Gepubliceerd op donderdag 6 oktober 2022
IT 4106
Rechtbank Den Haag ||
4 okt 2022
Rechtbank Den Haag 4 okt 2022, IT 4106; ECLI:NL:RBDHA:2022:10082 (Gemeente Bodegraven-Reeuwijk tegen Twitter), https://itenrecht.nl/artikelen/twitter-hoeft-vergelijkbare-berichten-niet-te-verwijderen

Twitter hoeft vergelijkbare berichten niet te verwijderen

Vzr. Rechtbank Den Haag 4 oktober 2022, IEF 21005, IT 4106; ECLI:NL:RBDHA:2022:10082 (Gemeente Bodegraven-Reeuwijk tegen Twitter) In de periode van januari 2021 tot en met juni 2021 is door verscheidene personen via Twitter verspreid dat er gedurende vele jaren in Bodegraven een pedo-satanisch netwerk hebben bestaan waar talloze jonge kinderen het slachtoffer van zijn geworden. Bij vonnis in kort geding van 2 juli 2021 heeft de vorzieningenrechter de verspreiders verboden verdere onrechtmatige uitlatingen te doen over de kwestie en hen opgedragen de tweets te verwijderen.[zie IEF 20074 en IT 3588]. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk wil nu dat Twitter vergelijkbare berichten met dezelfde beschuldigingen van anderen actief opspoort en verwijdert. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit te ver gaat en wijst de vordering van de gemeente af.

4.13. Zoals hiervoor in 4.8 is overwogen kan een bevel tot verwijdering van bepaalde (onrechtmatig bevonden) informatie zich ook uitstrekken tot soortgelijke informatie. Op grond van het arrest Glawischnig/Facebook kan dit alleen indien de overeenstemmende informatie specifieke gegevens bevat die naar behoren zijn aangewezen door degene die het rechterlijk bevel heeft uitgevaardigd, zoals de naam van de persoon op wie de eerder vastgestelde inbreuk betrekking had, de omstandigheden waarin deze inbreuk is vastgesteld en een inhoud die overeenstemt met de eerder onwettig verklaarde inhoud en dat de verschillen tussen de formulering van die overeenstemmende inhoud en de formulering van de onwettig verklaarde inhoud hoe dan ook niet van dien aard mogen zijn dat de betrokken hostingprovider verplicht is die inhoud autonoom te beoordelen. In het betreffende arrest is het bevel voor soortgelijke berichten toelaatbaar geacht omdat het beperkt was tot specifieke gegevens en omdat de hostingprovider in dat geval niet verplicht was een autonome beoordeling te verrichten, zodat hij geautomatiseerde technieken en onderzoeksmethoden kon aanwenden. Anders dan de Gemeente heeft betoogd kan dus niet van Twitter worden gevergd na een zoekslag op basis van een filter nog een autonome beoordeling van het zoekresultaat te verrichten. Er moet immers sprake zijn van een geautomatiseerde selectietechniek. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Twitter verklaard dat het voor haar feitelijk onmogelijk is een algoritme te maken dat onrechtmatige uitlatingen die vergelijkbaar zijn met de onrechtmatige uitingen van [A c.s.] eruit filtert, zonder daarmee ook vele rechtmatige berichten te raken. Zo zouden bijvoorbeeld ook berichten waarin het bestaan van een satanisch pedofiel netwerk juist wordt ontkend, en/of beschrijvende, vragende, journalistieke en/of anderszins niet onrechtmatige berichten over aspecten van ‘het verhaal Bodegraven’ eruit worden gefilterd, terwijl die berichten niet onrechtmatig zijn. Dat is strijdig met de vrijheid van meningsuiting, aldus Twitter. Hiertegenover heeft de Gemeente voorshands onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Twitter hier wel toe in staat is. De enkele stelling van de Gemeente dat Twitter goed is in het maken van algoritmes en genoeg geld en mankracht kan inzetten om een en ander voor elkaar te krijgen volstaat in dit kort geding niet. Daarbij weegt de voorzieningenrechter mee dat aan het spoedeisend belang naar voorlopig oordeel voldoende tegemoet kan worden gekomen door het notice-and-takedown systeem, zoals hierna zal worden besproken, te meer daar ook de (re)tweets van [A] al zijn verwijderd. Overigens acht de voorzieningenrechter de vordering van Bodegraven op dit punt ook niet één op één vergelijkbaar met die uit voormeld arrest. ‘Het verhaal Bodegraven’ betreft immers, anders dan in voormeld arrest, een conglomeraat van vele aantijgingen en stellingen, waarin ook diverse personen een rol spelen. Dat een en ander niet makkelijk in een algoritme te vangen is, lijkt dan ook voorshands niet onaannemelijk. Hetzelfde geldt voor het door Twitter gestelde risico dat indien toch een geautomatiseerde techniek zou worden toegepast daardoor in dit geval (te) veel legale content ten onrechte zal worden geblokkeerd. Daarmee is vordering 3, het verwijderen van vergelijkbare uitingen, niet toewijsbaar.