28 nov 2024
Voorzieningenrechter bevestigt proportionaliteit van plafondbedrag in aanbesteding
Vzr. Rb. Noord-Holland 28 november 2024, IT 4689; ECLI:NL:RBNHO:2024:12113 (GINO tegen GGD HN) GGD HN heeft een Europese Openbare Aanbesteding uitgeschreven voor een standaard digitaal dossier jeugdgezondheidszorg (DD JGZ). Het gunningscriterium is de beste prijs-kwaliteitsverhouding en GGD HN heeft voor de opdracht een plafondbedrag vastgesteld van € 1.750.000.,-. GINO stelt dat dit disproportioneel laag is en dat GGD HN niet heeft onderbouwd dat het mogelijk is om de opdracht voor dit plafondbedrag uit te voeren. GINO stelt dat het een kleine markt is met slechts drie aanbieders waarvan zij er één is, maar dat zij voor dit bedrag niet kan meedingen. Zij stelt dat door vast te houden aan dit plafondbedrag GGD HN niet voldoet aan de eis dat zij mededinging mogelijk moet maken. De voorzieningenrechter oordeelt dat GGD HN voldoende aannemelijk heeft gemaakt hoe zij tot het plafondbedrag is gekomen. GGD HN heeft een marktverkenning uitgevoerd en rekening gehouden met inflatiecorrectie, kosten voor extra functionaliteit en onvoorziene kosten. De voorzieningenrechter bedrukt dat een aanbestedende dienst een zekere vrijheid heeft bij het bepalen van de uitvraag en de modaliteiten van de aanbesteding, mits deze binnen de grenzen van de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit blijven. GINO slaagt er niet in om voldoende aannemelijk te maken dat het plafondbedrag disproportioneel is. De enkele verwijzing naar eerdere aanbestedingen en een rapport over ICT-projecten bij de overheid is onvoldoende.
5.10. Dit betoog van GINO illustreert de juistheid van de stelling van GGD HN dat GINO zichzelf tot maatman heeft gesteld. GINO heeft niet gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat het voor marktpartijen niet mogelijk is om onder het door GGD HN gestelde plafond een basisapplicatie te leveren die aan de eisen voldoet en daarnaast nog, in meer of mindere mate, tegemoet te komen aan de door GGD HN gestelde functionele wensen. Zij heeft gesteld dat dit voor haar niet mogelijk is, omdat zij een plankapplicatie aanbiedt waarin de meeste van die wensen al standaard zijn opgenomen en zij die die er niet kan uithalen.
GINO heeft de opstelling van GGD HN getypeerd met de woorden “zij wil die extra functionaliteit wel hebben, maar ze wil er niet voor betalen”. Die omschrijving miskent dat wat GGD HN vooral wil is dat wordt voldaan aan haar behoefte binnen strakke budgettaire grenzen. In de typologie van GINO: “zij zou die functionaliteit graag willen hebben maar kan er niet meer voor betalen dan ze ter beschikking heeft”. Anders gezegd: GGD HN wenst aanbieders die de flexibiliteit hebben om op haar behoefte in te spelen. Dat moet een aanbestedende dienst vrij staan, zeker in een tijdperk waarin de overheidsfinanciën onder druk staan, zoals hier onweersproken het geval is. Flexibiliteit van marktpartijen in de respons op een uitvraag heeft aldus op zichzelf ook waarde, waarop geconcurreerd kan worden.
5.18. De voorzieningenrechter ziet onvoldoende aanleiding om aan die aandrang gevolg te geven. GINO heeft onweersproken gelaten dat er bij de zojuist besproken aanbesteding vier andere deelnemers waren die alle vier een aanbieding hadden gedaan die aanzienlijk lager lag dan GINO. De gemeente had dus uitstekende redenen om niet met GINO in zee te gaan.
GGD HN heeft in haar betoog in het onderhavige geding voldoende aannemelijk gemaakt hoe zij tot het door haar gestelde plafondbedrag is gekomen. GINO had haar betoog dat dit prijsplafond disproportioneel is kracht kunnen bijzetten door (met gebruik van licentieprijzen van vergelijkbare standaard applicaties, te verwachten kosten van implementatie, conversie, opleiding en onderhoud, omgerekend naar de data in de opdracht) een betoog te ontwikkelen dat voeding kon geven aan de gedachte dat ook ditmaal een financieel débacle voor GGD HN op de loer ligt. Dit heeft GINO niet gedaan. De enkele verwijzing naar een rapport over veelgemaakte fouten bij ICT-projecten bij de overheid, kan wat dat betreft geen zelfstandige leidraad zijn.