Gepubliceerd op woensdag 6 november 2019
IT 2933
Rechtbank ||
25 okt 2019
Rechtbank 25 okt 2019, IT 2933; ECLI:NL:RBMNE:2019:4954 (OM tegen SIN-NL), https://itenrecht.nl/artikelen/publicaties-op-zwarte-lijsten-artsen-en-rechters-zijn-onrechtmatig

Publicaties op zwarte lijsten artsen en rechters zijn onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 25 oktober 2019, IT 2933; ECLI:NL:RBMNE:2019:4954 (OM tegen SIN-NL.) SIN-NL is een stichting die zich inzet voor de verbetering van de positie van slachtoffers van medische fouten of hun nabestaanden, alsmede voor de patientenveiligheid en kwaliteit van de gezondheidszorg. SIN-NL publiceert op het internet een 'zwarte lijst artsen' en een 'zwarte lijst rechters'. Op de lijsten zijn namen van personen of organisaties binnen de gezondheidszorg en overheid vermeld, die volgens SIN-NL tuchtrechtelijk, strafrechtelijk of anderszins verwijtbaar handelen. Mevrouw A was officier van justitie in een strafzaak waarin X werd vervolgd voor smaad, laster en/of belediging van een neuroloog. Haar naam staat sindsdien op de zwarte lijst van artsen. Bij het artikel is ook een foto van haar geplaatst. Tevens staat haar naam in vier berichten op de zwarte lijst van rechters vermeld. De uitlatingen over mevrouw A zijn onrechtmatig: het zijn ernstige beschuldigingen, die als feitelijk waar worden gepresenteerd, maar die niet kloppen. Daarnaast is op de lijsten de naam van eiser 2 vermeld, een journalist die alleen op de lijst staat, omdat hij bij de publieke omroep werkt. Ook al is dit wél juist, er ontbreekt een duidelijke aanleiding om specifiek over hem te berichten. Hij is met A getrouwd, maar dit is niet reden genoeg om over hem in deze context te berichten. De foto had niet zonder de toestemming van A mogen worden gepubliceerd, waardoor inbreuk is gemaakt op het portretrecht van A. Daarnaast zijn de publicaties volgens het OM in strijd met de AVG, hetgeen niet is tegengesproken door gedaagden.

4.13. Hiervoor is geoordeeld dat alle beweringen over [A] feitelijk onjuist zijn. Het is niet aannemelijk geworden dat de kritiek op [A] in de uitoefening van haar functie terecht is. Het moet mogelijk zijn om misstanden – zoals fouten van artsen, rechter of officieren van justitie – aan de kaak te stellen, maar niet door het publiceren van feitelijke onjuistheden. Dat er een te signaleren misstand is, volgt bovendien niet uit de feiten. Voor zover het om een waardeoordeel zou gaan en niet om feitelijke uitlatingen, zijn de uitlatingen niet alsnog rechtmatig gelet op de feitelijke onjuistheden daarin.

Kortom, [gedaagden c.s.] uit ernstige beschuldigingen, die als feitelijk waar worden gepresenteerd, maar die niet kloppen. Er blijkt niet van een misstand die aan de kaak gesteld moet worden. Ook spreekt [gedaagden c.s.] de persoon, [A] , aan in plaats van haar werkgever, het OM, en kan [A] zich als officier van justitie minder makkelijk verweren. De belangenafweging valt daarom uit in het voordeel van het OM c.s.: de uitlatingen over [A] zijn onrechtmatig.

4.14. Ook de uitlatingen over [eiser sub 2] zijn onrechtmatig. Hij wordt door [gedaagden c.s.] in het artikel op de zwarte lijst artsen genoemd, omdat hij bij de publieke omroep werkt. Dat is op zich juist, maar er is geen duidelijke aanleiding om specifiek over hem te berichten en die moet er wel zijn. Dat hij getrouwd is met [A] , is daarvoor niet genoeg. Zeker niet, nu er onterecht ernstige beschuldigingen over haar worden geuit en hij daarmee in verband wordt gebracht.

4.15. [gedaagden c.s.] noemt een uitspraak van de rechtbank Groningen van 25 september 2009 en een uitspraak van de rechtbank Midden Nederland van 24 oktober 2018 waaruit volgens haar blijkt dat de Nederlandse rechter toestemming heeft gegeven voor de zwarte lijst artsen. [gedaagden c.s.] noemt ook een uitspraak van het hof Den Haag van 26 juli 2019, waaruit volgens haar de rechtmatigheid en het maatschappelijk belang van de zwarte lijsten blijkt. Voor zover dat al klopt, geldt dat daarmee niet is geoordeeld dat iedere te publiceren uiting op die website bij voorbaat rechtmatig is. Deze uitspraken leiden dus niet tot een ander oordeel dan hiervoor is gegeven.

De foto in de publicatie maakt inbreuk op het portretrecht van [A]

4.16. [gedaagden c.s.] zegt dat ze de foto die zij in het artikel op de zwarte lijst artsen heeft gebruikt, gewoon van een website heeft afgehaald. De foto was dus al beschikbaar in het publieke domein, zo zegt zij.

4.17. Het OM c.s. heeft gezegd dat de foto in opdracht is gemaakt. In dat geval mag de fotograaf, die het auteursrecht op de foto heeft als maker daarvan, de foto niet publiceren zonder toestemming van de geportretteerde (artikel 20 Auteurswet). Als een derde deze foto min of meer toevallig in handen krijgt, mag deze de foto ook alleen met toestemming van de geportretteerde publiceren. Die derde heeft namelijk niet meer rechten dan de maker van de foto zelf. [gedaagden c.s.] had geen toestemming van [A] om de foto op de websites te plaatsen en heeft dus inbreuk op haar portretrecht gemaakt.

De publicaties zijn in strijd met de AVG

4.18. Het OM c.s. heeft gezegd dat en uitgelegd waarom het publiceren van de zwarte lijsten in strijd is met artikel 33, 35 en 36 van de AVG. [gedaagden c.s.] heeft dit niet tegengesproken en de voorzieningenrechter komt dit ook juist voor.