Meer dan ruim 2 jaar later
Rechtbank Utrecht 16 november 2011, LJN BV0794 (eenmanszaak Porselein & Zo tegen Proximedia)
Proximedia biedt informaticaprestaties aan. Zij richt zich hierbij met name op de kleine ondernemer. Reflexwerking van Colportagewet niet na 2,5 jaar. Een beroep op dwaling slaagt evenmin, nu meer dan ruim 2 jaar later nadat zijn eiser zijn onderneming heeft gestaakt een beroep op dwaling wordt gedaan, komt voor rekening van de dwalende. Uitgebreid worden het kernbeding vs grijze lijst en onredelijke bezwarend beding besproken aan de hand van de gegeven casuïstiek (r.o. 4.11-4.15). Alle vorderingen worden afgewezen, in reconventie volgt een toewijzing van schadevergoeding vermeerderd met een contractuele rente van 8%.
4.3. Vast staat dat [eiser] zich eerst bij brief van 28 oktober 2010 augustus 2010, derhalve ruim twee en half jaar na sluiting van de overeenkomst, beroept op de nietigheid van de overeenkomst op grond van de Colportagewet. Voorts staat vast dat partijen in de jaren 2008 en 2009 uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst zonder dat [eiser] enig signaal heeft gegeven dat er bij het sluiten van de overeenkomst iets niet goed zou zijn gegaan en dat hij zich overvallen heeft gevoeld door de vertegenwoordiger van Proximedia. Zelfs indien er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat [eiser] dient te worden aangemerkt als een kleine - met een consument gelijk te stellen - ondernemer, kan in dit geval een beroep op de Colportagewet hem gelet op het vorenstaande reeds wegens tijdsverloop niet baten, zodat dit wordt afgewezen.
4.9. [eiser] heeft ter comparitie van partijen verklaard dat hij de overeenkomst bij ondertekening vluchtig heeft doorgelezen en dat hij heeft gezien dat de duur van de overeenkomst vier jaar bedroeg. [eiser] verklaarde voorts dat hij de overeenkomst pas de avond na ondertekening goed heeft doorgelezen. In deze overeenkomst staat ook vermeld dat de laptop eigendom van Proximedia blijft alsmede dat een maandelijkse vergoeding verschuldigd was voor, onder meer, een website.
Voorts staat vast dat sindsdien door partijen uitvoering is gegeven aan de overeenkomst, en dat [eiser] eerst op 28 oktober 2010, derhalve meer dan ruim 2 jaar later en nadat hij zijn onderneming heeft gestaakt, een beroep op dwaling heeft gedaan. Gelet op deze omstandigheden dient de dwaling – indien er voor zover daarvan sprake is geweest – voor rekening van de dwalende te blijven.4.13. (...) Indien dit beding niet zou zijn overeengekomen zou het voor de wederpartij niet mogelijk zijn de overeenkomst tussentijds te beëindigen. In dat geval zou Proximedia in elk geval aanspraak kunnen maken op de volledige overeengekomen maandtermijnen gedurende de duur van de overeenkomst, die immers is gesloten voor de bepaalde tijd van 48 maanden. Zonder dit beding zijn de wederzijdse verbintenissen derhalve voldoende bepaald. Ook kan niet kan worden gesteld dat zonder dit beding tussen partijen geen overeenstemming bestaat over het wezen van de overeenkomst. Naar objectieve maatstaven kan daarom niet worden geoordeeld dat dit beding de kern van de prestaties aangeeft. Ook het feit dat dit beding is opgenomen in de zogenaamde grijze lijst (artikel 6:237 aanhef en onder i) vormt een aanwijzing dat geen sprake is van een kernbeding, maar van een algemene voorwaarde in de zin van artikel 6:231 aanhef en onder a BW.