Gepubliceerd op vrijdag 16 mei 2025
IT 4862
Rechtbank Den Haag ||
16 apr 2025
Rechtbank Den Haag 16 apr 2025, IT 4862; ECLI:NL:RBDHA:2025:6424 (Eiser tegen de minister van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/afwijzing-herhaald-inzageverzoek-fsv-gegevens-terecht-geen-nieuwe-feiten-of-omstandigheden-vastgesteld

Afwijzing herhaald inzageverzoek FSV gegevens terecht, geen nieuwe feiten of omstandigheden vastgesteld

Rb. Den Haag 16 april 2025, IT 4862; ECLI:NL:RBDHA:2025:6424 (Eiser tegen de minister van Financiën). Eiser heeft op 30 augustus 2023 een verzoek ingediend bij de minister van Financiën om inzage te krijgen in zijn persoonsgegevens die in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) zijn opgenomen. Dit verzoek volgde op eerdere inzageverzoeken uit 2021, die destijds ook waren afgewezen. De FSV is sinds 27 februari 2020 buiten gebruik gesteld en sindsdien zijn er geen wijzigingen meer geweest in de daarin opgenomen persoonsgegevens van eiser. Eiser vordert inzage in alle persoonsgegevens die over hem in de FSV zijn verwerkt, inclusief informatie over het ‘signaal’ dat tot zijn registratie leidde, de reden voor het ingestelde boekenonderzoek in 2019, en het behandelverslag van 3 april 2019. Hij stelt dat de tot nu toe verstrekte informatie onvoldoende is en dat hij recht heeft op volledige inzage op grond van de AVG.

De rechtbank stelt vast dat het verzoek van eiser een herhaalde aanvraag betreft, omdat eerdere verzoeken reeds zijn afgewezen en er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn aangevoerd. Op grond van artikel 4:6 van de Awb mag het bestuursorgaan in zo’n geval het verzoek afwijzen onder verwijzing naar het eerdere besluit. De rechtbank overweegt dat de FSV niet meer in gebruik is en dat de persoonsgegevens van eiser daarin niet zijn gewijzigd sinds de vorige verzoeken. De uitbreiding van het verzoek naar inzage in fiscale dossiers valt buiten de reikwijdte van deze procedure. Ten aanzien van het behandelverslag oordeelt de rechtbank dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat dit stuk relevant is voor het inzageverzoek in de FSV-gegevens. De rechtbank oordeelt dat de minister van Financiën het herhaalde inzageverzoek terecht heeft afgewezen, omdat er geen sprake is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden. Er is geen grond om te oordelen dat de afwijzing evident onredelijk is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en ontvangt geen proceskostenvergoeding.

5.1. De rechtbank stelt vast dat eiser opnieuw heeft verzocht om inzage in de persoonsgegevens die verweerder van hem heeft opgenomen in de FSV. De FSV is niet meer in gebruik en is sinds de vorige verzoeken niet gewijzigd. Eiser heeft in beroep niet aangevoerd welke nieuwe feiten of veranderde omstandigheden maken dat zijn herhaalde inzageverzoek ten onrechte is afgewezen. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder zich op het standpunt mocht stellen dat niet gebleken is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden. Hierbij heeft verweerder terecht gesteld dat het verzoek alleen ziet op persoonsgegevens van eiser in de FSV. De uitbreiding in de bezwaarfase naar inzage in fiscale dossiers kan in deze procedure niet aan de orde komen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat de afwijzing evident onredelijk is.