. Ernstige inmenging. Rechtvaardiging ex artikel 52, lid 1: Legitieme doelstelling van bestrijding van ernstige criminaliteit, een wettelijke grondslag in het nationale recht, strikte noodzakelijkheid, en evenredigheid in een democratische samenleving. HvJ EU:

Artikel 15, lid 1, van [richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie], gelezen tegen de achtergrond van de artikelen 7, 8 en 11 en artikel 52, lid 1, EU-Handvest moet in die zin worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling die, ter bestrijding van criminaliteit, voorziet in algemene en ongedifferentieerde bewaring van alle verkeersgegevens en locatiegegevens van alle abonnees en geregistreerde gebruikers betreffende alle elektronischecommunicatiemiddelen.
IT 2193

Beschikking ingezonden door Ady van Nieuwenhuizen, Kneppelhout Korthals.

Medewerkingsplicht binnen een uur voor beslag op mails met patiëntgegevens die naar privémail zijn gestuurd

Rechtbank 8 dec 2016, IT 2193; (Atos Medical tegen MDS), https://itenrecht.nl/artikelen/medewerkingsplicht-binnen-een-uur-voor-beslag-op-mails-met-pati-ntgegevens-die-naar-priv-mail-zijn-g

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 8 december 2016, IEF 16461 (Atos Medical tegen MDS) Ex parte. Beslag. Medewerkingsplicht binnen één uur. Conservatoir beslag tot afgifte op de vanaf zakelijk naar privémailadres gezonden patiëntgegevens. Verzoekster heeft verzocht tot afgifte op de gegevensdragers waarop patiëntgegevens zich bevinden. Op grond van de Wbp en de Wet meldplicht datalekken dient verzoekster te voorkomen dat de aan haar toevertrouwde medische gegevens in handen van derden komt. Gerekwestreerden zullen worden bevolen op eerste mondelinge verzoek van de deurwaarder binnen een uur haar medewerking verlenen, waaronder het beschikbaar stellen van logingegevens, wachtwoorden en andere (technische) informatie ten einde de deurwaarder en de automatiseringsdeskundigen onbelemmerde en algehele toegang te verschaffen tot gegevens en apparatuur. Op last van een dwangsom van €2.000 per uur met maximum van €200.000.

IT 2192

Nieuw in de databank ICT Modelcontracten

De volgende overeenkomsten zijn recent opgenomen in de databank ictmodelcontracten.nl
- Bewerkersovereenkomst – vanuit bewerkersperspectief (Tara Bachoe – ICT Nederland)
- Overeenkomst van opdracht ICT-Professionals – (Sylvia Huydecoper – ICT Nederland)
- Bewerkersovereenkomst (Monique Hennekens – Hekkelman Advocaten)
- Aanbestedingsrechtelijke aandachtspunten voor de ICT-praktijk (Bram Braat – Brinkhof)
- Overeenkomst tot ontwikkeling app (Arnoud Engelfriet – ICT Recht)

Meer informatie? Alle overeenkomsten bevatten een uitgebreide toelichting (peer review). De contracten zijn te downloaden als Word-document en meteen te gebruiken. Ook het archief met oude modelcontracten is nu digitaal beschikbaar. Kijk hier voor het complete overzicht van de beschikbare contracten. Voor meer informatie over de databank ICTM, prijzen en abonnementen kijk hier of neem contact op via info@delex.nl of rechtstreeks met Martin van Hemert – 020-3452212. Ook toegankelijk via Legal Intelligence en Rechtsorde!