Gepubliceerd op maandag 23 mei 2022
IT 3939
Rechtbank Limburg ||
24 feb 2022
Rechtbank Limburg 24 feb 2022, IT 3939; ECLI:NL:RBLIM:2022:1444 (Verzoeker tegen Arrow), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-verwijdering-bkr-registratie-toegewezen

Verzoek verwijdering BKR-registratie toegewezen

Rb. Limburg 24 februari 2022, IT 3939; ECLI:NL:RBLIM:2022:1444 (Verzoeker tegen Arrow) Verzoeker heeft de rechtbank verzocht tot verwijdering van de BKR-registraties op zijn naam op grond van de AVG. Interessant in deze situatie is dat verzoeker stelt dat deze niks wist van de kredietovereenkomst, gezien deze door een ander is afgesloten. Daarbij maakte deze derde gebruik van foutieve informatie van verzoeker, waardoor correspondentie niet aankwam bij verzoeker. Verzoeker heeft diezelfde dag van kennisneming van de kredietovereenkomst het bedrag aan Arrow overgemaakt. Deze hiervoor besproken omstandigheden bij elkaar acht de rechtbank voldoende om de BKR-registratie te laten verwijderen. Arrow heeft in dit onderhavige geval niet kunnen aantonen dat het nodig wordt geacht om andere kredietverstrekkers te attenderen op de financiële positie van verzoeker.

3.6.1. Vast staat dat [belanghebbende] de bestellingen heeft geplaatst en als betaalwijze heeft gekozen voor 'gespreid betalen'. [verzoeker] stelt niet te hebben geweten van de kredietovereenkomst, noch van de achterstanden in de aflossing daarvan, noch van de BKR-registratie met bijzonderheidscoderingen op zijn naam.

Uit de door [verzoeker] overgelegde stukken blijkt het volgende. De kredietovereenkomst vermeldt weliswaar de personalia van [verzoeker] , maar vermeldt een onjuist adres. Het in de kredietovereenkomst opgenomen adres is nooit woon- of verblijfplaats geweest van [verzoeker] . Het vermelde adres is het adres van de schoonouders van [belanghebbende] , die daar echter niet meer woonachtig zijn en naar Turkije zijn vertrokken. Arrow heeft [verzoeker] per brief en per e-mail op de hoogte gesteld van de ontstane betalingsachterstand, meerdere malen gemaand tot betaling, een voorstel voor een betalingsregeling gedaan en verschillende sommaties gestuurd. De brieven zijn echter allemaal geadresseerd aan hetzelfde – onjuiste – postadres, te weten het in de kredietovereenkomst vermelde adres van de schoonouders van [belanghebbende] . Ook de e-mails zijn verzonden aan een onjuist adres, namelijk aan een e-mailadres dat één letter afwijkt van het correcte e-mailadres van [verzoeker] . Hoewel Arrow geen contact heeft gekregen met [verzoeker] , heeft zij nagelaten de bijzonderheidscodering "schuldenaar onbereikbaar" in het CKI op te nemen. Op 25 mei 2016 heeft Arrow een zogenoemde 'vooraankondiging' aan [verzoeker] gestuurd, waarin zij [verzoeker] een laatste mogelijkheid heeft geboden om het krediet af te lossen, om registratie van achterstandscoderingen te voorkomen. Echter heeft Arrow de vooraankondiging wederom naar hetzelfde onjuiste adres gestuurd.

heeft, toen hij vanwege de BKR-registratie geen financiering kon krijgen, op 10 december 2020 contact opgenomen met Arrow, om te informeren naar de reden van de BKR-registratie. Daarop heeft Arrow hem de volledige correspondentie gestuurd – ditmaal naar het juiste (e-mail)adres. [verzoeker] heeft nog diezelfde dag een bedrag van € 4.920,-- naar Arrow overgemaakt, waarmee het volledige openstaande bedrag is afgelost. Arrow heeft vervolgens als daadwerkelijke einddatum van de kredietovereenkomst 11 december 2020 geregistreerd.

Arrow heeft dit alles niet weersproken. Desgevraagd kon zij ter mondelinge behandeling geen enkele toelichting of opheldering geven en heeft zij ook geen stukken overgelegd.

3.7.De rechtbank is van oordeel dat Arrow niet heeft aangetoond dat het voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van haarzelf of van derden noodzakelijk is om de registraties te handhaven. [verzoeker] heeft de achterstanden niet zelf laten ontstaan en had geen weet van de betalingsachterstand. Gesteld noch gebleken is dat het aan [verzoeker] te verwijten valt dat onjuiste contactgegevens zijn gebruikt, zodat het voor rekening en risico van Arrow komt dat de aanmaningen, betalingsregeling, sommaties en de vooraankondiging [verzoeker] niet hebben bereikt. Nog dezelfde dag dat hij bekend werd met de feiten en omstandigheden omtrent de BKR-registratie, heeft [verzoeker] het volledige openstaande bedrag afgelost. Nu [verzoeker] ook overigens geen schulden heeft, heeft Arrow niet aangetoond dat [verzoeker] zich in een problematische schuldenpositie bevindt of ooit heeft bevonden. Derhalve valt niet in te zien dat het noodzakelijk is de registraties te handhaven ter bescherming van [verzoeker] zelf, dan wel andere kredietverstrekkers te waarschuwen voor de financiële positie van [verzoeker] .

Nu [verzoeker] nog dezelfde dag dat hij door Arrow geïnformeerd werd over het ontstaan en de achtergrond van de registraties het volledige bedrag heeft afgelost, acht de rechtbank voorts aannemelijk dat [verzoeker] , als Arrow de correspondentie direct naar het juiste post- of

e-mailadres had gestuurd, de achterstand op zijn laatst volledig had ingelost op het moment van de vooraankondiging van de achterstandscoderingen, te weten 25 mei 2016. In dat geval zouden bij de indiening van het verzoekschrift reeds vijf jaren verstreken zijn en de registratie inmiddels verwijderd zijn.