Gepubliceerd op maandag 12 april 2021
IT 3471
Hof ||
23 feb 2021
Hof 23 feb 2021, IT 3471; ECLI:NL:GHAMS:2021:534 (DataQuint tegen Antea), https://itenrecht.nl/artikelen/nazorgverplichting-na-einde-samenwerkingsovereenkomst

Nazorgverplichting na einde samenwerkingsovereenkomst

Hof Amsterdam 23 februari 2021, IT 3471, ECLI:NL:GHAMS:2021:534 (DataQuint tegen Antea) Softwareontwikkelaar DataQuint verleende licenties op softwareproducten aan ingenieursbureau Antea die deze omzette in haar eigen huisstijl en aanbood aan Nederlandse gemeenten, haar klanten. De samenwerkingsovereenkomst is per 31 december 2019 geëindigd maar partijen zijn verdeeld over diverse afwikkelingskwesties. Daarbij gaat het onder meer over de vraag of DataQuint gehouden is om gedurende vier jaar na het einde van de overeenkomst licenties en ondersteunende diensten te blijven verlenen. Verder strijden partijen over de vraag of DataQuint concurrerende diensten mag aanbieden na het einde van de samenwerking. De rechtbank kwam tot een gedeeltelijke voortzetting van de dienstverlening, waar DataQuint tegen in beroep is gegaan. Het hof verwerpt echter de grieven van DataQuint en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank. Zij gaat ook niet mee in de vordering van Antea om DataQuint te verbieden concurrerende diensten aan te bieden.

5.4. Het hof is dan ook voorshands van oordeel dat DataQuint, anders dan zij met de grieven 1 en 4 in principaal appel betoogt, gehouden is tot en met 31 december 2023 de in art. 11.4 SOK 17 bedoelde nazorg te leveren. SOK 17 biedt evenwel geen aanknopingspunten voor het oordeel dat die nazorgverplichting mede ziet op verplichtingen van Antea met betrekking tot de bedoelde software die op 31 december 2019 nog niet bestonden. Dit volgt niet alleen uit het woordje ‘blijven’ in art. 11.4 SOK 2017, maar ook uit art. 8 SOK 13. Daaruit blijkt dat de nazorg ertoe strekt dat partijen hun verplichtingen kunnen uitdienen. Hieruit blijkt dat de nazorgverplichting slechts betrekking heeft op verplichtingen van partijen die ten tijde van het einde van de overeenkomst reeds bestonden, zo is het hof voorshands van oordeel.

5.16. Deze grief heeft geen succes. Antea heeft niet toegelicht op grond van welke thans nog geldende contractuele bepaling het DataQuint niet is toegestaan (potentiële) klanten te benaderen. De bepalingen uit SOK 15 en SOK 17 waaraan zij refereert, hebben hun gelding met de opzegging immers verloren; Antea onderbouwt niet dat deze bepalingen nog vallen onder een nazorgverplichting.

Het benaderen van potentiële klanten is in beginsel niet onrechtmatig; met het einde van SOK 17 geldt immers het uitgangspunt dat partijen met elkaar in concurrentie mogen treden. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan in dit geval anders moet worden geoordeeld, zijn gesteld noch gebleken.