Gepubliceerd op maandag 5 februari 2024
IT 4465
Rechtbank Rotterdam ||
24 aug 2023
Rechtbank Rotterdam 24 aug 2023, IT 4465; ECLI:NL:RBROT:2023:7605 (NextportChina tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/ongefundeerde-berichten-op-social-media-over-nextportchina

Ongefundeerde berichten op social media over NextportChina

Rb. Rotterdam 24 augustus 2023, IEF 21871, IT 4465; ECLI:NL:RBROT:2023:7605 (NextportChina tegen gedaagde) NextportChina is een onderneming die zich richt op het bijstaan van bedrijven die zich richten op de Chinese (online) markt. Zij maakt hiervoor gebruik van de inzet van Chinese werknemers die tijdelijk in Nederland werken, waaronder gedaagde. Nadat het dienstverband van gedaagde niet werd verlengd, plaatste gedaagde berichten op het social media kanaal WeChat over NextportChina. Hij laat zich negatief uit over de manier waarop het bedrijf met haar werknemers omgaat en maakt ook opmerkingen over de seksuele intimiderende uitspraken en acties van de Nederlandse baas. NextportChina vordert in deze zaak om gedaagde te veroordelen alle berichten van WeChat en andere social media over NexportChina te verwijderen.

NextportChina meent dat de berichten die gedaagde heeft geplaatst onrechtmatig zijn en dat zij hierdoor schade hebben onderbonden. Gedaagde beweert dat zij de berichten niet heeft geplaatst. Als bewijs voert ze hiervoor aan dat het sterrenbeeld van het profiel waarop de berichten geplaatst zijn niet haar sterrenbeeld is. NextportChina stelt hiertegenover dat alle berichten geplaatst zijn met de naam en foto van gedaagde. De voorzieningenrechter acht het voldoende aannemelijk dat het inderdaad gedaagde was die de berichten plaatste. Ook oordeelt de rechter dat een deel van de berichten onrechtmatig zijn, nu deze onvoldoende steun vinden in concrete feiten. De berichten zijn ongefundeerde beschuldigingen gericht aan (de directeur van) NexportChina. De vorderingen van NextportChina worden deels toegewezen.

5.6 De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat een deel van de berichten die als producties zijn overgelegd en hiervoor zijn geciteerd, onrechtmatig zijn. Met het plaatsen van deze berichten beschuldigt [gedaagde] NextportChina van moderne slavernij en beticht zij één van de bestuurders van NextportChina, [naam] van het creëren van een onveilige werksfeer bij NextportChina. Hoewel schokkend en onder omstandigheden zelfs beledigend taalgebruik in het kader van het aan de kaak stellen van een (maatschappelijke) misstand in beginsel toelaatbaar kan zijn, vereist dit dat daarvoor enige steun kan worden gevonden in beschikbaar en voldoende concreet feitenmateriaal. Daarvan is echter geen sprake. In de berichten uit [gedaagde] immers haar ervaringen, maar zij onderbouwt deze niet met bewijsstukken. De berichten op social media van eerdere werknemers van NextportChina kunnen niet als bewijs dienen. [gedaagde] heeft immers niet aangetoond dat deze mensen inderdaad voor NextportChina hebben gewerkt en ook de inhoud van deze berichten wordt niet ondersteund met stukken. Tot slot beroept [gedaagde] zich voor het overige op onbekend gebleven personen.