31 jul 2023
Eiser krijgt persoonsgegevens van anonieme gebruiker
Rechtbank Den Haag 31 juli 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:11254, IT 4335 (EIser/Meta) In dit kort geding beantwoordt de voorzieningenrechter de vraag of Meta (voorheen Facebook) gehouden is om persoonsgegevens van een gebruiker aan eiser te geven. Eiser is op Facebook in meerdere besloten groepen beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag, waar hij hinder van ondervindt. Hij kan deze besloten groepen niet betreden en kan zich niet verweren. Eiser stelt dat deze uitingen onrechtmatig zijn en daarom van Facebook verwijderd moeten worden. Naast verwijdering van deze publicaties vordert eiser de 'basic subscriber information' van de Facebookgebruikers die deze uitingen hebben gedaan.
Meta is, volgens de voorzieningenrechter, slechts gehouden om de publicaties te verwijderen als zij kennis heeft van de gesteld onwettige activiteit. Zij wordt gekwalificeerd als dienstverlener van de informatiemaatschappij. De activiteit wordt slechts geacht onwettig te zijn als zij onmiskenbaar onrechtmatig is. De voorzieningenrechter stelt vast dat de beschuldigingen weinig concreet zijn, maar in kort geding kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld of de beschuldigingen ongegrond zijn. Het gebrek aan verdere feitelijke informatie maakt dat in dit stadium niet kan worden vastgesteld dat de uitingen onjuist zijn. Er is hier ook geen sprake van uitingen die dermate ernstig zijn dat verwijdering direct noodzakelijk is. De vordering tot verstrekking van persoonsgegevens van de Facebookgebruiker wordt wel toegewezen. De onduidelijkheid over de feitelijke gronden van de uitingen geeft eiser een voldoende belang om in gesprek met de Facebookgebruikers te gaan. De voorzieningenrechter beveelt daarom de persoonsgegevens van de gebruikers aan eiser te verstrekken. Het belang van eiser om zich tegen de uitingen te verweren weegt daar zwaar genoeg voor, ook omdat hij zich niet tegen de uitingen kan verweren in de besloten Facebookgroepen.
5.9 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bevatten de berichten herhaalde ernstige, niet onderbouwde beschuldigingen die weliswaar niet onmiskenbaar onrechtmatig zijn, maar waarvan de juistheid op het eerste gezicht zeker niet vaststaat. Daarmee valt bepaald niet uit te sluiten dat de berichten onrechtmatig zijn en aannemelijk is dat [de eisende partij] daardoor schade ondervindt. [de eisende partij] heeft er belang bij heeft om de betreffende Facebookgebruiker(s) hierop aan te spreken, deze ertoe te bewegen de beschuldigingen te verwijderen, toekomstige beschuldigingen te voorkomen en eventuele schade te verhalen. Om dat te kunnen doen heeft [de eisende partij] een reëel belang bij de verkrijging van identificerende gegevens.