Vernieuwing Wehkamp en verzuimregeling uit de overeenkomst
Rechtbank Overijssel 4 september 2013, HZ ZA 11-623 (Centric IT Solutions tegen Wehkamp)
Uitspraak ingezonden door Anastasia Chistyakova en Hendrik Struik, CMS Derks Star Busmann NV.
In 2009 heeft Wehkamp de IT-infrastructuur te vernieuwen, waaronder implementatie van ERP-software [software om bedrijfsprocessen met elkaar te verbinden zodat informatie gestandaardiseerd en geïntegreerd op een centrale plaats wordt opgeslagen en is te gebruiken]. Er wordt, verkort weergegeven, door Wehkamp beweerd dat Centric herhaaldelijk tekortschiet in haar werkzaamheden, hetgeen leidt tot vertraging van de "Go-Live"-datum. Centric wijt de vertraging onder andere aan de omstandigheid dat deze datum afhankelijk is van vier projecten, waar de verantwoordelijkheid voor twee projecten door Wehkamp wordt gedragen. Wehkamp heeft haar betalingsverplichtingen onterecht opgeschort en omdat Centric niet in verzuim is geraakt, bestaat geen grond voor ontbinding of ongedaanmakingsverbintenissen zoals gevorderd.
Voor zover Wehkamp in de brief van 20 oktober 2009 aan Centric verwijt dat zij ondeugdelijke software heeft vervaardigd, stelt de rechtbank vast dat voor dergelijke gebreken de procedure [test- en acceptatieplan] zoals partijen in de Overeenkomst zijn overeengekomen, dient te worden gevolgd. Een dreigende overschrijding van een "fatale datum" is niet aan te merken als een schending van contractuele verplichtingen. Aangezien partijen in de overeenkomst hebben geregeld onder welke omstandigheden één der partijen in verzuim zou raken, is er geen sprake van een leemte in de overeenkomst die aanvulling op voet van 6:248 lid 2 BW behoeft.
Leestips: 5.2.2, 5.2.4, 5.3.1-5.3.8, 6.1 en 6.10.
5.2.4. Een en ander leidt echter niet tot een voor Wehkamp gunstig oordeel. Voor een rechtsgeldige ingebrekestelling dient immers komen vast te staan dat Centric op het moment dat deze ingebrekestelling werd uitgebracht, tekort schoot in haar verplichtingen of dat reeds vaststond dat zij zou gaan tekort schieten. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken.
5.3.1. De rechtbank oordeelt als volgt. Aangezien partijen in de artikelen 6 en 26.1 van de Overeenkomst hebben geregeld onder welke omstandigheden één der partijen in verzuim zou raken, is geen sprake van een leemte in de overeenkomst die aanvulling op voet van artikel 6:248 eerste lid BW behoeft. Voor een oordeel dat Centric in verzuim is geraakt dient derhalve sprake te zijn van omstandigheden waaruit volgt dat het ex artikel 6:248 tweede lid BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Centric niet in verzuim is geraakt c.q. dat het naar deze maatstaven onaanvaardbaar is [red. toevoeging: dat] Centric een beroep op het ontbreken van een rechtsgeldige ingebrekestelling doet.
Een minimum voorwaarde voor het voorbij gaan aan het ontbreken van een rechtsgeldige ingebrekestelling is dat Centric tekort is geschoten in de nakoming van de uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Indien daarvan sprake is, kunnen bijkomende omstandigheden meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Centric niet in verzuim is geraakt.
(...)
5.3.2. Wehkamp heeft aangevoerd dat Centric (ernstig) tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Zij heeft in dit verband - samengevat - betoogd dat:
1. het niet halen van zes deadlines te wijten is aan Centric;
2. de kwaliteit van de geleverde prestatie ondermaats was, zowel van AX als van BizTalk;
3. Centric, hoewel overeengekomen, niet de "Microsoft Sure Step methode" (verder SSM) heeft toegepast aangezien reeds in mei 2009 met de inrichting is gestart terwijl het klantontwerp op dat moment nog niet gereed was;
4. veel maatwerk is ontwikkeld in strijd met het uitgangspunt dat geen maatwerk zou worden ontwikkeld, zonder dat daarvoor de juiste procedure is gevolgd;
5. werkzaamheden als meerwerk zijn opgevoerd terwijl deze binnen de scope van het project vielen;
6. Centric niet heeft gehandeld zoals van een goed en zorgvuldig handelend IT-leverancier verwacht mag worden, in welke kader Centric:
a. voldoende onderzoek had moeten verrichten naar het door Wehkamp gewenste systeem;
b. nauwkeurig onderzoek had moeten doen naar de noodzaak van standaard dan wel maatwerksoftware
c. Centric aan Wehkamp mogelijkheid tot voldoende inzicht en controle op het project had moeten bieden;
d. Centric expliciet had dienen te vermelden dat bepaalde werkzaamheden niet onder de Overeenkomst zouden vallen;
e. Centric een duidelijke indicatie had moeten geven wat de meerprijs van de extra werkzaamheden zijn.
5.3.3. Ten aanzien van 1. merkt de rechtbank op dat van alle genoemde "Go-live"-data weliswaar kan worden gezegd dat partijen hebben beoogd voor die data tot een afronding van de werkzaamheden van Centric te komen, maar uitgangspunt van de overeenkomst is dat deze geen fatale data bevat tenzij deze schriftelijk zijn overeengekomen. (...)
5.3.4. Ten aanzien van 2. merkt de rechtbank op dat gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, Wehkamp zonder goede grond op oktober 2010 aan Centric heeft bericht dat zij haar betalingen opschortte, waarna Centric op haar beurt op goede gronden haar inzet (...) heeft verminderd en (...) heeft opgeschort (...)5.3.5. Ten aanzien van 3. merkt de rechtbank op dat, anders dan Wehkamp ingang wil doen vinden, gelet op de gemotiveerde en onderbouwde betwisting door Centric, voldoende is komen vast te staan dat Centric de SSM (grotendeels) heeft toegepast. (...)
(...)
6.1. Wehkamp heeft de verschuldigdheid van een aantal facturen bestreden omdat de werkzaamheden aan die deze facturen ten grondslag liggen binnen de fixed scope zouden vallen en dus binnen de reeds betaalde 'fixed price'.
6.1.1. De rechtbank volgt Wehkamp niet in haar verweer.