Telefonische contractsluiting met voice logs als bewijs
Kantonrechter Haarlem 28 december 2011, LJN BV0329 (Oxxio tegen gedaagde)
Nu Oxxio zich bedient van telefonische contractsluiting met voice logs als bewijs, dient zij ervoor zorg te dragen dat ook de –toegestane- mondelinge opzeggingen deugdelijk worden geregistreerd. Enkele betoog van Oxxio dat opzegging onbekend is, baat haar niet. Vergoeding voor energieleveranties uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking in dit geval niet redelijk en schade kan niet zonder meer worden gesteld op factuurbedrag.
1. Uit de overgelegde voice log blijkt dat [gedaagde] zich er in het geregistreerde telefoongesprek op 5 september 2008 toe heeft laten bewegen akkoord te gaan met levering door Oxxio van zogenoemde groene stroom en gas.
Ter zitting heeft Oxxio gesteld dat haar geen telefonische opzegging bekend is, zodat zij ervan mocht uitgaan dat de overeenkomst gestand werd gedaan.
Zij heeft echter niet betwist dat het toegezegde welkomstpakket niet is verstrekt aan [gedaagde]. Evenmin heeft zij betwist dat [gedaagde] geen zogenoemde “slimme meter” heeft ontvangen. Ook heeft zij niet kunnen duidelijk maken waarom zij, als zij meende dat een overeenkomst tot stand was gekomen en deze niet de volgende dag is opgezegd, zij niet is aangevangen met de levering en versturen van de in het telefoongesprek door haar medewerkster in het vooruitzicht gestelde “overzichtelijke rekeningen”.
2. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de kantonrechter dan ook aannemelijk dat [gedaagde] op 6 september 2008 de overeenkomst al weer telefonisch heeft opgezegd, waartoe zij gedurende drie maanden immers gerechtigd was. Het enkele betoog dat Oxxio geen opzegging bekend is, baat haar dus niet. Nu Oxxio zich bedient van telefonische contractsluiting met voice logs als bewijs, dient zij ervoor zorg te dragen dat ook de – toegestane – mondelinge opzeggingen deugdelijk worden geregistreerd.3. Ter toelichting op de subsidiaire grondslag, ongerechtvaardigde verrijking, heeft Oxxio een beroep gedaan op gegevens uit het Energie Data Services Nederland (EDSN). Daaruit volgt dat Oxxio op 13 mei 2009, dus bijna acht en een halve maand later, plotseling elektriciteit is gaan leveren aan [gedaagde], en wel tot 6 juli 2009. Ook blijkt daaruit dat Oxxio vier en een halve maand na het gesprek van 5 september 2008, te weten van 28 januari 2009 tot 25 maart 2009 gas op het aansluitadres van [gedaagde] heeft geleverd.
4.Hoewel deze levering gelet op het voorgaande als een ongerechtvaardigde verrijking kan worden aangemerkt, zal de vordering niet worden toegewezen. Ongerechtvaardigde verrijking leidt immers tot een verplichting tot schadevergoeding voor zover dit redelijk is, waarbij de schade enerzijds afhankelijk is van de verrijking van [gedaagde] en anderzijds van de verarming van Oxxio. Die schade kan niet zonder meer worden gesteld op het door Oxxio in rekening gebrachte factuurbedrag, waarin, naar mag worden aangenomen, ook een winstcomponent voor Oxxio is opgenomen. De kantonrechter is van oordeel dat Oxxio de hoogte van de schade onvoldoende heeft onderbouwd door alleen maar uit te gaan van het factuurbedrag.5. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden een verplichting tot vergoeding van schade niet redelijk is. Oxxio heeft op geen enkele manier aan [gedaagde] duidelijk gemaakt dat zij vanaf 13 mei 2009 plots de levering van elektriciteit voor haar rekening heeft genomen, terwijl ook niet duidelijk is geworden op grond waarvan zij dat is gaan doen. Hetzelfde geldt voor de levering van gas. Evenmin is duidelijk op grond waarvan Oxxio die levering op 6 juli respectievelijk 25 maart 2009 even plotseling weer heeft gestaakt. Zij heeft immers nimmer gereageerd op de stornering door [gedaagde] van de door haar bij [gedaagde] geïncassseerde bedragen.
Het is niet redelijk om [gedaagde] het slachtoffer te laten worden van de ondeugdelijke administratie bij Oxxio.
6. De conclusie is dan ook dat de vordering wegens onvoldoende onderbouwing zal worden afgewezen. De proceskosten komen voor rekening van Oxxio omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. Nu [gedaagde] in persoon heeft geprocedeerd, komen daartoe slechts de reis- en verletkosten voor in aanmerking, die op een forfaitair bedrag van € 25,00 worden gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Oxxio tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden bepaald op € 25,00 aan reis- en verletkosten.