Gepubliceerd op woensdag 7 september 2022
IT 4056
Gerechtshof Amsterdam ||
26 jul 2022
Gerechtshof Amsterdam 26 jul 2022, IT 4056; ECLI:NL:GHAMS:2022:2192 (Appellant tegen Travelex), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-toewijsbaar-t-a-v-verwerkte-persoonsgegevens

Verzoek toewijsbaar t.a.v. verwerkte persoonsgegevens

Hof Amsterdam 26 juli 2022, IT 4056; ECLI:NL:GHAMS:2022:2192 (appellant tegen Travelex) Appellant wilde in april 2018 geld omwisselen voor dollars bij Travelex, maar deze transactie werd geweigerd. Appellant verzocht om mededeling van de belastende gegevens op grond waarvan de transactie geweigerd werd. Travelex heeft dit niet gedaan omdat zij meent deze gegevens niet te mogen mededelen op grond van wetgeving betreffende het voorkomen van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft). De vordering van appellant wordt door de rechtbank Amsterdam afgewezen. Appellant vordert in hoger beroep dat Travelex meedeelt wat de belastende gegevens zijn op grond waarvan de transactie geweigerd werd. Het hof stelt vast dat als Travelex de gevraagde gegevens aan appellant had verstrekt, Travelex haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden. Het hof begrijpt echter niet waarom er door Travelex geen kopie van de verwerkte gegevens als bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG is verstrekt. Het hof komt tot het oordeel dat het verzoek zal worden afgewezen met betrekking tot de gevraagde belastende gegevens. Het verzoek zal echter worden toegewezen voor zover het ziet op de verwerkte persoonsgegevens. Het vonnis van de rechtbank wordt vernietigd voor zover het gaat over de persoonsgegevens als bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG.  

4.5. Aldus komt het hof toe aan de inhoudelijke beoordeling van het verzoek. Het verzoek zal worden afgewezen voor zover het betreft informatie naar aanleiding van [appellant] persoonsgegevens als bedoeld in art. 15 lid 1 AVG en het zal worden toegewezen, met aanvulling van rechtsgronden, voor zover het betreft zijn persoonsgegevens als bedoeld in art. 15 lid 3 AVG. Hierna wordt uitgelegd op welke gronden het hof tot dit oordeel is gekomen.

4.7. Uit art. 23 lid 1 onder a Wwft volgt een op Travelex rustende verplichting tot geheimhouding van een melding ingevolge art. 16 (oud) Wwft. Indien Travelex de door [appellant] gevraagde gegevens, indien en voor zover die aanwezig zouden zijn bij Travelex, aan [appellant] zou hebben verstrekt, zou Travelex haar geheimhoudings-plicht hebben geschonden. [appellant] zou dan immers aan de hand van deze gegevens kunnen nagaan of Travelex (een) ongebruikelijke transactie(s) van hem heeft gemeld aan de Financiële inlichtingen eenheid, overeenkomstig de op Travelex rustende verplichting om een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie te melden (art.16 (oud) Wwft).

Niet valt echter in te zien waarom Travelex een kopie van de verwerkte persoons-gegevens van [appellant] , zoals bedoeld in art. 15 lid 3 AVG, niet aan hem heeft verstrekt. Niet gesteld of gebleken is dat de weigering deze gegevens te verstrekken noodzakelijk was ter naleving van de geheimhoudingsplicht van art. 23 lid 1 onder a Wwft. Travelex heeft ter zitting in hoger beroep ook aangegeven dat zij deze gegevens zou hebben verstrekt, indien daarom en niet enkel om belastende gegevens was gevraagd.

Hieruit volgt dat het verzoek ten aanzien van de gevraagde belastende gegevens niet toewijsbaar is, maar wel ten aanzien van de verwerkte persoonsgegevens.

De door [appellant] aangevoerde gronden (strijd met redelijkheid en billijkheid, strijd met EVRM en onrechtmatige daad) kunnen niet tot een ander oordeel leiden.