Gepubliceerd op dinsdag 24 juli 2018
IT 2611
HvJ EU ||
7 jun 2018
HvJ EU 7 jun 2018, IT 2611; Zaak C-390/18 (Airbnb Ireland), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-kunnen-beperkende-regels-voor-vastgoedmakelaar-tegen-airbnb-worden-ingeroepen

Vragen aan HvJ EU: Kunnen beperkende regels voor vastgoedmakelaar tegen Airbnb worden ingeroepen

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 7 juni 2018, IEFbe 2673; IT 2611; Zaak C-390/18 (AirBNB Ireland) Via Minbuza: De in Ierland gevestigde onderneming Airbnb Ireland biedt een online platform dat tot doel heeft verhuurders (zowel verhuurbedrijven als particulieren) die over accommodatie beschikken en potentiële huurders in een groot aantal landen met elkaar in contact te brengen. Franse internetgebruikers sluiten een contract af met Airbnb Ireland voor het gebruik van de website (plaatsing van advertenties, reserveringen) en met Airbnb Payments UK Ltd voor betalingen via de website. Op 24.01.2017 heeft de vereniging voor professionele accommodatie en toerisme (hierna: Ahtop) een klacht ingediend bij de rechter in eerste aanleg vanwege het verrichten van werkzaamheden van bemiddeling in en beheer van onroerend goed en winkelpanden zonder beroepskaart uit hoofde van de wet-Hoguet en andere strafbare feiten. In deze wet-Hoguet zijn verschillende regels vastgelegd waaraan vastgoedmakelaars dienen te voldoen (bijhouden van een register, afgifte van een beroepskaart e.d.), aangezien het om een gereglementeerd beroep gaat, op straffe van strafrechtelijke sancties. Ahtop verwijt Airbnb zich aan deze regels te onttrekken, terwijl het bedrijf volgens de vereniging het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent via een online platform. Naar aanleiding van deze klacht heeft het parket van Parijs op 16.03.2017 een vordering tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek ingediend vanwege het beheer van financiële middelen voor werkzaamheden van bemiddeling in en beheer van onroerend goed en winkelpanden door een persoon zonder beroepskaart (wet-Hoguet) en andere strafbare feiten. Airbnb betwist werkzaamheden als vastgoedmakelaar te verrichten en betoogt dat de wet-Hoguet niet op haar van toepassing is omdat deze strijdig is met de bepalingen van richtlijn 2000/31.

Met richtlijn 2000/31 wordt de ontwikkeling van de diensten van de informatiemaatschappij gestimuleerd. Tegelijkertijd wordt opgemerkt dat deze ontwikkeling wordt gehinderd door een aantal juridische belemmeringen. In artikel 1 wordt gesteld dat de richtlijn het vrije verkeer van de diensten van de informatiemaatschappij tussen lidstaten moet waarborgen. Artikel 3 luidt als volgt: De lidstaten mogen het vrije verkeer van diensten van de informatiemaatschappij die vanuit een andere lidstaat worden geleverd, niet beperken om redenen die vallen binnen het gecoördineerde gebied. Deze richtlijn staat in de weg aan de toepassing van nationale beperkende regelgeving op het gebied van elektronische handel, zoals de wet-Hoguet. Er dient dan ook te worden vastgesteld of de werkzaamheden van de onderneming Airbnb Ireland binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallen. Dit feit, dat door de onderneming Airbnb Ireland wordt aangevoerd, wordt bestreden door de civiele partij, die aanvoert dat Airbnb Ireland niet enkel twee partijen met elkaar in contact brengt via haar platform, maar aanvullende diensten aanbiedt die kenmerken vertonen van de werkzaamheden van tussenpersoon bij vastgoedtransacties.

Prejudiciële vragen:

1. Vallen diensten die door de onderneming Airbnb Ireland UC in Frankrijk worden verleend via een elektronisch platform dat in Ierland wordt beheerd, onder het vrije verkeer van diensten zoals bedoeld in artikel 3 van richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000?

2. Kunnen de beperkende regels inzake de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar in Frankrijk, zoals vastgelegd in wet nr. 70-9 van 2 januari 1970 betreffende tussenpersonen op het gebied van vastgoedtransacties, de wet- Hoguet genoemd, tegen de onderneming Airbnb Ireland UC worden ingeroepen?