1 jul 2020
Tussentijdse opzegging van overeenkomst
SGOA Haarlem 1 juli 2020, IT 3918; vonnis 45 (Leverancier tegen Afnemer) In dit arbitragegeschil gaat het om een tussentijdse opzegging van een overeenkomst betreffende de afneming van zoekmachineoptimalisatie van Leverancier. Afnemer gebruikt deze zoekmachineoptimalisatiedienst van Leverancier voor diens groothandel in parfums en cosmetica. Leverancier verzoekt vervolgens betaling van de openstaande facturen en een betaling vanwege het tussentijds opzeggen van de overeenkomst. De arbiter wijst de vorderingen van leverancier toe. Aldus de arbiter, is Leverancier niet tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenissen noch zijn er omstandigheden van het geval die eisen dat op grond van de redelijkheid en billijkheid dit tot een andere uitkomst brengt.
6.9. Aangezien [AFNEMER] er niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat [LEVERANCIER] jegens haar is tekortgeschoten, is er geen grond voor ontbinding van de Overeenkomst. De ontbinding van de Overeenkomst door de gemachtigde van [AFNEMER] per e-mail van 23 januari 2017 is dan ook zonder rechtsgevolg. Ten overvloede overweegt de arbiter dat de brief van 11 januari 2017 van de gemachtigde van [AFNEMER] aan [LEVERANCIER] een dermate weinig duidelijke aanmaning bevat, dat dit niet als ingebrekestelling in de zin van artikel 6:82 BW kan worden beschouwd en [LEVERANCIER] daardoor evenmin in verzuim zou zijn geraakt.
6.12. [AFNEMER] stelt dat een beroep op genoemde afkoopsom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. [AFNEMER] heeft evenwel onvoldoende onderbouwd waarom de factuur voor de afkoopsom dermate onaanvaardbaar is dat zij een tussen partijen overeengekomen afspraak terzijde kan stellen.