Gepubliceerd op donderdag 19 mei 2016
IT 2061
Rechtbank ||
16 feb 2016
Rechtbank 16 feb 2016, IT 2061; ECLI:NL:RBOBR:2016:2529 (Beukenlaan Facility Manager tegen SNS), https://itenrecht.nl/artikelen/wbp-verzoek-niet-ontvankelijk-nu-sns-reaal-niet-meer-bestaat

Wbp-verzoek niet-ontvankelijk nu SNS Reaal niet meer bestaat

Rechtbank Oost-Brabant 16 februari 2016, IT 2061; ECLI:NL:RBOBR:2016:2529 (Beukenlaan Facility Manager tegen SNS)
Wbp. BFM vordert ex 35, 36 en 46 Wbp verwijdering uit het Intern Incidentenregister (IR) en Extern verwijzingsregister (EVR). SHR N.V. is ecther niet de verantwoordelijke in de zin van de Wbp en daarom zijn verzoekers niet ontvankelijk. Dat BFM het verzoek (mede) tegen SNS Reaal hebben gericht is begrijpelijk nu de brieven, waarin aan hen gemeld werd dat zij in het IR en het EVR waren opgenomen van SNS Reaal afkomstig waren en niet blijkt dat duidelijk is gecommuniceerd dat SNS Reaal niet meer als zodanig bestaat. Er wordt vanwege voorstaande geen kostenveroordeling aan verbonden.

5.6. De rechtbank onderschrijft het belang van SNS Bank bij registraties in het IR en het EVR in het algemeen zoals SNS Bank deze onder 3.3. heeft beschreven, volledig. Ook in dit specifieke geval is opname van de persoonsgegevens van [verzoeker sub 1] in de beide registers gerechtvaardigd en dit geldt dus, gezien de verwevenheid van [verzoeker sub 1] en BFM, ook voor de bedrijfsgegevens van BFM.
[verzoeker sub 1] heeft de volgende feiten heeft gepleegd of doen plegen: 1) het falsificeren van een werkgeversverklaring, 2) het falsificeren van een arbeidsovereenkomst en 3) het verstrekken van een blanco werkgeversverklaring die wel was ondertekend en gestempeld namens BFM.
Dat betekent dat voldaan is aan de criteria 5.2. sub a. en b van het Protocol, zoals hoger onder 2.2. weergegeven.

5.2. De eerste betreft SHR N.V. (voorheen SNS Reaal), het verweer dat SNS Reaal niet langer als verantwoordelijke in de zin van de Wbp heeft te gelden. [verzoeker sub 1] en BFM hebben dit, gezien de stukken die in dit verband zijn overgelegd, erkend dat dit verweer juist is. [verzoeker sub 1] en BFM worden dan ook niet ontvankelijk verklaard in het verzoek jegens SHR N.V. (voorheen SNS Reaal, ). Dat [verzoeker sub 1] en BFM het verzoek mede tegen SNS Reaal hebben gericht is begrijpelijk nu de brieven d.d. 11 december 2014, waarin aan [verzoeker sub 1] en aan BFM gemeld werd dat zij in het IR en het EVR waren opgenomen van SNS Reaal afkomstig waren en niet verder niet blijkt dat duidelijk is gecommuniceerd dat SNS Reaal niet meer als zodanig bestaat.
Het verzoek jegens SHR N.V. (voorheen SNS Reaal) wordt dan ook niet ontvankelijk verklaard, maar hieraan wordt - mede op grond van het voorstaande - geen kostenveroordeling verbonden