Gepubliceerd op maandag 28 september 2015
IT 1871
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Hermes geeft te ruime uitleg aan Regeling Cameratoezicht

Ktr. Rechtbank Oost-Brabant 7 augustus 2015, IT 1871; ECLI:NL:RBOBR:2015:4762 (Ondernemingsraad Hermes tegen Hermes Groep)
Arbeidsrecht. Cameratoezicht. Hermes zet sinds 2010 af en toe Mystery Guests (anonieme rijinstructeurs) in op ritten. De desbetreffende chauffeur wordt dan beoordeeld op 51 punten betreffende het gedrag en rijvaardigheid. Daarnaast worden hier camerabeelden van gemaakt. De kantonrechter oordeelt dat de video-opnames niet als bewijs mogen dienen omdat het Reglement dat Hermes heeft opgesteld een te ruime uitleg geeft aan de Regeling Cameratoezicht van Connexxion. De ondernemingsraad krijgt gelijk: de camerabeelden mogen slechts worden gebruikt als bewijs wanneer ze onderdeel zijn van een formele aangifte van een misdrijf of betrokkenheid daarbij en/of justitie/politie die beelden heeft opgevraagd. Hermes moet het gebruik van de beelden staken wanneer het doel 'ter observatie van houding en gedrag' is. Daarnaast is het besluit tot inzet van Mystery Guests niet instemmingsplichtig op grond van art. 27 lid 1 sub g WOR. 


3.9.5. Op grond van het voorgaande is, naar het oordeel van de kantonrechter, voldoende komen vast te staan dat het beoordelen van een chauffeur van Hermes door rijinstructeurs aan de hand van het als productie 1 bij het verzoekschrift overgelegde beoordelingsformulier geschiedt op basis van beslissingen van Hermes die incidentele situaties betreffen en die buiten de geldende, met instemming van de OR tot stand gekomen regeling ten aanzien van de personeelsbeoordeling van Hermes vallen. Dat was ook al zo in de situatie vóór 2010. De slotsom is derhalve dat het in 2010 genomen besluit van Hermes om rijinstructeurs in de hiervoor genoemde gevallen ook anoniem als Mystery Guest in te zetten, geen besluit betreft dat de vaststelling, of wijziging of intrekking van een regeling als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub g WOR tot doel heeft. De door de OR verzochte verklaring voor recht en het verbod zijn dan ook niet toewijsbaar.

3.17. Naar het oordeel van de kantonrechter miskent Hermes met haar uitleg dat de Regeling Cameratoezicht reeds voorschrijft bij welke incidenten de camerabeelden rechtspositioneel tegen medewerkers kunnen worden gebruikt, namelijk slechts als onderdeel van een formele aangifte van een misdrijf of betrokkenheid daarbij en/of politie/justitie de beelden heeft opgevraagd. Door Hermes is niet weersproken dat de desbetreffende passage na uitvoerig overleg met de COR in de Regeling Cameratoezicht is opgenomen. Voor zover Hermes meent ook buiten deze gevallen de beelden rechtspositioneel tegen haar medewerkers te kunnen gebruiken, bijvoorbeeld na een klacht over het tijdens het rijden door een chauffeur bedienen van een smartphone geeft Hermes naar het oordeel van de kantonrechter een te ruime uitleg aan de regeling. De verwijzing naar het doel van de Regeling Cameratoezicht en haar zorgplicht als vervoerder kan Hermes daarbij niet baten. Zonder toelichting valt niet in te zien dat het doel van de regeling en de zorgplicht van Hermes in het gedrang kunnen komen door een juiste toepassing van de in die regeling opgenomen rechtspositionele bescherming van haar chauffeurs. De verwijzing naar de ontbindingsprocedure bij de kantonrechter te Arnhem kan Hermes evenmin baten. De vraag die in die procedure door de kantonrechter beantwoord moest worden, namelijk of de camerabeelden als (onrechtmatig verkregen) bewijs dienden te worden uitgesloten, was een andere dan de vraag die in de onderhavige procedure aan de orde is en kan aan het hiervoor overwogene daarom niet af doen.

3.18. De conclusie van het voorgaande is dat Hermes de Regeling Cameratoezicht te ruim uitlegt zodat het door de OR verzochte verbod toewijsbaar is.

Andere blogs:
ICTarbeidsrecht