9 okt 2019
Beschikking verwijderingsverzoek persoonsgegevens ZorgkaartNederland
Rechtbank Overijssel 9 oktober 2019, IT&R 2923; ECLI:NL:RBOVE:2019:3755 (Eiseres tegen ZorgkaartNederland) AVG. Persoonlijke levenssfeer. Zie vonnis [IT 2913]. Eiseres is medisch specialist in een ziekenhuis. De Patiëntenfederatie vertegenwoordigt patiëntenorganisaties en exploiteert onder de naam ZorgkaartNederland. Via de website kunnen waarderingen geplaatst worden over zorgverleners. Het verzoek ZorgkaartNederland te gebieden de persoonsgegevens van verzoekster te verwijderen en verwijderd te houden is ontvankelijk. ZorgkaartNederland wordt echter niet aangemerkt als zwarte lijst waarvoor een vergunning van de Autoriteit Persoonsgegevens is vereist. Het is geen overheidsinstantie in de zin van artikel 6 lid 1 sub f AVG. Verwerking van de persoonsgegevens is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van ZorgkaartNederland. Er is daarom onvoldoende aanleiding het belang van verzoekster te laten prevaleren. Het verzoek wordt afgewezen.
4.15. De rechtbank is van oordeel dat de doelstelling van ZorgkaartNederland gerechtvaardigd is en als zodanig niet in strijd is met de AVG. Een alternatief instrument waarbij zorgverleners met een bepaald specialisme en in een bepaalde regio kunnen worden vergeleken op onderdelen die door de individuele patiënt belangrijk worden gevonden, bestaat niet. De rechtbank is van oordeel dat het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens van [eiseres] , die arts is, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en verwerkt, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig is. Het beroep van ZorgkaartNederland op artikel 6 lid 1 onder f AVG slaagt: in dit geval is de verwerking van de persoonsgegevens van [eiseres] noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van ZorgkaartNederland (recht op informatie/vrije artsenkeuze voor de patiënt). Zonder de gebruikte gegevens (naam, specialisme, werkgever, geslacht) is een goede vergelijking niet mogelijk.
4.16. Ten aanzien van de vraag of in dit geval de fundamentele rechten en vrijheden van [eiseres] , in het bijzonder het recht op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer, prevaleren boven het gerechtvaardigde belang van ZorgkaartNederland, neemt de rechtbank het volgende in aanmerking.
Het vermelden van persoonsgegevens op ZorgkaartNederland is een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] . Daar staat tegenover dat de verwerkte persoonsgegevens beperkt zijn tot die gegevens die betrekking hebben op haar beroep van zorgverlener. Daarbij komt dat deze gegevens ook al elders op internet beschikbaar zijn (bijvoorbeeld via het BIG-register en de werkgever van [eiseres] ). Het voorgaande in aanmerking genomen is de rechtbank van oordeel dat het belang van [eiseres] op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer minder zwaar weegt dan het hiervoor beschreven belang van ZorgkaartNederland. De omstandigheid dat de verwerking van de persoonsgegevens samen kan gaan met één of meer negatieve waarderingen maakt het voorgaande niet anders. Daarbij speelt een rol dat de door ZorgkaartNederland opgestelde gedragscode, mits strikt nageleefd, in beginsel voldoende waarborgen biedt om te voorkomen dat ongefundeerde en beschadigende (lees: onrechtmatige) waarderingen worden geplaatst.