Gepubliceerd op maandag 28 september 2015
IT 1873
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Weinig voortvarende aanpak zorgt niet voor een toedoen of nalaten door TSL

Ktr. Rechtbank Amsterdam 29 mei 2015, IT 1873; ECLI:NL:RBAMS:2015:5838 (Datavisual tegen The Secret Lab)
ICT. Ontwikkeling applicatie. Datavisual is allround ICT-dienstverlener. TSL richt zich op het ontwerpen en bouwen van websites en applicaties. Tussen Datavisual en TSL is een overeenkomst gesloten met betrekking tot ontwikkeling van een applicatie. Datavisual heeft ten onrechte deze overeenkomst ontbonden. De kantonrechter oordeelt dat de e-mail die Datavisual naar TSL heeft gestuurd niet voldoet aan de vereisten van een ingebrekestelling. Door Datavisual is onvoldoende gesteld dat er sprake is van ernstige vertraging aan de zijde van TSL of goede grond om te vrezen dat TSL niet zal nakomen. De gestelde deadlines zijn geen harde termijnen. TSL heeft wellicht een weinig voortvarende aanpak gehad, maar dat laat onverlet dat niet is gebleken van een toedoen of nalaten door TSL. TSL is niet ingebreke gesteld en niet in verzuim geraakt. 

Beoordeling
6. Datavisual noemt de email van 28 januari 2014 als een aanmaning in de zin van artikel 6:82 BW en het feit dat op deze aanmaning niet op 29 januari 2014 is gereageerd als het moment waarop het verzuim intreedt. De kantonrechter is echter met TSL van oordeel dat deze email niet voldoet aan de vereisten die aan een ingebrekestelling worden gesteld. In dit bericht worden bevindingen doorgegeven van de klant en een opsomming gegeven van wat er nog moet gebeuren. Vervolgens is gevraagd om uiterlijk de volgende dag 12:00 uur te berichten over aanpak en planning. Dit kan niet worden aangemerkt als een aanmaning om binnen een bepaalde termijn de volledige werkzaamheden af te ronden. De verwijzing naar de AV is door Datavisual niet nader onderbouwd. Door Datavisual is voorts onvoldoende gesteld, ook nadat zij hierover ter terechtzitting uitdrukkelijk is bevraagd, om vast te kunnen stellen dat TSL voorafgaand aan de email van 28 januari 2014 voortdurend tekort is geschoten in haar taakvervulling.

10. Wel heeft Datavisual gesteld dat TSL al voorafgaand aan 29 januari 2014 harde deadlines niet heeft gehaald. Van het bestaan van een harde termijn is echter niet gebleken. Datavisual noemt 6 juni 2013 als een dergelijke deadline. Datavisual geeft daarover zelf al aan dat deze datum enkel zag op het opleveren van de internet applicatie en dus niet op de overige producten. Ook erkent zij dat deze datum niet kan worden beschouwd als een fatale termijn. Door TSL is gemotiveerd betwist dat zij deze termijn niet gehaald zou hebben nu zij onweersproken heeft gesteld dat de internet applicatie voor die datum is aangeleverd. Ten aanzien van de email van 16 juli 2013 (r.o. 1.10) is ondanks de bewoording niet vast komen te staan dat dit als een termijnstelling moet worden beschouwd. Deze termijn is genoemd in een drukke emailwisseling en de termijn is door TSL – onweersproken - niet reëel genoemd. Na deze email is door Datavisual een nieuw voorstel gedaan (r.o. 1.11) en zijn partijen verder gegaan met hun samenwerking.

11. De kantonrechter overweegt nog dat er wellicht sprake is geweest van een weinig voortvarende aanpak door TSL. Dit laat onverlet dat niet is gebleken dat partijen concrete termijnen zijn overeengekomen, laat staan dat deze zijn overschreden door doen of nalaten van TSL. Gesteld noch gebleken is dat TSL tekort is geschoten in regievoering. Evenmin is gebleken dat de professionele opdrachtgever Datavisual op ook maar enig moment een concrete termijn heeft gesteld. Van een tekortkoming op dit gebied is dan ook niet gebleken.

Conclusie
13. De conclusie is dat TSL niet in gebreke is gesteld. Evenmin is gebleken van omstandigheden op grond waarvan het verzuim is ingetreden zonder een ingebrekestelling. Hieruit volgt dat TSL niet in verzuim is geraakt, Datavisual de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft kunnen ontbinden en er geen grondslag bestaat om de gevorderde schadevergoeding toe te wijzen.