ACM mag verzoek tot opschorting invordering spamboete weigeren
Rechtbank Rotterdam 17 juli 2014, (eiser tegen ACM, voorheen OPTA) ECLI:NL:RBROT:2014:5821
Persbericht: De Autoriteit Consument & Markt (ACM) -destijds OPTA- heeft in 2007 aan een overtreder van het spamverbod een boete opgelegd van 55.000 euro. Nadat deze boete definitief was geworden wilde ACM de boete gaan invorderen. De overtreder heeft ACM verzocht de invordering van de opgelegde boete op te schorten omdat hij de boete naar eigen zeggen niet kon betalen.
ACM heeft het verzoek afgewezen, omdat de overtreder zijn verzoek onvoldoende had onderbouwd. Deze beslissing heeft de overtreder vervolgens aangevochten. In beroep oordeelt de rechtbank dat ACM de overtreder voldoende mogelijkheden heeft gegeven om te onderbouwen waarom hij de boete niet kon betalen. In de stukken die de overtreder had overgelegd, werd onvoldoende duidelijk of de overtreder de boete wel of niet kon betalen. De rechtbank is van oordeel dat ACM voor de onderbouwing mocht vragen naar een accountantsverklaring en geen genoegen hoefde te nemen met een verklaring van een boekhouder.
Bovendien vindt de rechtbank de klacht van die de overtreder bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens heeft ingediend geen reden om de invordering van de boete op te schorten. De boete is namelijk onherroepelijk vast komen te staan na de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Volgens de rechtbank mocht ACM in deze zaak weigeren om de invordering van de boete op te schorten.