Gepubliceerd op woensdag 10 juli 2024
IT 4578
Rechtbank Gelderland ||
22 mei 2024
Rechtbank Gelderland 22 mei 2024, IT 4578; ECLI:NL:RBGEL:2024:3099 (Attema tegen Orange Juice), https://itenrecht.nl/artikelen/vraag-of-er-een-exclusiviteitsbeding-is-overeengekomen-niet-kan-worden-beantwoord-in-een-kort-geding

Vraag of er een exclusiviteitsbeding is overeengekomen niet kan worden beantwoord in een kort geding

Vzr. Rb. Gelderland 22 mei 2024, IT 4578; ECLI:NL:RBGEL:2024:3099 (Attema tegen Orange Juice). Kort geding. Attema is een onderneming die zich bezighoudt met de vervaardiging van kunststofproducten voor de bouw. Orange Juice is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van computersoftware. Attema heeft Orange Juice benaderd voor de ontwikkeling van een webapplicatie. In het projectplan van 23 februari 2021 werd een exclusiviteitsbeding opgenomen. Orange Juice heeft werkzaamheden uitgevoerd voor ABB, een concurrent van Attema, wat volgens Attema in strijd is met dit exclusiviteitsbeding. In dit kort geding vordert Attema dat Orange Juice haar werkzaamheden voor ABB staakt, een verbod op werkzaamheden voor andere concurrenten en een voortzetting van de dienstverlening aan Attema. Orange Juice betwist de aanwezigheid van een exclusiviteitsbeding echter en stelt dat hierover geen definitieve overeenstemming is bereikt. Daarnaast stelt Orange Juice dat de samenwerking later is gewijzigd naar een stap-voor-stap-benadering zonder exclusiviteitsbeding.

Attema stelt dat partijen op 23 februari 2021 een overeenkomst hebben gesloten waarin het exclusiviteitsbeding is opgenomen. Attema is van mening dat de samenwerkingsovereenkomst nog steeds voortduurt en dat de later opgestelde projectplannen in april en mei 2021 realisatieplannen zijn die voortvloeien uit het basisprojectplan van februari 2021. Volgens Attema is er sprake van één ondeelbare en voortdurende samenwerkingsovereenkomst waarop het exclusiviteitsbeding nog steeds van toepassing is. Orange Juice heeft een andere visie op de overeenkomst met Attema. Volgens Orange Juice betrof het projectplan van februari 2021 een langdurige samenwerking zonder ‘go/no go-momenten’, waarbij de totale opdracht in één keer zou worden verstrekt. Hoewel het exclusiviteitsbeding in dit projectplan werd opgenomen, stelt Orange Juice dat hierover geen definitieve overeenstemming is bereikt. De voorzieningenrechter concludeert dat de vraag of er een exclusiviteitsbeding is overeengekomen, niet kan worden beantwoord in een kort geding vanwege de noodzaak voor nader feitenonderzoek en bewijslevering. Daarom worden de vorderingen van Attema, die gebaseerd zijn op de gestelde schending van het exclusiviteitsbeding, afgewezen. Ook wordt Attema veroordeeld in de proceskosten.

4.6. De voorzieningenrechter is, gelet op de sterk uiteenlopende standpunten van partijen en de door hen over en weer ter onderbouwing daarvan in het geding gebrachte stukken, die door partijen ieder voor zich verschillend worden uitgelegd en waaraan zij bovendien verschillende conclusies verbinden, van oordeel dat de vraag, wat partijen precies hebben afgesproken met betrekking tot hun samenwerking en of daarbij een exclusiviteitsbeding is overeengekomen, in de onderhavige kort gedingprocedure niet kan worden beantwoord. Daarvoor is nader onderzoek naar de feiten en mogelijk bewijslevering nodig, bijvoorbeeld door middel van het horen van getuigen. Daarvoor leent zich een kort gedingprocedure niet.

Dit brengt met zich dat de vorderingen van Attema, die alle drie hun grondslag vinden in de gestelde toepasselijkheid en schending van het exclusiviteitsbeding, zullen worden afgewezen. Bij deze stand van zaken behoeven de vraag of de vorderingen van Attema te verstrekkend en te onbepaald zijn om voor toewijzing in aanmerking te komen, alsmede de vraag wat de wettelijke of contractuele grondslag is voor de vordering van Attema onder 3 verder geen bespreking meer. Datzelfde geldt voor het door Orange Juice gevoerde verweer met betrekking tot het spoedeisend belang en hetgeen Orange Juice verder nog subsidiair als verweer heeft aangevoerd. Dit kan immers niet tot een andere uitkomst leiden.